30 - 05 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De Bie en
Schagen hebben verslag
gedaan van hun
reis naar
Noord-Holland.
Enkhuizen
heeft verklaard niet tegen de inwerkingstelling van het plakkaat
d.d.
22 juli 1625 op de bewapening en bemanning van de
koopvaardijschepen te
zijn, maar wel waar het de buizen betreft. Dit heeft de stad ook
in de
vergadering van de
Staten van Holland
verklaard.
De magistraat van
Hoorn deelt dit standpunt maar heeft ook gesteld de bepalingen voor
de koopvaardijschepen te zwaar te vinden. Daarom stelt deze stad
een
aanpassing van artikel 41 voor waardoor haar en ook de
Admiraliteit op de Maas
wordt
toegestaan
met
twee tot vier schepen uit te lopen, bewapend met twaalf gotelingen.
Ook zouden zij conform het plakkaat van 1603 willen volstaan met
twintig in plaats van dertig, en veertig in plaats van vijftig
gotelingen die in de artikelen 38 en 39 worden verordonneerd.
Dan zou de stad ook graag de lasten op de oost- en westvaarders verlaagd zien. De oostwaarts varende schepen zouden met 6 st. in plaats van 10 st. per 100 gld. belast moeten worden en de terugkerende schepen met 12 st. in plaats van 20 st. per 100 gld. De westwaarts en retour varende schepen zouden gerekend vanaf en tot
Bayonne 10 st. in plaats van 16 st. per 100 gld. moeten opbrengen.
Indien dit wordt toegestaan zal het plakkaat verder van harte
worden
nagekomen.
De heren van
Holland hebben voor nader onderzoek een kopie verzocht.
2
De Bie en
Schagen hebben eveneens
verslag
gedaan van hun gesprek met de magistraat van
Hoorn
en
die van
Enkhuizen over de klachten van de pachters
van
het kwart der konvooien en licenten. Zij betreffen de korting met
een
zesde part waarop de schippers zeggen nog recht te hebben,
bovenop
de al door HHM toegestane vermindering van de Noordse lasten.
Volgens
de stadsbesturen is de korting met een zesde part altijd gebruik
geweest vanwege de verwarmingskosten voor de matrozen. Zij hebben
de
pachters voor hun klachten doorverwezen naar de
Admiraliteit
.
3
HHM besluiten conform het advies van de RvS d.d. 28 mei over het op 26 mei ingediende verzoek van
Dirck Boenen en consorten dat aan hen geen uitvoer van zout en stokvis
zou
moeten worden toegestaan vanwege de gevolgen. Wel verdienen zij
gratie
omdat zij vroeger paspoort hebben verkregen dat vervolgens is
ingetrokken.
4
Het stadsbestuur van
Kalkar verzoekt in een brief van 8 mei zout, wijn, zeep en andere
levensbehoeften uit de Republiek te mogen halen.
HHM stellen een besluit uit.
5
Ter vergadering vragen afgevaardigden van
Gorinchem een beslissing over hun op 28 mei door
Holland ingebrachte schrijven inzake het halen van
levensbehoeften uit deze stad door de dorpen in het Land
van
Altena.
De zaak wordt uitgesteld totdat een beslissing is genomen over de in- en uitvoer van en naar neutrale gebieden in het algemeen.
6
De magistraat van
Etten
[Etten-Leur] in de
Baronie van Breda verzoekt de op 17
feb.
door de RvS toegestane goederen en
levensmiddelen niet langer uit
Bergen op Zoom,
maar
over water te mogen halen om afzetterij van de soldaten op het
platteland te voorkomen. Ook verzoeken zij toestemming voor de
onderlinge verkoop van hun graan, hout en schors ten behoeve van de
uitvoer naar de Republiek.
De RvS dient advies uit te brengen.
7
Het verzoek van de ingezetenen van
Helmond in de Meierij van 's-Hertogenbosch, om eens per week met een
kar naar
Antwerpen te mogen gaan om daar vlas te halen voor
de
spinnerij, is afgewezen.
8
Franck van den Heuvel, burger uit Helmond, verzoekt een vaatje garen van
Keulen naar
Helmond te mogen
brengen.
De RvS zal hierover adviseren.
9
[De Turk]
Mehemet Reis verzoekt reisgeld om met een in
Enkhuizen
gereedliggend schip naar
Salé te mogen varen.
Hij dient zich te wenden tot het
Admiraliteitscollege in het Noorderkwartier
om zo snel mogelijk naar Salé of
Algiers gebracht te worden. De rest van zijn verzoek is
afgewezen.
10
Cornelis Copal verzoekt en krijgt executorialen aan de
Raad van
Vlaanderen
ter uitvoering van een vonnis van de
Raad van Brabant
, door HHM
daartoe
gedelegeerd, uitgesproken op 7 juli 1625. Het betreft de zaak
tussen
Copal als gedaagde en
Anna
Manmaecker, vrouwe en
douairière van
Hoogwoud en
Aartswoud, voor zichzelf en
Carl van der
Swalme
en
Jacques
van Loo, commies van de confiscaties in Vlaanderen,
impetranten in relief d'appèl.
111
Matelieff en
Boetzler zijn
gecommitteerd tot het
onderzoek van de door
Sommelsdijck
ingediende
rekening over zijn gezantschap in
Frankrijk vanaf
28
okt. 1625 tot 9 mei 1626.
Zij zullen eveneens de door
Arent Quartelaer ingediende declaratie van 253 gld. 18 st. onderzoeken. Dit
bedrag betreft de kosten die hij heeft gemaakt voor de bezorging
van
bepaalde depêches van Sommelsdijck aan HHM met berichten over de
vrede
tussen die van de religie en
La Rochelle.
12
Bode
Jacob Jacobs Caes heeft een onkostendeclaratie ingeleverd van drie reizen
naar
Parijs die hij op bevel van HHM en Z.Exc.
heeft
gemaakt. Hij vraagt eveneens betaling van een reis naar
Vlissingen met brieven van HHM.
De RvS zal hierover beslissen.
13
In een op 23 mei geschreven brief van
Hilbrant Gerbrantsen Quast, voor Duinkerke gelegen, bericht hij dat er veertien
schepen voor de kust liggen. Hij verzoekt de komst van de soldaten
te regelen.
Z.Exc. zal worden ingelicht.
14
Op verzoek van de Waalse kerken zal aan agent
Coij in
Algiers worden geschreven zijn best te
doen voor de vrijlating van de Franse gevangenen aldaar en elders.
Een
door de predikanten getoonde lijst met namen wordt meegestuurd.
15
De
koning van Zweden schrijft d.d. Uppsala 5 april met het verzoek
Antoni
Monier toe te staan in de Republiek voor Z.M. te kopen en
licentvrij uit te voeren: 5.462 complete harnassen, 10.460
stormhoeden,
2.480 bandeliers, 11.130 rapieren, zestig trommels, zestig
partizanen,
vier aardwinden en vijftienhonderd el haardoek.
De wapens, het haardoek en de aardwinden mogen voor driekwart vrij van konvooi en tegen cautie worden uitgevoerd.
Op een ander schrijven van Z.M. d.d. Uppsala 12 april wordt hem toegestaan voor driekwart vrij van konvooi wat touw, zeildoek en ander materiaal uit de Republiek te halen, mits dit niet hetzelfde is wat op 20 maart is toegestaan.
162
De professoren in de theologie uit
Leiden hebben een advies uitgebracht over de op 8 mei aangeboden
gedrukte Remonstrantie van
Antonius
Hoornhovius.
In
een uitvoerige uiteenzetting3 verwerpen
zij de remonstrantie en
achten
haar schadelijk.
Hoornhovius zal worden ontboden en dan worden aangezegd dat men de
publicatie schadelijk vindt en dat hij de reeds gedrukte
exemplaren
aan HHM moet overhandigen. Tevens zal hij worden berispt voor het
drukken van de remonstrantie zonder voorafgaande goedkeuring en in
strijd met de plakkaten.
17
Halewyn en
Matelief is verzocht met
Z.Exc. te
spreken over het door de
Rotterdamse
Admiraliteit
ingezonden model van een fregat.
18
Meinert Caspers, burger uit Amsterdam, verzoekt met voorschrijven van de
magistraat van
Amsterdam verlenging van het
octrooi
dat 25 juli 1601 voor vijfentwintig jaar is verstrekt aan
Jacob van Aken vanwege een door
hem uitgevonden
kopermolen.
HHM wijzen het verzoek af.
19
Matthys Bruskens krijgt gedurende zeven jaar het alleenrecht om zijn boekje
over de cijferkunst te drukken.
20
Ontvanger
Pieter Houffyser is door de
Admiraliteit te Amsterdam
gestuurd met het verzoek om betaling van de subsidies.
De
ontvanger-generaal zal worden gehoord.
21
Op verzoek van de
echtgenote van Jacob Domen zal aan
Coij worden
geschreven zich in te
spannen voor de vrijlating van haar man. De oud-stuurman is vanuit
Rotterdam richting oosten uitgevaren en door die
van
Algiers overmeesterd.
22
De RvS moet adviseren over het verzoek van schouten, schepenen en arme ingezetenen van
Cuijk om hun levensbehoeften licentvrij te mogen halen.
23
In haar rekest klaagt
Catharina, weduwe van de heer van
Gimnich, over de
ondraaglijke schade die zij ondervindt van de soldaten die
Jacobus Medenbachius in haar huis
te
Mörmter [bij Xanten] heeft ondergebracht.
Zij verzoekt
de soldaten te verwijderen en haar zaak te renvoieren aan de
keurvorstelijke kanselarij te
Kleef.
De retroacta zullen worden nagezien.
24
Op verzoek van
Blanckeroort zal ordonnantie worden gedepêcheerd van twee maanden gage,
per 13 mei vervallen.
254
Vosbergen meldt dat
Noortwijck en
hij, conform de
resolutie van 26 mei, met
D'Espaisses hebben
gesproken en dat de ambassadeur geantwoord heeft in de vergadering
te
zullen verschijnen.