Graaf Willem III verklaart dat heer Gerard heer van Voorne, burggraaf van Zeeland, en diens zoon Albrecht hem alle inkomsten voortvloeiend uit het burggraafschap hebben opgedragen en voortaan van alle aanspraken dienaangaande zullen afzien, met behoud echter van van hun titel burggraaf van Zeeland, de uitoefening van de rechtspraak, hun leenmannen, tienden en grondbezit in Zeeland en hun rechten op een deel van de jaarbede, waarbij de graaf hun en hun opvolgers de heerlijkheid Voorne en het burggraafschap van Zeeland garandeert als een eeuwig leen; als getuigen treden op heer Jacob bisschop van Zuden en een reeks met name genoemde ridders en knapen, terwijl de oorkonde wordt medebezegeld door heer Jan van Henegouwen, heer van Beaumont.
Her Gerart van Voirne.
In de marge, door andere hand: Voerne permutatio.
Vgl. nrs. ZE 512-514, 517, 518, 520, 521, 534 en 539.
Wi Willaem grave van Heyennegouwena etc. maken cond allen luden dat onse lieve neven here Gheraerdb here van Vornec, burchgrave van Zeellandd, ende Alebrecht zone des heren van Vorne voirs. omme meere ruste ende vrienscappe te hebbene med ons ende med onsen nacomelinghen voir hem ende voir horen nacomelinghen heren van Vorne, burchgraven van Zeelland, bie rade van horen vrienden ende med goeder voirsienicheden alle verboirnisse, alle vervallen, alle beden hoe mense noemd, ende alle nutscappe in wat manieren dat si verscinen moeghen, die heren Gherardef ende Alebrechte voirscreven ende haren nacomelinghen van horen rechte in Zeelland alze van hare burgravescip van Zeellandg toe behoerden, die emmermeer hier naemaels verscinen moeghen, op ghedraghen hebben ende vertheghen ende vrielikeh quijt ghescouden hebben ons ende toite onser behoef ende onser nacomelinghe ewelike te bliven, ende here Gheraerdi ende Alebrechtj voirscreven verteghen ende quite ghescouden hebben voir hem ende voir hore nacomelinghe ons ende onsen nacomelinghen van allen achterstellen ende van allen eyske die si ons gheeysketk hebben jof eysken mochten tote desen daghe toe van horen weghen jof van hore voirvorders die roerden van der burchgravescip van Zeelland, behoudenlic heren Gheraerdel ende Alebrechtem voirseyt ende horen nacomelinghen heren vann Vorne, burchgraven van Zeelland, hare namen van der burchgravesscip van Zeelland ende hore macht recht te hantierne in der burchgravescip voirs. nae der kore van Zeelland; ende soe wat vervalle jof nutscap dat dair of verscinen zal, in wat manieren dat si, dat sal ons ende onsen nacomelinghen allene toe behoren, ende behoudenlic heren Gheraerdeo ende Alebrechtep voirscreven ende horen nacomelinghen, horen mannen in Zeelland die van hem verlient sien, ende hore tienden ende erven in Zeelland die si nu ter wilen besitten jof namels vercrighen moghen, sonder archlist; ende behoudenlic heren Gheraerdq ende Alebrechtr voirs. ende horen nacomelinghen burchgraven van Zeelland hairs rechts van der rechter jaerbedes in Zeelland alse van den zes penninghen Tournoyset sjaers van den ghemete, dair si ende hore nacomelinghe here van Vorne, burchgrave van Zeelland, med horen mannen ende dier uyt verliend sien van hem ane deelen sullen den vierden penninc Beoistersceldu ende den achten pennincv Bewestersceldw. Ende ware dat sake dat wi jof onse nacomelinghe heren Gheraerdsx dienst jof Alebrechtsy voirscreven jof hore nacomelinghen heren van Vorne, burchgraven van Zeelland, begheerden omme onse recht in Zeelland te verwaren jof te te bedriven, dat souden si doen op onsen cost alse weseliken ware. Ende wi bekennen heren Gheraerdez here van Vorne, burchgrave van Zeelland, dat hi die heerscappie van Vorne ende die burchgravescip van Zeelland, ende sine vorvorders beseten hebben van ons ende van onsen vorvorders, vrielike in gheliken rechte ende in den selven alsoe alse onse vorvoirders tote hier toe ghehouden hebben ende wi nu houden; vort bekennen wi heren Gheraerdea' voirs. ende sinen nacomelinghe heren van Vorne, burchgraven van Zeelland, die voirnoemde heerscappie van Vorne in den selven rechte ende in gheliken vrieliken sonder enigherhande wedersegghen tote eweliken daghen van ons ende van onsen nacomelinghen payselike in leene te besittene ende med rusten alst voirscreven es. Vort bekennen wi heren Gheraerdeb' voirs. ende sinen nacomelinghen heren van Vorne, burchgraven van Zeelland, die burchgravescip van Zeellandc' tusken Boirnissed' ende Heydene zeee' van desen daghe voirwards meer ewelike in leene te besitten payselike ende med rusten in den selven rechte ende in den ghelike alst voirscreven es, ende in der manieren van der burchgravescip dat alle vervalle ende alle oirbair die dair of comen mach voirwards meer ons ende onsen nacomelinghen ewelike bliven sullen alsoe alst verclaerset es hier voren in desen selven brieve, ende ons here Gheraerdf' ende Alebrechtg' op ghedraghen hebben ende quite ghescouden ende bi desen overeendraghen van der burchgravescip voirs.; enh' sal die heerscapiei' van Vorne niet gherordj' noch ghemindert wesen, sonder archlist.
Hier over waren onse trouwek' lude ende manne here Jacob bi der ghenade Goids biscop van Zuden, here Jan van Heynegouwenl' here van Byaumontm' onse broder, here Ghizebrechtn' here van Yselsteyneo', here Dieric burchgrave van Leyden, maister Jan van Florencep', here Dieric Bokel, here Hugheman van Zevenberghenq', here Daniel van der Marweder' die jonghe, here Willaem van Naeldwijcs', here Jan van Pollanen, here Florens van Haemstedet', here Jan van der Wateringheu', here Willaemv' van Duvoirdew', ridderen; Jan Persijnx' van Velseny', Jan Persijnz' die oude, Willaema'' van der Wordb'', Mathijs Renghersc'' sone ende Enghebrechtd'' van Voirscotene'', knapen. f'' Ende omme dat wi alle stucken voirscreven vaste ende ghestade houden willen voir ons ende voir onse nacomelinghe, heren Gherardeg'' ende Alebrechteh'' voirs. ende horen nacomelinghen heren van Vorne, burchgrave van Zeelland, zoe hebben wi desen brief open bezegheld med onsen zeghele; ende omme die meere zekerhede zoe hebben wi ghebeden heren Janne van Heynnegouweni'' here van Byaumontj'', onsen broeder vorseyt, dat hik'' desen brief med ons bezeghelen wille. Ende wi Jan van Heynnegouwenl'', here van Biaumontm'', omme bede wille ons lieves heren ende broedersn'' heren Willaemso'' grave van Heynnegouwenp'', van Hollandq'', van Zeelland ende here van Vrieslandr'', ende omme dat wi over alle stucken voirscreven ghewest hebben, zoe hebben wi in kennesse der warides'' desen brief t'' med hem open bezegheld med onsen seghele.
Ghegheven tote Hairlem des sonnendaghes nae sinte Katherinen dach int jaer ons Heren M° CCC° acht ende twintichu''.
v'' Istam litteram reddidit domina de Valkenburch domino comiti, et est cassata in scrinio in Haga.
Per dominum comitem et commune consilium.
- graaf Willem III
- Henegouwen
- heer Gerard heer van Voorne, burggraaf van Zeeland
- Albrecht zoon van heer Gerard heer van Voorne
- Zeeland
- Beoosten Schelde
- Bewesten Schelde
- heerlijkheid Voorne
- Bornisse
- Heidenzee
- heer Jacob bisschop van Zuden
- heer Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, ridder
- heer Gijsbrecht heer van IJsselstein, ridder
- heer Dirk burggraaf van Leiden, ridder
- meester Jan van Florence
- heer Dirk Bokel, ridder
- heer Hugeman van Zevenbergen, ridder
- heer Daniel van der Merwede de jonge, ridder
- heer Willem van Naaldwijk, ridder
- heer Jan van Polanen, ridder
- heer Floris van Haamstede, ridder
- heer Jan van der Wateringe, ridder
- heer Willem van Duivenvoorde, ridder
- Jan Persijn van Velsen, knaap
- Jan Persijn de oude, knaap
- Willem van der Woerd, knaap
- Mathijs Rengersz., knaap
- Engebrecht van Voorschoten, knaap
- Holland
- Friesland
- Haarlem
- vrouwe van Valkenburg
- Den Haag
- neef
- vrede
- vriend
- raad (advies)
- boete
- inkomsten
- bede
- recht
- opdracht
- kwijtschelding
- achterstal
- eis
- aanspraken
- rechtspraak
- keur van Zeeland
- leenman
- leen
- tiende
- erf
- jaarbede
- gemet (landmaat)
- vierde penning
- achtste penning
- dienst
- onkosten
- voorouders
- oorbaar (voordeel)
- getuige
- open brief
- verzoek
- medebezegeling
- sint Catharinadag
- kist
- gemene Raad
- cancelleren