Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Sociƫteit 'Wij zorgen voor elkander'; 1902 naamsverandering naar ''Vereeniging tot het verleenen van genees- en heelkundige hulp en het leveren van geneesmiddelen 'Wij zorgen voor elkander'

Gegegevens

Naam Sociƫteit 'Wij zorgen voor elkander'; 1902 naamsverandering naar ''Vereeniging tot het verleenen van genees- en heelkundige hulp en het leveren van geneesmiddelen 'Wij zorgen voor elkander'
Plaats 's-Gravenhage
Provincie Zuid-Holland
Aard onderling
Datum 1823-1941
Jaar van oprichting 1823
Jaar van opheffing 1941
Bestaansduur > 50 jaar
Ziektekosten ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1823 133
1827 236
1830 233
1837 469
1845 330
1850 578
1860 459
1875 300
1880 266
1890 193
1900 130
1901 160
1925 126
Tekst

Sociëteit `Wij zorgen voor elkander'. 1823-1902 naamswijziging Vereeniging tot het verleenen van genees- en heelkundige hulp en het leveren van geneesmiddelen met dezelfde zinspreuk-1941.

Opgericht: 9 okt. 1823. Onderling.

Opheffing: In 1919 werd besloten het fonds voor uitkering bij overlijden te liquideren, waarbij een bedrag voor rechthebbenden werd gereserveerd. Herhaaldelijk werd opheffing overwogen. Uiteindelijk werd door de algemene ledenvergadering van 3 sept. 1941 besloten het fonds op te heffen, omdat het niet aan de eisen van het Ziekenfondsenbesluit kon voldoen. (De Haan, 111/2). Volgens Van den Abeele werd het al in 1933 opgeheven.

Aard en doelgroep: door en voor ambtenaren en burgerlieden (Van den Abeele, 91).

Reglement: opgezonden 1852, herzien 7 dec. 1847.

Voorzieningen: begrafenisgeld 1827 ƒ200; reglement 1823 (Van den Abeele) begrafenisgeld 5-18 jaar ƒ25; 18-55 jaar ƒ200; medicijnen en arts; volgens het reglement 1847 zij, die vóór 1839 lid waren ƒ200, voor wie later lid is geworden differentiatie naar leeftijd van ƒ200 voor 18-24 jaar met ƒ30 per zes jaar aflopend tot ƒ75 bij 48-55 jaar; voor de kinderen altijd ƒ25; NB dat was volgens enquête 1845 ook al zo. In 1861 uitkering voor nieuwe leden verminderd tot maximaal ƒ125; ±1892 (reglement 1890) id., maar begrafenisgeld voor wie na 1890 lid is geworden van 18-55 jaar aflopend van ƒ90-35; 1919 geen ubo meer.

Leden: 1823 133; 1827 236 en 101 jonger dan 18 jaar; Van den Abeele: 1830 233; 1837 469 (132 mannen, 160 vrouwen en 177 kinderen 5-18 jaar); 1850 578 (162 mannen, 206 vrouwen, 210 kinderen); 1860 459; 1875 300; 1880 266; 1890 193; 1900 130; 1901 ±160; 1925 ±126. Enquête 1845 330, hetgeen ledental, niet zielen is.

Contributie: reglement 1847 boven de 18 jaar ƒ10 per jaar, kinderen ƒ2,50 (1845 idem). Als er minder dan ƒ500 per 100 leden in kas is extra contributie geheven. Kinderen onder de 5 jaar gratis geneeskundige hulp.

Bezit: 1890 ƒ6500.

Beheer: 1845 100 cent reglement, 50 cent administratie. Directeur ontvangt jaarlijks ƒ165.

Bronnen: Armverslag 1827; S. 344, 1823- bestond nog 1903; Gemeenteverslag 1875, 340 en 1880, 372; Begrafenisrapport Nut, 132, 100-500 leden; Ziekenfondsrapport Nut, 188; Fondsenenquête, 230; departementale lijst; NMG-rapport, 484; Verslag Verzekeringskamer 1925, 361, rubr. B; Van leven en schade (NEHA),13.75, 1902 alleen nog medische voorzieningen; archief tot 1941; De Haan.