Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Z00493
13-12-1977
Samenvatting
Evaluatie Europese Raad.
Hoewel de functie van de ER als ‘beroepsinstantie’ van Nederlandse zijde niet van harte wordt toegejuicht, moet vastgesteld worden dat besluiten zijn genomen over onderwerpen welke de (gewone) algemene raad niet kon oplossen. De ER heeft ‘op experimentele grondslag’ goedkeuring gegeven aan het uitgeven van leningen door de Gemeenschap. Het struikelblok dat de invoering van de Europese Rekeneenheid belemmerde is weggenomen. Ten aanzien van het Regionale Fonds nam men een besluit dat een gunstige invloed zal hebben op de cohesie van de Gemeenschap. Betreurenswaardig is dat het karakter van het fonds als ‘doorgeefluik’ niet ingrijpend gewijzigd is. Een Nederlands desideratum om een deel van de middelen door de Commissie een bestemming te laten geven, werd doorverwezen naar de gewone Raad. Bevoegdheden van de Raad zijn naar de Commissie gedelegeerd. De EG-Raden kunnen zich concentreren op politiek zwaardere besluiten. De vergrote bestuursbevoegdheid van de Commissie kan vooral voor de kleinere lidstaten garanties bieden tegen overmatige invloed van de grote lidstaten. Het codebericht besluit met een weergave van de conclusies van de Voorzitter.