S03216
02-09-1976
Actoren
Memorandum
Samenvatting
908/76. Rechtstreekse verkiezingen Europees Parlement.
Nu de op basis van art. 138 lid 3 van het EEG-verdrag gebaseerde regeling van de rechtstreekse verkiezing de vorm heeft gekregen van een Akte gehecht aan een Raadsbesluit rijst de vraag of aannemening door de lidstaten moet worden voorafgegaan door parlementaire goedkeuring. Dit lijkt het geval te zijn. Dit blijkt uit de Memorie van Toelichting op de Grondwetswijziging 1953 en het feit dat ook de Kieswet moet worden aangepast.
Nu de op basis van art. 138 lid 3 van het EEG-verdrag gebaseerde regeling van de rechtstreekse verkiezing de vorm heeft gekregen van een Akte gehecht aan een Raadsbesluit rijst de vraag of aannemening door de lidstaten moet worden voorafgegaan door parlementaire goedkeuring. Dit lijkt het geval te zijn. Dit blijkt uit de Memorie van Toelichting op de Grondwetswijziging 1953 en het feit dat ook de Kieswet moet worden aangepast.