Z00269
28-04-1978
Actoren
Notulen Ministerraad
Samenvatting
3 b. Conclusies van de coördinatiecommissie dd. 25 april 1978.
Albeda vindt de conclusie welke specifieke vrijwaringmogelijkheden voor toetredende staten afwijst niet in overeenstemming met de eerder gemaakt afspraak met betrekking tot werknemersverkeer. Hij vreest problemen als in de toekomst arbeidskrachten uit nieuwe lidstaten zonder meer vrije toegang hebben tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Van der Klaauw stelt dat specifieke vrijwaringclausules de politieke wil tot toetreding van Griekenland tot de Gemeenschap verder zullen aantasten. Van der Mei benadrukt dat een dergelijke clausule een fundamenteel beginsel van het Verdrag van Rome aantast. Van Agt vindt de zorg van Albeda begrijpelijk. Uiteindelijk aanvaardt de raad de conclusie met dien verstande dat voor het probleem van het vrije werknemersverkeer een akkoord zal worden nagestreefd met de aspirant lidstaten. Het kan noodzakelijk blijken bijzondere regelingen te treffen.
Albeda vindt de conclusie welke specifieke vrijwaringmogelijkheden voor toetredende staten afwijst niet in overeenstemming met de eerder gemaakt afspraak met betrekking tot werknemersverkeer. Hij vreest problemen als in de toekomst arbeidskrachten uit nieuwe lidstaten zonder meer vrije toegang hebben tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Van der Klaauw stelt dat specifieke vrijwaringclausules de politieke wil tot toetreding van Griekenland tot de Gemeenschap verder zullen aantasten. Van der Mei benadrukt dat een dergelijke clausule een fundamenteel beginsel van het Verdrag van Rome aantast. Van Agt vindt de zorg van Albeda begrijpelijk. Uiteindelijk aanvaardt de raad de conclusie met dien verstande dat voor het probleem van het vrije werknemersverkeer een akkoord zal worden nagestreefd met de aspirant lidstaten. Het kan noodzakelijk blijken bijzondere regelingen te treffen.