Bos, Annie (1886-1975)

 
English | Nederlands

BOS, Johanna (geb. Amsterdam 10-12-1886 – gest. Leiden 3-8-1975), eerste filmdiva van Nederland. Dochter van Gerard Jan Bos (1860-1923?), kunstschilder, en Aletta Gertruda Maria Halberstadt (1858-1924). Annie Bos trouwde op 20-10-1926 in Den Haag met Cornelis Loeff (1875-na 1942), jurist. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Na haar toneelopleiding en eerste optredens in Antwerpen maakte Annie Bos haar Nederlandse toneeldebuut in februari 1909. Tot oktober 1912 speelde zij kleine rollen bij de broers Van Lier en daarna bij het gezelschap van Prot. Grote rollen gingen naar de vaste hoofdrolspeelsters, zelfs als ze daar te oud voor waren. Zo werkte de hiërarchie in de toneelwereld nu eenmaal. In een terugblik vertelde Annie Bos dat ze van de directeur van het gezelschap ooit het advies had gekregen zich door een oudere vereerder te laten onderhouden als ze meer geld nodig had (Van Gelder). Aan het toneel zou het dus nog lang duren voor ze verder zou komen. De kans die Maurits Binger van Filmfabriek Hollandia haar nog dat jaar bood om in een film op te treden, greep ze met beide handen aan. Getroffen door haar mimisch talent vroeg Binger haar voor de hoofdrol in zijn zwijgende film De levende ladder (1913): een meisje dat uit een brandend huis werd gered.

Bij Filmfabriek Hollandia maakte Annie Bos naam met haar grote en kleine rollen in boeren- en vissersdrama’s, die in het buitenland als typisch Hollands werden ontvangen. Haar optreden in Liefde waakt (1914) leverde haar de later gretig geciteerde bijnaam ‘de Hollandse Asta Nielsen’ op. Ze speelde later onder regie van Binger in verfilmingen van Nederlandse romans en toneelstukken zoals Majoor Frans (1916). Daarin vertolkte ze met groot succes de vrijgevochten heldin uit de roman van Bosboom-Toussaint. In Het Geheim van Delft (1917) maakte ze als stuntvrouw een luchtreis, vastgebonden aan de wiek van een veertig meter hoge molen. In de eerste verfilming van Op Hoop van Zegen (1918) speelde ze een ingetogen Jo naast Esther de Boer-van Rijk als Kniertje, maar ze was een verrassend sensuele Carmen in Een Carmen van het Noorden (1919), naar de roman van Merimée. De kroon op haar filmcarrière was de gouden medaille die ze in september 1920 kreeg tijdens de Internationale Kino-Tentoonstelling in Amsterdam met de inscriptie: ‘Hollands Beroemdste Filmactrice’.

Na dit eerbetoon raakte de acteursloopbaan van Annie Bos in een impasse. Binger was in november 1919 een samenwerking met een Engelse filmverhuurmaatschappij aangegaan. Onder druk van Engelse zijde verdwenen Nederlandse spelers zoals Bos naar de achtergrond. In oktober 1920 verbrak ze haar verbintenis met Hollandia toen ze vanuit Amerika een contract kreeg aangeboden omdat haar Carmenvertolking daar goed was ontvangen. Maar toen ze in april 1921 in New York aankwam, bleek het filmagentschap inmiddels opgeheven. Als ‘Anna Boas’ kreeg ze nog een rolletje, maar weldra keerde ze ontgoocheld terug naar Europa.

Terug in Nederland trof Annie Bos de Nederlandse filmindustrie in een desolate toestand aan: Binger was gestorven en zijn Hollandia failliet. Naast de wankele Dutch Film Company was er alleen Actueel-Film van oud-Hollandiamedewerker Alex Benno. Bos probeerde nog voet aan de grond te krijgen in de Duitse filmindustrie, maar kwam tenslotte uit bij Benno, die haar de titelrol gaf in zijn verfilming van het volksstuk Mooi Juultje van Volendam. Het was haar laatste film. In november 1924 stond ze nog eenmaal op de planken in Madame Dubarry. Op 10 oktober 1926 – op bijna veertigjarige leeftijd – trouwde ze met de elf jaar oudere rentenier Cornelis Loeff en trok ze zich uit de artiestenwereld terug. Het paar woonde in 1942 in Voorhout. Annie Bos overleed op 3 augustus 1975 in Leiden, in de leeftijd van 88 jaar. Geen krant die aandacht schonk aan de dood van de ooit zo beroemde filmdiva.

Van de ruim 47 films waarin Annie Bos speelde, zijn 3 lange films en enkele korte films en fragmenten bewaard gebleven. Volgens Peter Delpeut (1997) was ze de enige Nederlandse actrice van haar tijd die met haar aanwezigheid ‘boven het draaiboek en het verhaal uitsteeg en daarmee een filmster werd’. Ze ‘vermenselijkte en individualiseerde haar personages’ met een knappe, soms maniëristische lichaamstaal die ze had afgekeken van Italiaanse filmdiva’s als Lyda Borelli en Pina Menichelli. Toch kwam ze met haar ‘Nederlandse frisheid’ veel menselijker over dan haar Italiaanse collega’s. Zelf zei Annie Bos over haar vak: ‘Als ’t eenmaal op het doek staat, is er niets meer aan te veranderen. Dat is het grote verschil met het toneel, waar je jezelf kunt voornemen, ’t een volgende avond beter te doen.’ Haar uitspraak is misschien tekenend voor het moordende tempo waarin de ‘Filmfabriek’ Hollandia werkte (Bishoff, 72, 78). In 2006 bracht de actrice Willeke van Ammelrooy haar op het toneel tot leven in haar theatermonoloog Toen 't licht verdween.

Naslagwerken

BWN.

Rollen

Opsomming van haar filmrollen in haar lemma in de Internet Movie Database.

Literatuur

  • Nederland’s Patriciaat 28 (1942) 164.
  • M.H. Binger, Beschouwingen en herinneringen , De Filmwereld 1 (1918) nrs. 47, 48, 51 en 2 (1919) nr. 3 [herdrukt in Skrien (1971) nrs. 23, 24, 25 en 26/27].
  • Simon van Collem, Uit de oude draaidoos (Amsterdam z.j. [1959]).
  • Geoffrey N. Donaldson, De Nederlandse zwijgende films en de Nederlandse “filmhistorici”, Skrien (1970) nr. 15.
  • Geoffrey N. Donaldson, De Hollandsche filmdiva Annie Bos, Skrien (1978) nr. 76/77, 40-46.
  • Ruud Bishoff, ‘De zwijgende speelfilm’, in: Karel Dibbets en Frank van der Maden red., Geschiedenis van de Nederlandse film en bioscoop tot 1940 (Houten 1986; tweede druk) 67-88.
  • Henk van Gelder, ‘Een afkeer van appelflauwtes. Het raffinement van Annie Bos, Nederlands eerste filmdiva’, NRC , 15-9-1995.
  • Peter Delpeut, ‘Annie Bos’, in: Geoffrey N. Donaldson, Of Joy and Sorrow: A Filmography of Dutch Silent Fiction (Amsterdam 1997) 28-31. 

Illustratie

Annie Bos in Een Carmen van het Noorden, 1919 (Collectie EYE Filmmuseum, Amsterdam).

Auteur: Redactie (dit lemma is o.a. gebaseerd op het BWN-lemma van G.N. Donaldson)

laatst gewijzigd: 30/05/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.