Culp, Bertha Julia (1884-1958)

 
English | Nederlands

CULP, Bertha Julia (geb. Groningen 23-7-1884 gest. Amsterdam 14-6-1958), pianiste. Dochter van Baruch Culp (1848-1933), musicus en ondernemer, en Sara Cohen (1852-1936). Beppie Culp trouwde op 25-11-1908 in Groningen met Reintjo Rijkens (1868-1938), arts. Uit dit huwelijk werd 1 zoon geboren.

Bertha (Betsy of Beppie) Culp groeide met haar drie jaar oudere zus Julia (Juultje) op in de stad Groningen, in een grote joodse familie van musici. Haar vader vulde zijn salaris als orkestmusicus aan met het dirigeren van amateurgezelschappen, kostuumverhuur en de verkoop van bladmuziek. Dankzij hun moeder (‘mempie’) kregen Beppie en Juultje naast viool- en pianolessen een goede schoolopleiding. In hun jeugd speelden ze veel samen, maar dat hield op toen Juultje naar het Amsterdamse conservatorium ging. In 1903 trok Beppie in bij haar zus, die zich inmiddels als zangeres in Berlijn had gevestigd. Ze kookte voor haar, repeteerde met haar en trad met haar op aan het Duitse keizerlijke hof. Toen haar zus in 1905 trouwde met een rijke Duitse aannemer, trad Beppie Culp korte tijd met Nederlandse musici op in New York. In 1906 was ze terug in Berlijn en repeteerde ze weer met Julia. In 1908 keerde ze terug naar Groningen om te trouwen met de arts Rein Rijkens, een niet-joodse koopmanszoon die zestien jaar ouder was.

De Wolkenkrabber

Vanwege het werk van haar man ging Beppie Rijkens-Culp in Amsterdam wonen. Daar werd in 1913 zoon Rein junior geboren. Sindsdien was ze voornamelijk huisvrouw, maar ze gaf ook piano- en zanglessen, deed optredens en maakte plaatopnamen. Kort na 1915 vestigde Rijkens zich als huisarts in de Jacob Obrechtstraat. Hij had onder anderen de kunstschilder Jan Sluijters in zijn patiëntenbestand, diens echtgenote nam pianolessen bij Rijkens-Culp en hijzelf schilderde omstreeks 1925 haar portret. Tot de naaste vrienden van het echtpaar Rijkens-Culp behoorde de toneelschrijver Herman Heijermans. Toen hij in 1920 bijna failliet was, zamelde Beppie Rijkens-Culp geld voor hem in. Ze onderhield veel contact met haar inmiddels beroemde zus in Duitsland en trad af en toe met haar op in Amsterdam.

In 1933 stopte Rijkens met zijn artsenpraktijk en verhuisde het echtpaar naar een benedenhuis aan het Valeriusterras. Intussen beelf Beppie Rijkens-Culp maatschappelijk actief. Zo nam ze in 1936 zitting in het bestuur van het net opgerichte Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV, tegenwoordig Atria). Haar echtgenoot Rein Rijkens overleed in oktober 1938. Nog diezelfde maand trok zus Julia bij haar in – ze was gevlucht uit nazi-Duitsland. Samen verhuisden ze in 1939 naar de Herengracht en in februari 1940 naar de vijfde verdieping van de ‘Wolkenkrabber’ aan het Daniël Willinkplein (nu: Victorieplein). In 1942 kregen de zusters Culp valse persoonsbewijzen via de Amsterdamse familie Schöffer; Beppie op naam van ‘Bep Coenen’. In september doken ze onder, maar in november 1943 wist de inmiddels 59-jarige Beppie Culp vrijstelling van vervolging te regelen. Ze hoefde geen jodenster te dragen en zou niet worden gedeporteerd. Nadat ook Julia in juni 1944 was vrijgesteld, konden de zusters weer hun flat betrekken. Beppies zoon had gezorgd dat de huur was doorbetaald.

Beppie Rijkens-Culp en haar zuster overleefden de oorlog. Dagelijks bleven zij musiceren in hun woning in de Wolkenkrabber, waar ook nieuw talent en toehoorders welkom waren. Zo kregen ze in 1948 bezoek van de Duits-Amerikaanse schrijver Klaus Mann. In zijn zakagenda noteerde hij: ‘bezocht […] Julia Kulp (beroemde oude zangeres) en Peppy Reintel (?). Nogal knus damesgesprek’ (dagboeken Klaus Mann, 27-9-1948). In juni 1958 overleed Beppie Rijkens-Culp op 73-jarige leeftijd aan een gezwelziekte. Ze is gecremeerd in Velsen.

In de schaduw van Julia

De Amerikaanse journalist Theodore Reiser, die in 1911 het echtpaar Rijkens-Culp bezocht om een brief van Julia te brengen, beschreef ‘madame Rijkens-Culp’ later als een intelligente en belezen vrouw (Dreiser, 711-740). Hoewel de wereldberoemde Julia in de pers herhaaldelijk liet weten dat niemand haar als begeleidster zo goed aanvoelde als haar eigen zus, werd Beppie als pianiste nooit een bekendheid. Haar moeder vond dat onterecht. Na een optreden van haar dochters in het Concertgebouw in 1930 werd ze bedolven onder de complimenten voor Julia. ‘Mempie’ Culp reageerde geëmotioneerd: ‘En Beppie dan? […] Zonder Beppie had Julia nooit zó mooi kunnen zingen!’ Overigens was Julia’s vaste concertbegeleider de pianist Coenraad Bos (Hofman, 25, 43).

Archivalia

  • Groninger Archieven: archief Nieuwsblad van het Noorden.
  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: collectie persoonskaarten.
  • Münchner Stadtbibliothek: dagboeken Klaus Mann [http://monacensia-dev.visuallibrary.de].

Opnamen

  • Met Julia Culp en Paul Reimers, Amsterdam, winter 1907-1908: 14 liederen van Brahms en Schumann (o.a. opus 42, Frauenliebe und -leben), Odeon xA 885 t/m xA886, xA888 t/m xA892b.
  • Met Jo Vincent en Louis van Tulder, z.p.z.j.: 2 liederen van Schumann en Catharina van Rennes, in CD-box Het puik van zoete kelen, honderd jaar Nederlandse zangkunst (Philips 464385-2).

Literatuur

  • Jo van Ammers-Küller, Twaalf interessante vrouwen, korte biografieën, geschreven na persoonlijke kennismaking (Amsterdam 1933).
  • Gooi- en Eemlander, 9-4-1936 [over IAV-bestuur].
  • Hans Goedkoop, Geluk, het leven van Herman Heijermans (Amsterdam 1996).
  • Beno Hofman, Julia Culp, wereldberoemde Groninger zangeres (Groningen 2000).
  • Theodore Dreiser (ed. Renate von Bardeleben), A traveler at forty (Chicago 2004).

Illustratie

Beppie Rijkens-Culp met haar zoon in 1917. Foto: Studio Merkelbach (Stadsarchief Amsterdam).

Auteur: Kees Kuiken

laatst gewijzigd: 08/09/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.