23 - 03 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ter Cuilen en
Broersema doen als gewezen
gedeputeerden te
Emden verslag van
de uitvoering van de
secrete resoluties van 16 en 17 dec. 1626. In opdracht van de RvS
is 30.000 gld.
door commies
Jan Ericx aangewend
tot betaling van de achterstallige servitiën van het uit vijf
compagnieën bestaande staatse garnizoen in de stad. Er is
dusdanig zuinig met het geld omgegaan dat in Emder valuta niet
alleen de servitiën
à
32.304 gld. 19 st. 3 p. zijn betaald, maar dat er nog wat geld is
overgebleven.
De ingeleverde rekeningen en kwitanties van de servitiën gaan naar de RvS. Ter Cuilen en Broersema worden onder dankzegging voor hun moeite van verdere verantwoording inzake het geld ontheven.
2
Predikant
Daniel Souterius heeft de gecorrigeerde versie van zijn boek
Saintes Funerailles ter nagedachtenis
van de prins van Oranje
aangeboden.
HHM belonen hem met 100 gld.
3
De
Admiraliteit in Dokkum
stuurt een samen met de pachters van de konvooien en licenten opgestelde staat van de inkomsten van haar kantoren van 22 aug. 1625 tot 22 aug. 1626.
HHM nemen geen besluit.
4
Berck schrijft d.d. 5 maart.
Vereist geen resolutie.
5
Koopman
Guillaume van Hoorn uit Amsterdam krijgt paspoort om naar
Antwerpen te gaan.
6
Het rekest van
Willem ten Knouwe, wachtmeester ten plattelande van het graafschap Zutphen,
is gelezen.
Vanwege zijn lange staat van dienst en
de
zware verwondingen die hij heeft opgelopen, wordt hem
een
extraordinaris traktement toegekend van 12 gld. per maand van 32 dagen. Die van het
graafschap Zutphen
zullen dit bedrag
betalen in mindering op hun extraordinaris consenten. Akte zal worden
afgezonden.
7
Conform de resolutie van 20 maart hebben HHM de stukken van
Groningen en de
Ommelanden gelezen en zijn
Schaffer en
Broersema over de zaak gehoord.
HHM besluiten de
Staten
te schrijven zich aan de resolutie van 8 feb. te houden. Zij dienen hun gedeputeerden te beëdigen, de consenten te dragen en de uitspraken uit 1597 en 1599 na te komen. De daaruit voortgekomen geschillen dienen zij zo mogelijk in de provincie ten overstaan van de
stadhouder te schikken en anders op 1 mei aanstaande ter afhandeling
aan HHM voor te leggen. Indien dan een van leden niet aanwezig is,
zal
de kwestie met het wel aanwezige lid worden afgedaan. Een kopie van
deze brief zal
tevens aan de stadhouder worden gezonden, met
het
verzoek erop toe te zien dat de inhoud wordt nageleefd.
8
Varver overhandigt een valse goudgulden, nagemaakt van
die van
Deventer en hem aangereikt door
Jan
Claessen
Engelen.
De generaalmeesters van
de Munt
zullen Engelen horen en de munt essayeren. Zij moeten verslag uitbrengen.
9
De
Staten van Zeeland
antwoorden d.d. 17 maart op de brief van HHM d.d. 12 maart dat zij
Beaumont hebben gelast de reis naar
Polen en
Zweden te aanvaarden. Daarop is
Van den Honert en
Bicker, ter vergadering
ontboden, meegedeeld dat zij tot de deputatie zullen behoren.
Zij hebben hun benoeming onder dankzegging
aanvaard en willen graag nadere instructies. Die zullen worden
opgesteld.
10
De RvS adviseert op het 17 maart ingediende rekest van
Cornelis Scheij dat hij zich aan het
plakkaat van retorsie dient te houden.
HHM schikken zich hierin.
11
In een brief d.d. 15 maart beveelt het stadsbestuur van
Dordrecht aan
Jacques
de Cagnioncle het monopolie op het
maken
van salpeter te laten behouden.
Noortwyck en
Beaumont, die reeds
zijn aangewezen
om de kwestie tussen hem en
Linschoten te schikken, zullen de brief nader
bestuderen.
12
De regering te
Emmerik
[Emmerich] klaagt d.d. Emmerik 11 maart dat
het huis van
de
keurvorst, met diens
toestemming bewoond door de
vorige
gouverneur, haar nu is
ontzegd.
De RvS zal over deze kwestie beslissen.
Dezelfde regering beveelt in een brief d.d. 6 maart het verzoek van
Seiger Heisterman aan. Hij wil voor zijn blekerij een last zeep en een last as
naar
Goch
vervoeren.
Met een besluit wordt nog gewacht.
13
In een brief d.d. 20 maart antwoordt de
Admiraliteit te Amsterdam
op het schrijven van HHM d.d. 13 maart dat de kapiteins de neutrale schepen die zij tijdens het in- of uitlopen van de havens in
Vlaanderen verkrijgen niet vrijlaten, maar naar de daartoe
aangewezen plaats sturen. Haar schepen zijn voldoende
bemand
geweest.
Er valt geen besluit.
14
De
graaf van Oost-Friesland heeft audiëntie verzocht en is door twee
gedeputeerden ter vergadering gehaald. Kanselier
Wiarda
voert namens
hem aan dat zijn zaken een langer verblijf alhier niet toestaan. De
graaf is dus van plan te vertrekken, betuigt zijn blijvende
genegenheid
voor
deze
staat en verzoekt HHM de geschilpunten met
Emden
volgens de afspraken af te handelen.
Amama zal hiertoe achterblijven.
Verder
hoopt hij dat HHM vanwege de ellende die de
inkwartiering
van
de troepen van
Mansfeld
veroorzaakt, zijn
onderdanen willen
ontslaan van het onderhoud van de zeshonderd in Emden gelegerde
soldaten. Inmiddels gelden de redenen van het in 1603 in
's-
Gravenhage opgestelde akkoord immers niet meer.
Tevens zal hij iemand naar
Brussel zenden om van de
Infanta
eenzelfde akte van neutraliteit te verkrijgen als hij van
HHM
heeft ontvangen.
De graaf is verzocht deze week nog te willen blijven om te bezien wat inzake de bezetting van zijn land kan worden gedaan. Hij verklaart zijn vertrek niet langer dan tot aanstaande donderdag te kunnen uitstellen.
15
In een akte van sauvegarde en gratie van de
koning van Spanje voor
Hubrecht Aertsen van
Hedel wordt hem toegestaan zich op het
platteland te vestigen, mits hij de [gereformeerde] religie
afzweert en een
eed
van trouw aflegt.
De RvS moet bezien wat hiertegen kan worden gedaan en dient Van Hedel te laten aanhouden als hij nog op het platteland verblijft.
16
De
Admiraliteit te Rotterdam
schrijft d.d. Rotterdam 20 maart dat het College niet meer te redden is, tenzij HHM op zeer korte termijn over de brug komen.
HHM zullen antwoorden dat dergelijke wanhopige brieven geen zin hebben omdat andere Colleges nog grotere achterstallen hebben. Men dient alles in het werk te stellen om de Admiraliteit gaande te houden. Desalniettemin wordt ook aan de
Staten van Utrecht
geschreven hun quote in de subsidies van de afgelopen jaren zonder verder uitstel op te brengen.
Ook voor de burgers van
Rotterdam, die aan de Admiraliteit en haar kapiteins waren hebben
geleverd en verzoeken de betaling te regelen, zal aan Utrecht
worden geschreven.
In een brief van 20 maart bericht de Admiraliteit tevens dat haar kapiteins, conform de resolutie van 12 maart, de neutrale schepen die zij bij het in- of uitlopen van de havens in
Vlaanderen aanhouden naar de daartoe
aangewezen plaats sturen.
17
De RvS stelt dat onder het mom van bier allicht boter, zout, zeep en dergelijke kan worden uitgevoerd. Hij heeft daarom bedenkingen bij het verzoek van
Heusden van 22 februari.
HHM volgen de bezwaren, maar aangezien een nader verzoek in het voordeel van Heusden spreekt, zal dit rekest nog eens voor nader advies naar de RvS gaan.