Schildersbegrafenisfonds 'Tot een goed einde'
Gegegevens |
|||||
---|---|---|---|---|---|
Naam | Schildersbegrafenisfonds 'Tot een goed einde' | ||||
Plaats | Alkmaar | ||||
Provincie | Noord-Holland | ||||
Aard | onderling | ||||
Datum | 1830-1918 (fusie) | ||||
Jaar van oprichting | 1830 | ||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||
Fusiedatum | 1918 | ||||
Fusieresultaat | Groot Noord Hollandsche | ||||
Begrafenisgeld | ja | ||||
Leden |
|
||||
Tekst | Schildersbegrafenisfonds `Tot een goed einde'. 1830-1918 opgelost in Groot Noord-Hollandsche Onderlinge Leden: ±1890 1-5000; 1908 7430 Bijzonderheden: 3 van de bestuursleden waren tevens administrateur van het voormalige schildersgilde. Volgens Bruinvis, Gilden, 78, bleek het gilde in 1840 geen bezit meer te hebben en werd de rekening geliquideerd. Toch benoemde B&W in jan. 1849 op verzoek van het bestuur van het schildersbegrafenisfonds drie personen `tot het beheer (....) der twee doodskleeden'. Voorzieningen: ±1892 begrafenisgeld 8 klassen ƒ12-50. Bezit: 1908 ƒ30.554 hetgeen neerkomt op een reserve van slechts ƒ4,11 per lid, wat volgens Verzekeringsbode veruit onvoldoende is. Bestuur: 1852 P. Wigtman; D. Luit; D. Boot; J. Nierop; P. van Heerden; J. Banning; H. Stoel (1e toeziener); A.H. Sprenkeling (2e toeziener en bode). Bijzonderheden: Verzekeringsbode geeft nieuwe leden (875) en royementscijfers voor 1908: 405, maar hierin zitten ook de kinderen, die van de kinderkas overgaan naar zelfstandig lidmaatschap (166) én het aantal overledenen (85). Als dit algemene praktijk was komen de hoge royementscijfers van begrafenisfondsen in een ander licht te staan. Bronnen: Jaarboekje Alkmaar, 1852. Fondsenenquête, 92; Begrafenisrapport Nut, 4, idem; departementale lijst; Bruinvis, Alkmaarsche bedrijfs- en ambachtsgilden; S 800, maar ±1870-1918 opgelost in Groot Noord-Hollandsche, wat ook vermeld wordt in Verzekeringsbode, 39 (1919/20) 30; Idem 28 (1908/9), 177. |