Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4. Resultaten van de Visserijraad van 10 maart 1981.
Braks is van mening dat de visserijproblematiek door de in 1980 door de Europese Raad gedane afspraak dat er voor 1/1/1981 een gemeenschappelijk visserijbeleid tot stand gebracht moet worden, naar het hoogste politieke niveau is getild. Tijdens de Visserijraad heeft Braks gepoogd om via een compromisvoorstel de bestaande meningsverschillen te overbruggen. Dit is niet gelukt. Hij meent een oplossing afhangt van de politieke wil van de lidstaten. Braks vreest dat gebrek aan overeenstemming over het visserijdossier negatieve gevolgen zal hebben voor de debatten over de landbouwprijsvoorstellen en de herstructurering.
Posthumus Meyjes meent dat het antwoorde op de vraag hoe de visserij tijdens de Europese Raad aan de orde moet komen, niet eenvoudig te geven zal zijn. Rutten vreest dat de gevolgen van een mislukking van de besprekingen in de ER groter zullen zijn. Hij meent dat de zaak alleen aan de orde moet komen als er uitzicht is op een succesvolle afloop.
Besloten wordt dat Van der Klaauw samen met de voorzitter van de Commissie tijdens de Algemene Raad zal aftasten of een bespreking in de ER op basis van het voorzitterscompromis tot positieve resultaten kan voeren.