Elbertsen, Geurtje (1927-2005)

 
English | Nederlands

ELBERTSEN, Geurtje, vooral bekend als Gertie Evenhuis (geb. Onstwedde 4-3-1927 – gest. Amsterdam 19-8-2005), kinderboekenschrijfster. Dochter van Gerrit Elbertsen (1895-1960), maatschappelijk werker, en Wilhelmine Henriëtte Boermann (1901-1986). Gertie Elbertsen trouwde op 31-12-1953 in Groningen met Willem Sape Evenhuis (1924-2011), predikant. Uit dit huwelijk, dat na ca. 30 jaar eindigde in een scheiding, werden 1 dochter en 3 zoons geboren.

Gertie (Geurtje) Elbertsen werd geboren als tweede van vier kinderen. Haar jeugdjaren woonde ze in de provincie Groningen, waar ze de lagere school en (tijdens de oorlog) de hbs doorliep. Naar eigen zeggen had ze ‘de pest aan spelletjes rondom de tafel’ – liever zat ze eronder, met tekenpen of leesgerei (Evenhuis, Zonnige dagen, 7). Gertie wilde illustratrice worden en ging naar de Kunstnijverheidsschool in Amsterdam omdat de opleiding in Groningen vol zat. Na twee jaar stapte ze over naar de hervormde kweekschool in Amsterdam. Daarna gaf ze les op een school in Drenthe en behaalde ze in Den Haag de mo-akte Nederlands.

Debuut

In 1952 verbleef Gertie Elbertsen een jaar in christelijk studiecentrum Lee Abbey (Engeland). Een jaar later trouwde ze met de theoloog Wim Evenhuis, die zij in Groningen had leren kennen. Het echtpaar verhuisde naar Den Haag, waar Wim werkte als vicaris. Gertie Evenhuis gaf er les aan de christelijke huishoudschool tot haar man in 1955 predikant werd van de hervormde gemeente in Biervliet (Zeeuws-Vlaanderen). Zij was zwanger toen ze de oude pastorie betrokken en datzelfde jaar werd dochter Alma geboren; later volgden drie zoons: Arend (1956-2009), Rudolf (1958/9) en Michaël (1962).

Als predikantsvrouw leidde Gertie Evenhuis een vrouwengroep. In de avonduren schreef ze kinderboeken, met als debuut Avontuur aan de grens (1958), een smokkelverhaal dat zich afspeelt op de grens tussen Zeeuws-Vlaanderen en België. Haar directe omgeving bleef haar inspireren: over de afsluiting van het Veerse Gat gaat Verdreven vloot (1962), en tussen 1964 en 1980 schreef ze drie verhalen over Schellebelle (Oost-Vlaanderen), in 1985 gebundeld in Wij in Schellebelle. In Verdreven vloot, in 1967 door de KRO tot hoorspel bewerkt, en in de Schellebelle-boeken werkt Evenhuis haar thema uit van jonge personages die gebukt gaan onder de macht van volwassenen en bewijzen dat ze geen kind meer zijn. Vaak gaat Evenhuis’ werk over de oplossing van conflicten. In lezingen en interviews pleitte ze voor een volwassen behandeling van kinderen; ze had een hekel aan bemoeizuchtige pedagogen en bibliothecarissen.

Met haar eerste boek over de Tweede Wereldoorlog, Wij waren er ook bij (1962), reageerde Gertie Evenhuis op een prijsvraag van de Stichting Ex-Politieke Gevangenen. Ze gebruikte hiervoor haar eigen oorlogsdagboek en dat van haar man. Naar aanleiding van vraaggesprekken met familieleden van haar vader uit Putten, waar in 1944 de beruchte razzia plaatsvond, schreef Evenhuis ook De vaders en de broers van Putten (1965).

Amsterdam

In 1966 verhuisde het echtpaar Evenhuis naar Amsterdam omdat Wim studentenpredikant werd in de hervormde gemeente Amsterdam-Sloten. Ze gingen wonen in de Lomanstraat (nr. 81/hs) in Zuid. Opnieuw gebruikte Evenhuis haar eigen woonomgeving als decor voor haar verhalen, zoals in Er kan nog van alles gebeuren (1966), waarin de zeventienjarige Barbara op kamers gaat in Amsterdam en verliefd wordt op een oudere, getrouwde man. De hoofdpersoon van haar derde boek over de Tweede Wereldoorlog, Waarom ik niet (1970), liet Evenhuis zelfs in de Lomanstraat wonen. Over oorlogsboeken zei Evenhuis: ‘Als een kind na lezing […] uitroept: was ik daar maar bij geweest! Dan zit je als schrijver fout’ (Van den Hoven, 71). Ze liet hoofdpersonen in haar oorlogsboeken (in 1982 gebundeld in Blijf van mijn fiets af) nadenken over hun eigen verantwoordelijkheid en was daarmee vernieuwend. Voor de Kinderboekenweek van 1978 schreef Evenhuis het geschenk de tram is geel het gras is groen.

Naast het werk aan eigen boeken vertaalde Gertie Evenhuis tussen 1958 en 1976 ook romans en kinderboeken uit voornamelijk het Duits en Engels. Ze maakte hoorspelen en televisiebewerkingen van romans en schreef in de jaren zestig en zeventig over jeugdliteratuur voor tijdschriften als Hervormd Nederland en De Vrouw en Haar Huis. In Trouw had zij vanaf halverwege de jaren zeventig een tweewekelijkse kinderboekenrubriek. Tussen 1971 en 1975 zat zij viermaal in de jury van de Nienke van Hichtumprijs. Ook doceerde Evenhuis vanaf 1972 jeugdliteratuur aan de School voor Taal en Letterkunde in Den Haag. In 1976 verscheen Evenhuis’ eerste verhalenbundel voor volwassenen, Ach ga weg, in 1978 gevolgd door Zonnige dagen of niet soms.

Het huwelijk van Gertie Evenhuis liep in de jaren tachtig stuk. Zij bleef in de Lomanstraat wonen en behield de achternaam Evenhuis. Tijdens de reizen die ze in de jaren zeventig en tachtig maakte, deed zij onderzoek voor haar jeugdboeken. Dat resulteerde onder meer in een boek over Nicaragua, Midden in de nacht in Managalpa (1990). Haar laatste boek, Geef mij maar een kameeltje (1996), speelt in het Midden-Oosten. Hierna werd het stil rondom Gertie Evenhuis.

Op 19 augustus 2005 overleed Gertie Evenhuis op 78-jarige leeftijd aan een hartaanval. Ze werd op 26 augustus begraven op Zorgvlied aan de Amsteldijk te Amsterdam.

Ontvangst

Gertie Evenhuis werd vooral bekend als jeugdliteratuurschrijfster: haar boeken voor volwassenen kregen weinig tot geen aandacht. Voor Wij waren er ook bij ontving zij in 1964 de eerste Nienke van Hichtumprijs van de Jan Campertstichting. Recensenten waren goed te spreken over haar in Zeeland gesitueerde boeken en oorlogsverhalen. Ook haar twee bewerkingen van Bijbelverhalen – Dromen van vrede (1971) en Koning gezocht (1973) kregen lof toegezwaaid. In 1974 ontving Evenhuis een Zilveren Griffel voor Stefan en Stefan, dat zich afspeelt in Roemenië, en in 1981 de Landbouwprijs van het Koninklijk Nederlands Landbouwcomité voor de Schellebelle-serie. Veel van haar jeugdboeken verschenen als luisterboek en enkele ervan zijn vertaald in het Duits, Engels en Zweeds.

Naslagwerken

Lexicon jeugdliteratuur.

Archivalia

  • Letterkundig Museum, Den Haag: correspondentie, o.a. met haar uitgevers (G.A. van Oorschot, Th. W. Rap, Em. Querido’s Uitgeverij) en niet nader gecatalogiseerde archivalia.
  • NIOD, Amsterdam: knipselcollectie Gertie Evenhuis, KB I 2102.
  • Universiteit van Amsterdam: brief 23-1-1970 van Gertie Evenhuis aan De Vrouw en Haar Huis.
  • Zeeuwse Bibliotheek, Middelburg: brieven van Gertie Evenhuis aan Hans Warren.

Publicaties/werken

Selectie, behalve in tekst genoemde:

Jeugdboeken:

  • Erik en Anke-serie (Den Haag 1967-1968).
  • Draaiorgel vermist (Amsterdam 1969).
  • Verstekeling in de Sinaï (Amsterdam 1971).
  • Hendrik Papiertje en de Jongen van Nix (Utrecht 1975).
  • Ik huil hartstikke vaak (Amsterdam 1985).
  • Papegaaitje leef je nog? (Amsterdam 1989).
  • Papegaaitje, praat je nog? (Amsterdam 1991).

Overig:

  • Draaiorgel vermist (Hilversum 1970) [hoorspel].
  • Boerin in Frankrijk (NCRV 1973-1974) [televisiebewerking van het gelijknamige boek van Wil den Hollander-Bronder].
  • Pantoffels en pistolen (VARA 1979) [hoorspel over het leven van Mina Kruseman].

Literatuur

  • K. Stapper, Gertie Evenhuis (Den Haag 1972).
  • Myrle Tjoeng, ‘Een kind mag best iets opsteken uit boeken als-ie het dan maar niet merkt’, Literama 10 (1975-1976) 594-598.
  • Peter van den Hoven, ‘Niets van het kind dat ik was is mij vreemd’, Bzzlletin 7 (1978-1979) 68-76.
  • Wilma van der Pennen, ‘In memoriam Gertie Evenhuis’, Literatuur Zonder Leeftijd 19 (2005) 147.
  • Marjan Schuddeboom, ‘Gertie Evenhuis-Ebertsen, een vrouw in de luwte’, in: Idem, Bekend en onbekend. Een aantal biografieën van bekende en onbekende auteurs van jeugdboeken (Woerden 2007) 72-76.

Illustratie

Gertie Evenhuis met burgemeester Kolfschoten tijdens de uitreiking van de Nienke van Hichtumprijs, door Joop van Bilsen/Anefo 1964 (Nationaal Archief).

Auteur: Elizabeth Kooman

laatst gewijzigd: 14/07/2016

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.