Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4 b. Conclusies van de REZ-vergadering op 6 november 1974.
Westerterp vindt de notitie over institutionele onderwerpen te weinig krachtig. Nederland moet inzake het Europees Parlement een eigen voorstel doen en proberen het tijdstip vastgesteld te krijgen waarop de verkiezingen voor het Parlement moeten worden gehouden. Pronk betwist de versterking van de coƶrdinerende rol van de Algemene Raad. Hoewel Den Uyl erkent dat in sommige vakraden voor Nederland aantrekkelijke standpunten worden ingenomen, zoals in de Ontwikkelingsraad, geldt dat niet voor de Landbouwraad waar 90% van de besluitvorming zich afspeelt. Ook voelt hij weinig voor verkiezingen zonder dat de bevoegdheden van het Europees Parlement zijn uitgebreid. Daarnaast moet men niet te sterk vasthouden aan vergaderplaatsen en niet te veel problemen creƫren rond een klein secretariaat. Van der Stoel deelt deze opvatting. De raad besluit dat Van der Stoel op 11 november 1974 in de EEG-raad de opzet van de topconferentie van regeringschefs zal bespreken uitgaande van de conclusies van de REZ van 6 november, de notitie van 7 november en de gevoelens van de ministerraad (o.a. soepelheid inzake vergaderplaats en klein secretariaat voor een EEG-raad van regeringschefs.).