© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Ileen Montijn, Borch van Verwolde, Françoise Willemina Maria barones van der, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/BorchvanVerwolde [14/12/2015]
BORCH VAN VERWOLDE, Françoise Willemina Maria barones van der (geb. Almen 3-1-1887 – gest. Almen 1-7-1975), medeoprichtster Jonge Vrouwen Gilde en erfgename collectie Bonger. Dochter van Allard Philip Reinier Carel baron van der Borch van Verwolde (1842-1919), politicus en burgemeester, en Paulina Adriana Jacoba barones van Zuijlen van Nijevelt (1846-1926). Françoise van der Borch van Verwolde trouwde op 9-4-1934 in Rome met Andries Bonger (1861-1936), assuradeur en kunstverzamelaar. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Françoise van der Borch was de op één na jongste in een groot gezin, met vier kinderen uit het eerste huwelijk van haar vader en vier uit het tweede. Toen zij drie jaar was, erfde haar vader Huis Verwolde in Laren (Gld.). Daar werden de kinderen opgevoed door gouvernantes, in het Frans, en in een orthodox-protestantse geest. Vader Van der Borch was burgemeester van Gorssel, bevriend met Abraham Kuyper en vanaf 1884 Tweede Kamerlid voor de ARP. Het gezin leefde met de seizoenen, dicht bij huis. ‘Ik kende niets heerlijkers dan in de [dak]goot te zitten lezen, mijn rug tegen het door de zon verwarmde dak en de benen buitenboord,’ schreef zij later in haar jeugdherinneringen (Herinneringen, 28).
Jonge Vrouwen Gilde
Vanaf 1904 verbleef Françoise twee jaar in het Zwitserse meisjespensionaat Les Marguérites in Genève, waar leerlingen uit heel Europa een veelzijdig lesprogramma kregen. Ze leerde er over de grote filosofen, maar ook over bijbelse ethiek, kunstgeschiedenis en Franse literatuur: een schat aan kennis die bij Françoise in vruchtbare aarde viel. Maar toen zij in 1905 terugkwam, vond haar vader dat zij genoeg had gestudeerd. Van een academische studie kon geen sprake zijn, laat staan van ongetrouwd het ouderlijk huis verlaten.
Françoise van der Borch schikte zich en bleef op Verwolde. Zij was niet de enige jonge vrouw in haar kringen die door strenge conventies en een afgelegen woonplaats werd belemmerd in haar ontplooiïng. Samen met vriendinnen, onder wie verscheidene ex-‘Marguérites’, richtte zij in 1909 een vereniging op die hun een zinvolle tijdsbesteding en enige bewegingsvrijheid zou verschaffen: het Jonge Vrouwen Gilde (JVG). Het doel was, ‘de jonge vrouw uit de hogere kringen te ontwikkelen op geestelijk, verstandelijk en maatschappelijk gebied’. Het protestantse JVG betekende een enorme stap voor jonge vrouwen voor wie de prille vrouwenbeweging te radicaal en sociaal te gemêleerd was om zich mee in te laten. Eregast bij de oprichting was Frank Thomas, een evangelieprediker uit Genève die verbonden was aan het pensionaat, en voor wie ook koningin Wilhelmina grote bewondering had.
Françoise van der Borch schreef religieus-bespiegelende artikelen in het Gildeblad en organiseerde thuis een zondagschool voor de dorpskinderen – haar leven lang zou ze veel liefde en belangstelling voor kinderen hebben. Het JVG organiseerde ook studiebijeenkomsten, zomerconferenties, en zelfs vakantieweken voor werkende vrouwen, lees: dienstboden en kantoorjuffrouwen. Dit laatste tot ontzetting van de ouders van de JVG-leden.
Direct na de dood van haar vader in 1919 ging Françoise van der Borch, 33 jaar oud, studeren in Amsterdam. Ze reisde per trein op en neer, maar huurde ook een kamer bij de schilderes Marie van Regteren Altena, met wie ze bevriend raakte. Na staatsexamens mo Frans en Latijn haalde zij in 1925 met hoge cijfers haar doctoraal Franse letterkunde aan de toenmalige Gemeente Universiteit.
Parijs
Toen ook haar moeder in 1926 was overleden, verhuisde Françoise van der Borch naar Parijs. Aan het Collège de France volgde ze colleges bij de literatuurhistoricus Abel Lefranc, bekend om zijn theorieën over de identiteit van William Shakespeare. In Parijs kwam ze in 1928 in contact met de kunstverzamelaar en assuradeur Andries Bonger, een goede vriend van Theo van Gogh (broer van Vincent), die in 1889 was getrouwd met Bongers zuster Johanna. In 1931, drie jaar na de dood van diens vrouw, trouwden Bonger en Van der Borch in Rome, waar zij in de Vaticaanse archieven een proefschrift voorbereidde over de Franse humanist Jacques Amyot. Bonger was 73, zij 47 – hun beider families waren om verschillende redenen niet erg te spreken over het huwelijk.
Françoise van der Borch staakte haar eigen onderzoek en ging zich verdiepen in de kunstcollectie in Bongers huis aan de Gabriël Metsustraat in Amsterdam. Bonger was omstreeks 1900 een groot pleitbezorger geweest van de symbolist Odilon Redon; zijn werk maakte het leeuwendeel uit van de collectie, naast dat van Emile Bernard. Begin 1936 (nog geen twee jaar na hun trouwen) overleed Bonger aan de gevolgen van een val. Zijn huis, schilderijen en bibliotheek vielen toe aan Van der Borch, op enkele werken na die naar zijn familie en naar het Rijksmuseum gingen. Zij stelde nu de collectie officieel ter bezichtiging open voor bezoekers. In de oorlog bracht ze met hulp van het Rijksmuseum de schilderijen onder op een veilige plaats. Omdat de bezetter het huis in Amsterdam vorderde, ging zij zelf wonen in ’s-Graveland.
Collectie Bonger
In 1946 betrok Françoise van der Borch het huis Groot Have aan de Berkel in Almen, waar zij tot het eind van haar leven heeft gewoond met de kunstenares Suze van Oyen. Zij gaf cursussen Franse literatuur, hield lezingen en ontving kunstliefhebbers uit binnen- en buitenland. Haar inspanningen om bij Nederlandse museumdirecties belangstelling te wekken voor de symbolisten Redon en Bernard hadden aanvankelijk weinig succes. In 1957 was er voor het eerst een Odilon Redon-tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag; Van der Borch schreef een inleiding bij de catalogus. Bongers archief vertrouwde zij toe aan het Rijksmuseum. In 1972 vond daar, actief door haar ondersteund, de tentoonstelling plaats André Bonger en zijn kunstenaarsvrienden: Redon, Bernard, Van Gogh.
In 1975 overleed Françoise Bonger, 88 jaar oud. In de loop der jaren had zij enkele werken verkocht, en bij haar dood liet ze er nog een aantal na aan Nederlandse musea. Het grootste deel van de verzameling erfde de zoon van haar zuster, Samuel Crommelin, met wie zij sinds zijn kindertijd een speciale band had gehad. In 1996 kocht de Nederlandse staat de collectie, 107 objecten in totaal, ten behoeve van het Van Goghmuseum.
Betekenis
Françoise Bonger-van der Borch van Verwolde, opgevoed in een milieu dat haar nauwelijks kansen voor ontplooiing bood, heeft haar ambities weten te verwerkelijken in een leven van culturele en intellectuele dienstbaarheid. Het mede door haar gestichte Jonge Vrouwen Gilde heeft binnen een beperkte kring veel betekend voor de sociale en geestelijke vorming van vrouwen. Als hoedster van de collectie-Bonger heeft Van der Borch veel gedaan om deze belangrijke kunstschat te bewaren en toegankelijk te houden.
Naslagwerken
Nederland’s Adelsboek.
Archivalia
Gelders Archief, Arnhem: archiefnummer 0556, Huis Verwolde.
Publicaties
- Herinneringen aan Verwolde en zijn bewoners in de tijd van mijn jeugd (Alphen a/d Rijn 2006) [postuum gepubliceerd].
- ‘Andries Bonger (Amsterdam 20 mei 1861-Amsterdam 20 jan. 1936)’, Levensbericht. Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden (1936-1937) 112-122. [URL: www.dbnl.org]
- ‘Odilon Redon in Nederland/Odilon Redon aux Pays-Bas’, in: Odilon Redon (tentoonstellingscatalogus Gemeentemuseum Den Haag; z.p. 1957).
Literatuur
- W. Asjes-Tydeman e.a., Het Jonge Vrouwen Gilde 1909-2009. 100 Jaar kennis, verantwoordelijkheid en offer (Nieuwegein 2009).
- Fred Leeman, Odilon Redon en Emile Bernard. Meesterwerken uit de collectie van Andries Bonger (tentoonstellingscatalogus Van Gogh Museum; z.p. 2009).
Illustratie
Françoise Bonger-van der Borch van Verwolde, door onbekende fotograaf, ongedateerd (particuliere collectie).
Auteur: Ileen Montijn (met dank aan M.M. Crommelin-Huyssen van Kattendijke en Jannette Grotenbreg, Gelders Archief)
laatst gewijzigd: 14/12/2015
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.