Rothschild, Hélène Betty Louise Caroline de (1863-1947)

 
English | Nederlands

ROTHSCHILD, Hélène Betty Louise Caroline de (geb. Parijs 21-8-1863 – gest. Lissabon 17-10-1947), financierster van de herbouw van kasteel De Haar in Haarzuilens; schrijfster. Dochter van Salomon James baron de Rothschild (1835-1864), bankier, en Adèle Hannah Charlotte barones von Rothschild (1843-1922). Hélène de Rothschild (1) trouwde op 16-8-1887 in Parijs met Etienne baron van Zuylen van Nijevelt van de Haar (1860-1934), kasteelheer en sportman; (2) had vanaf ongeveer 1918 een relatie met Olga de Moraes Sarmento da Silveira (1881-1948), schrijfster. Uit huwelijk (1) werden 2 zoons geboren.

Hélène de Rothschild stamde uit de bekende Joodse bankiersfamilie Rothschild. Haar grootvader van vaderskant was de grondlegger van de Franse tak van het financieringshuis, haar moeder was afkomstig uit de Duitse branche van het imperium. Toen ze nog geen zeven maanden oud was, stierf haar vader. Van haar moeder kreeg enig kind Hélène een geprivilegieerde, maar strakke en afgeschermde opvoeding. Een foto van een jonge, witgesluierde Hélène doet vermoeden dat zij als een van de eerste meisjes in Frankrijk bat mitswa deed. Haar tienerjaren bracht ze door in het Hôtel Salomon de Rothschild, een neoclassicistisch stadspaleis in het statige achtste arrondissement van Parijs.

Nederlands-Vlaams barones

Op een bal masqué in Parijs, aldus de familieoverlevering, ontmoette Hélène de Rothschild rond 1886 Etienne van Zuylen, telg uit een katholiek adellijk geslacht met bezittingen in België en Nederland. Hij vond in haar de rijke erfgename die zijn mondaine levensstijl kon bekostigen, mogelijk zag zij in hem haar bevrijding uit de strikte omgeving waarin ze was opgegroeid. Ze trouwden in 1887 in relatieve stilte en in kleine kring, vermoedelijk omdat beide families tegen het huwelijk gekant waren – zowel religieuze, financiële als antisemitische bezwaren speelden mee. De Rothschild en Van Zuylen huwden in koude uitsluiting en Hélène werd in het huwelijkscontract handelingsbevoegd verklaard, een unicum voor die tijd. Voorwaarde was wel dat ze haar man zou onderhouden. Nederlandse kranten meldden bovendien dat haar moeder toestemming had gegeven ‘op voorwaarde dat de barones Jodin blijft’ (De Tijd, Delftsche Courant en Zutphensche Courant, 14/15 mei 1887).

Het paar kreeg twee zonen: Hélin (1888) en Egmont (1890). Hélène de Rothschild en haar man, die eerst in Portugal woonden en daarna hun tijd verdeelden tussen Brussel en Parijs, deelden een voorliefde voor reizen, paarden en auto’s – Hélène zou zelfs de eerste vrouw in Europa met een rijbewijs zijn geweest. In juli 1898 deed ze onder de naam ‘Snail’ als een van de eerste vrouwen ooit mee aan een – door haar man georganiseerde – autorace: Parijs-Amsterdam-Parijs.

De Haar en le goût Rothschild

Niet lang nadat Etienne van Zuylen in 1890 de ruïne van De Haar in Haarzuilens bij Utrecht had geërfd, maakten de baron en barones kenbaar het kasteel in oude glorie te willen herstellen. Ze trokken de bekende architect Pierre Cuypers aan voor het enorme project, dat slechts bekostigd kon worden dankzij De Rothschilds kapitaal. Op reizen naar onder andere Nederlands-Indië, Egypte, Brits-Indië, Ceylon, Japan en de Verenigde Staten kochten de echtelieden een gevarieerde collectie meubels, kunst en antiek, papegaaien en zelfs buffels voor De Haar. In de privévertrekken moest de door Cuypers geprefereerde gotische bouwstijl vaak wijken voor diverse Europese neostijlen. Hélène de Rothschild had onmiskenbaar le goût Rothschild, die stond voor een eclectische mix van verguldsels, gestucte plafonds, zwaar textiel en houten lambriseringen en parketvloeren. Volgens Pierre Cuypers was ze overigens wel zeer enthousiast over zijn werk: ‘nooit en nergens had zij zoo iets volmaakts en harmonieux gezien’ (Tien eeuwen Kasteel de Haar, 212).

Behalve het alliantiewapen van Van Zuylen-De Rothschild lieten Hélène de Rothschild en haar man in het interieur van De Haar ook het familiewapen van de Rothschilds aanbrengen, evenals Davidsterren, als verwijzing naar haar Joodse achtergrond. Industriëlen, bankiers, kunstenaars, schrijvers, hoge en lage adel en leden van diverse koningshuizen bezochten De Haar – al tijdens de herbouw. Onder hen waren koningin-moeder Emma en koningin Wilhelmina en leden van vooraanstaande Joodse families als Cahen d’Anvers, Königswarter en Stern. Bij de gekostumeerde feesten, die tot ver in de twintigste eeuw een familietraditie zouden blijven, ging Hélène de Rothschild dikwijls verkleed als man, in rokkostuum en met plaksnor.

Latere leven en dood

Intussen was Hélène de Rothschild onderdeel geworden van de literair-feministische kringen van het Parijs van de belle époque. Ze organiseerde regelmatig salons en had meerdere relaties met vrouwen, onder meer met de Britse dichteres Renée Vivien, die van grote invloed was op de poëzie, romans, verhalenbundels en toneelstukken die De Rothschild schreef. Tussen 1901 en 1907 publiceerden ze ook samen enkele werken onder het pseudoniem ‘Paule Riversdale’. De dood van haar zoon Hélin, die op weg naar het kerstfeest op De Haar in 1912 verongelukte, betekende een cesuur in de relatie van Hélène de Rothschild met het kasteel. Daarna kwam ze er niet of nauwelijks meer. Wel schreef ze de teksten voor diverse gedenktekens voor haar zoon die op het landgoed te vinden zijn. De baron en barones bleven in hun villa Il Paradiso in Nice, gebouwd rond 1900, nog tot in de jaren twintig samen gasten ontvangen, maar ze leefden inmiddels grotendeels gescheiden. Ze hielden echter een goede onderlinge band en correspondeerden veel met elkaar.

Rond 1918 begon Hélène de Rothschild een intieme vriendschap met de Portugese schrijfster en feministe Olga de Moraes Sarmento da Silveira die tot haar dood zou duren. Toen de Duitsers in 1940 Frankrijk binnenvielen, regelde haar vriendin hun gezamenlijke vlucht via Lissabon naar New York. Na de oorlog vestigde Hélène de Rothschild zich in Lissabon, waar ze in 1947 op 84-jarige leeftijd stierf aan hartfalen. Haar doodscertificaat vermeldt De Haar als woonplaats. Ze had Etienne van Zuylen ruim dertien jaar overleefd. Aanvankelijk werd Hélène de Rothschild begraven in het Joodse deel van de begraafplaats Père Lachaise in Parijs. Op 11 oktober 1958 werd ze bijgezet in de crypte van de kapel van De Haar.

Persoon en betekenis

De welgestelde Hélène de Rothschild was een vrijgevige vrouw, die goede doelen op het gebied van kunst, literatuur en dierenwelzijn ondersteunde. Terwijl zij haar (relatieve) bekendheid in Frankrijk dankt aan haar activiteiten als vrouwelijke pionier in de autosport en als schrijfster, is zij in Nederland vooral bekend als degene die met haar vermogen en persoonlijke inbreng de herbouw van het voorouderlijk slot van haar echtgenoot tot stand bracht. De laatste jaren is er internationaal hernieuwde belangstelling voor deze markante vrouw, onder meer vanwege haar roldoorbrekende gedrag. De Haar, het grootste kasteel van Nederland, in het verleden vaak verguisd als ‘neogotisch nepkasteel’, wordt tegenwoordig op waarde geschat als een on-Nederlands, iconisch Gesamtkunstwerk en trekt honderdduizenden bezoekers per jaar.

 

Naslagwerken

The Rothschild Family (The Rothschild Archive); Wikipedia.

Archivalia

  • Het Utrechts Archief: toeg. 1139-1, Huis en heerlijkheid De Haar te Haarzuilens, aanvulling, inv. nrs. 10 en 10-A [gastenlijsten bezoekers De Haar, ongedateerd en jaren twintig en dertig], 89-5 [documenten met betrekking tot het overlijden van Hélène de Rothschild]; 96-2 [bouwtekeningen voor Il Paradiso te Nice]; 96-6 [brieven van Hélène de Rothschild aan Etienne van Zuylen, augustus-september 1922].
  • Het Nieuwe Instituut, Rotterdam: Kasteel De Haar / Archief: gedigitaliseerde bouwtekeningen en foto’s van de vertrekken van Hélène de Rothschild, onder andere toegangsnummer HAAR.110366855, Kamer van barones (kamer 66 en 67).
  • The Rothschild Archive, Londen: collectie cartes de visite van Lady Emma Rothschild betreffende Adèle von Rothschild en Hélène de Rothschild [niet geïnventariseerd].
  • The Waddesdon Archive, Aylesbury: brieven van Adèle von Rothschild aan Dorothy de Rothschild [niet geïnventariseerd].

Publicaties

Overzichten zijn te vinden in de biografieën van Hélène de Rothschild in The Rothschild Family en Wikipedia.

Literatuur

  • Krantenberichten over het huwelijk van Hélène de Rothschild en Etienne van Zuylen, waaronder: ‘Verscheidenheden, De Tijd, 14-5-1887; ‘Binnenland’, Zutphensche Courant, 14-5-1887; ‘Binnenlandsche Berichten’, Delftsche Courant, 15-5-1887; ‘Échos a travers Paris’, Le Figaro, 20-8-1887; ‘Frankrijk’, Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage, 23-8-1887; ‘Weddings and Hypnotism: Mlle. Hélène Rothschild’s Love Match’, The New York Times, 18-9-1887. ‘Echos de partout’, Le Courrier de la Meuse, 25-10-1887.
  • Krantenberichten over de deelname van Hélène de Rothschild aan Parijs-Amsterdam-Parijs, waaronder: ‘De automobielen-wedstrijd Parijs-Amsterdam’, Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant, 8-7-1898.
  • Krantenberichten over de toneelstukken en publicaties die Hélène de Rothschild schreef, waaronder: ‘Wetenschappen en Kunst’, Bredasche Courant, 26-9-1905.
  • Alphonse Séché, Les Muses Françaises. Anthologie des femmes-poètes (XXe siècle) (Parijs 1909) 350-354.
  • Krantenberichten over hoe Hélène de Rothschild bestolen werd door haar secretaris, waaronder: ‘Frankrijk. Barones van Zuylen van Nyevelt bestolen’, Tilburgsche Courant, 3-6-1913; ‘De ontrouwe secretaris van barones Van Zuylen van Nyevelt’, De Telegraaf, 10-8-1913.
  • Krantenberichten over de familie Rothschild en Hélène de Rothschild in het bijzonder met betrekking tot De Haar, waaronder: ‘Hoe de Rothschilds de Geldkoningen van Europa werden’, De Grondwet, 17-6-1908; Angeline Arnken, ‘Guy de Rothschild: Ik blijf een gewone jood’, Algemeen Dagblad, 21-7-1984; Jaap Huisman, ‘Het laatste restje feodaal Nederland’, de Volkskrant, 16-10-1993.
  • Kasteel de Haar, Kasteel DE HAAR Utrecht / DE HAAR Castle Utrecht (Amersfoort 2013).
  • Jacqueline Heijenbrok, Guido Steenmeijer en Katrien Timmers red., Tien eeuwen Kasteel de Haar. Wat een weelde (Amsterdam 2013).
  • Elizabeth Blackstock, ‘The First Woman To Ever Race Was a Rothschild Who Called Herself “Snail”’, Jalopnik, 6-3-2018 [geraadpleegd 1-6-2022].

Illustratie

Portretfoto door onbekende fotograaf, omstreeks 1885 (familiealbum SKDH I, nr. 09, kasteel De Haar).

Auteur: Sietske van der Veen (met dank aan Katrien Timmers)

laatst gewijzigd: 03/11/2022

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.