© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Janneke Martens, Meijers, Klara Mimi, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Meijers [26/06/2017]
MEIJERS, Klara Mimi (geb. Amsterdam 27-8-1885 – gest. Bentveld 13-10-1964), bankdirectrice, feministe, schrijfster. Dochter van Isidor Meijers (1838-na 1885), arts, en Julie Wolff (1847-1933). Klara Meijers bleef ongehuwd.
Klara (later Clara) Meijers werd in 1885 geboren als vijfde kind en enige dochter in een Joods artsengezin in Amsterdam. Clara had gevoel voor taal en na de hbs koos ze daarom voor een studie middelbaar Frans. Op negentienjarige leeftijd werkte ze al als lerares Frans in het lager middelbaar onderwijs in Den Haag, maar het werk beviel haar niet en daarom solliciteerde ze rond 1905 naar de functie van stenotypiste bij een houtzaak in Amsterdam. Toen deze na korte tijd failliet ging, vond ze werk als secretaresse bij de Amsterdamsche Bank. Het bankwezen interesseerde haar en ze kon het goed vinden met haar chef en met de hoofdboekhouder, van wie ze veel leerde. In 1909 was Meijers haar functie ontgroeid en vond ze werk bij de bankiersfirma Huydecoper & Van Dielen in Utrecht. Toen haar directeur daar in 1911 overstapte naar Robaver in Amsterdam, vroeg hij haar om als directiesecretaresse voor hem te komen werken.
Vrouwenbank
Rond 1910 raakte Clara Meijers betrokken bij de vrouwenbeweging. Ze was bevriend met Mia Boissevain en Rosa Manus, die in 1913 de tentoonstelling ‘De vrouw 1813-1913’ organiseerden. Zelf werd ze in 1913 lid van de Bond voor Vrouwenkiesrecht. Meijers stelde de organisatrices van de tentoonstelling voor om ook aandacht te besteden aan het bank- en kantoorwezen omdat hierin veel vrouwen werkzaam waren, en werd aangesteld als presidente van de commissie van deze sector. Op de tentoonstelling werd geen aandacht besteed aan de speciale ‘vrouwenbank’ die sinds 1910 in Berlijn bestond, maar voor Meijers was dit wel een lichtend voorbeeld, want ze had gemerkt dat bestaande banken vaak weigerden een lening te verstrekken aan vrouwen die een eigen zaak wilden oprichten en mannelijke bankmedewerkers niet erg genegen waren om werkende vrouwen te helpen bij het regelen van hun financiële zaken. Ze hoopte dat inkomsten van de tentoonstelling als startkapitaal voor een Nederlandse vrouwenbank konden dienen, maar haar plan kon geen doorgang vinden: de investeerders moesten terugbetaald worden. Zo verdween het plan voor lange tijd van tafel. Toch bleef Meijers zich sterk maken voor de vrouwenbank: ze gaf lezingen en bleef zoeken naar steun en medestanders.
In 1928 was Meijers een van de medeoprichtsters van de Soroptimistenclub Noord-Holland. Ze zat in het bestuur en was penningmeester van de Nationale Unie van Soroptimistenclubs. Datzelfde jaar slaagde ze erin om de directie van haar werkgever Robaver te winnen voor haar plan van een vrouwenbank: op 3 november 1928 opende ‘Het Bijkantoor voor Vrouwelijke Clienten van Robaver’ zijn deuren aan het Amsterdamse Rokin. Meijers werd directrice, met drie vrouwelijke collega’s als bankpersoneel. In deze tijd woonde ze aan de Amsterdamse Koninginneweg (nr. 18). Nog geen half jaar na de oprichting brak de crisis uit en kelderden wereldwijd de handelskoersen. Veel banken gingen ten onder, maar de vrouwenbank wist te overleven. Vooral jonge studerende vrouwen, ongehuwde werkende vrouwen, weduwen en vrouwenorganisaties waren klant bij de vrouwenbank.
Chroniqueur van de vrouwenbeweging
Naast haar betaalde werkzaamheden als bankdirectrice gaf Clara Meijers financiële voorlichting en lezingen. Ze spoorde vrouwen aan om het beste uit zichzelf te halen. Vanwege haar betrokkenheid bij de wereldwijde Soroptimistenbeweging – ze was kandidaat voor het presidentschap van de Europese Federatie – sprak Meijers af dat ze in 1937 met vervroegd pensioen zou gaan. Ze hield nog wel kantoor op de bank om haar persoonlijke klanten te blijven helpen, maar in 1938 trad ze definitief terug als directrice van de vrouwenbank. Vanwege haar Joodse afkomst werd ze in de Tweede Wereldoorlog gedwongen zich terug te trekken uit het maatschappelijke leven. Na op diverse adressen gewoond te hebben verhuisde ze in maart 1943 naar het Frederiksplein (nr. 40), maar op 1 november moest ze naar Westerbork, waarvandaan ze op 4 september 1944 op transport werd gezet (‘buitenland’, aldus haar archiefkaart). Het concentratiekamp heeft ze overleefd. In augustus 1945 kwam ze te wonen in Het Nieuwe Huis, een appartementenflatgebouw voor alleenstaanden aan het Amsterdamse Roelof Hartplein.
Na de oorlog bleef Clara Meijers actief in de Soroptimistenbeweging en gaf ze regelmatig financiële voorlichting aan vrouwen. Ook was ze betrokken bij het lot van oorlogswezen. Zo was ze medeoprichtster en secretaris van de stichting De drie prinsesjes, die tehuizen voor oorlogspleegkinderen oprichtte. Daarnaast was Meijers na de oorlog vooral actief als chroniqueur van de vrouwenbeweging. In 1946 schreef ze een biografie van Rosa Manus en in 1948 nam ze het tweede deel van het standaardwerk Van moeder op dochter van Posthumus-van der Goot voor haar rekening, met onder meer uitgebreide hoofdstukken over de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid van 1898, de kiesrechtstrijd, de tentoonstelling ‘De vrouw 1813-1913’, de toegang tot het onderwijs en maatschappelijke ontwikkelingen.
Clara Meijers verhuisde in 1959 naar Zandvoort (Bramenlaan 2) en stierf op 12 oktober 1964 in Bentveld, in de ouderdom van 79 jaar.
Betekenis
Clara Meijers heeft voor veel vrouwen financiële onafhankelijkheid mogelijk gemaakt. In de door haar opgerichte vrouwenbank werden vrouwelijke cliënten serieus genomen en konden zij hun vermogens beheren. De vrouwenbank bleef voortbestaan tot 1971, toen hij door de tweede feministische golf overbodig was geworden. Meijers heeft een aanzienlijk bedrag nagelaten aan het Charlotte Jacobs studiefonds voor meisjes (De Tijd, 9-6-1965).
Naslagwerken
Atria.
Archivalia
- Atria, Amsterdam: Archief Clara Meijers (1885-1964).
- Stadsarchief Amsterdam: archiefkaart Klara Mimi Meijers.
Publicaties
Literatuur
- Truus Eygenhuysen, ‘Bezoek aan de vrouwenbank. De enige in Europa. Een onderhoud met de leidsters’, De Telegraaf, 15-3-1930.
- ‘Clara Meijers een kwart eeuw bij Robaver. Een voorbeeld voor allen die hun geheele persoonlijkheid willen inzetten voor hun werk’, De Telegraaf, 30-5-1936.
- Francisca de Haan, Sekse op kantoor. Over vrouwelijkheid, mannelijkheid en macht, Nederland 1860-1940 (Hilversum 1992) 62-64 en 176-177.
- Tosca Snijdelaar, ‘Pioniers in geldzaken’, Vrouw & Bedrijf 8 (1993) nr. 3, 40-42.
Illustratie
Clara Meijers (r) met een collega van de vrouwenbank, ongedateerd (Atria Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis).
Auteur: Janneke Martens
laatst gewijzigd: 26/06/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.