Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
B NH_G_X017v_100_1 C NH_K_X019v_100_1

A: Primaire registratie, niet voorhanden.
B: AGH 242 (groot register Noordholland), f. 17v, nr. 102 (wrs. 1324 mei 13-sept., naar A).
Opschrift:

Gerijta Aelwijnss.

In de rechtermarge: Van Gheraerde van Leyden.

C: AGH 243 (klein register Noordholland), f. 19v, nr. 99 (wrs. ca. 2e kwart 14e eeuw, naar A).
Opschrift:

Dat steenhuys tot Leyden.

Vlak voor de initiaal een liggend streepje.

Editie/regest: Van Mieris, ChHZ II, p. 255.

De heiligennaam in de datering was blijkbaar onduidelijk geschreven in het primaire register A waarvan beide afschriften B en C zijn afgeleid. Op basis van het geschrevene zou men ook kunnen besluiten tot een lezing sinte Mathijs dach, wat zou leiden tot een datering 1322 maart 3. Gezien datum en plaats van de vier in de registers volgende oorkonden is de gekozen lezing evenwel veel waarschijnlijker. Overigens las Van Mieris, die de tekst blijkbaar publiceerde naar dezelfde twee registers ('Perkament M. S. van de Charterkamer pag. 17. vers. en perkament Register E. L. 1. pag. 19. versa.', met dezelfde dienstaantekening), ook sinte Marchus dach.

De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.

Wi Willaemb grave van Henegouwenc, van Hollandd etc. maken kont allen luden dat wi onse stienhuys totee Leyden, staendef bi den Blawen stieneg daer die banclocke ane te hanghen pleghet, verpacht hebben Gheraerdeh Alewijnsi sone ute Leyden onsen trouwen knape ende sinen erfnamen van ons ende van onsen nacomelinghen in enen erfpachtj te houden ende ewelike te besittene, elcs sjaersk omme XXX s.l Hollandsm, te betalen alle jare tote elker Bamissen; ende daer bi sal Gheraerdo ende sine erfnamen voerscreven maken ende houden dat huys op horen cost, sonder yet of te slane van den jaer pacht voerscreven.

In oirkonde desen brieve bezeghelt met onsen zeghele. Ghegheven totep Dordrecht des dinxendaghes na sinte Marchusq dach ewangelist int jaer ons Heren M CCC eenr ende twintich.

[Dienstaantekening:]

s Per dominos Zudensemt, Symonu de Bentemv, Gherardw de Raphorstx, Danielemy de Merewede, milites, Jan de Berghen, Jan de Polanen, Mathijsz Renghers sone et Enghelbertusa' de Voerscotenb'.

a
G'rijt B.
b
Will. C.
c
Heneg. B; Heneghouwen C.
d
Holl. C.
e
te met erboven en eronder tekentjes C.
f
stane C.
g
Blauuen stene C.
h
Gher'de C.
i
Aluwijns C.
j
pacht door 15e-eeuwse hand, op rasuur B; erfpachte C.
k
jaer C.
l
tussen XXX en s. een onduidelijk teken (het lijkt niet te zijn bedoeld als 12) B; s. in tweede instantie tussengeschreven C.
m
Holl. BC.
n
1 oktober
o
Gher'd C.
p
te C.
q
lezing onzeker: Machus met naast de a een haaltje dat als afkortingsteken geïnterpreteerd zou kunnen worden (lezing van ch en u is daarentegen waarschijnlijker dan th en ii) B; Mattijs, met zo te zien onzekerheid van de kopiist bij ti, en de accenten op ii secundair geplaatst (vgl. dezelfde naam in de dienstaantekening) C.
r
bovengeschreven C.
s
ontbr. C.
t
Zuden. BC.
u
Sy. B; Sy C.
v
Bentē B; Bent. C.
w
Ghe. B; Ghe C.
x
Raph. BC.
y
Daniel C.
z
Matijs C.
a'
Enghelb'tus BC.
b'
Vorscoten C.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: Gerard Alewijnsz. van Leiden, knaap