14
De
graaf van Oost-Friesland heeft audiƫntie verzocht en is door twee
gedeputeerden ter vergadering gehaald. Kanselier
Wiarda
voert namens
hem aan dat zijn zaken een langer verblijf alhier niet toestaan. De
graaf is dus van plan te vertrekken, betuigt zijn blijvende
genegenheid
voor
deze
staat en verzoekt HHM de geschilpunten met
Emden
volgens de afspraken af te handelen.
Amama zal hiertoe achterblijven.
Verder
hoopt hij dat HHM vanwege de ellende die de
inkwartiering
van
de troepen van
Mansfeld
veroorzaakt, zijn
onderdanen willen
ontslaan van het onderhoud van de zeshonderd in Emden gelegerde
soldaten. Inmiddels gelden de redenen van het in 1603 in
's-
Gravenhage opgestelde akkoord immers niet meer.
Tevens zal hij iemand naar
Brussel zenden om van de
Infanta
eenzelfde akte van neutraliteit te verkrijgen als hij van
HHM
heeft ontvangen.
De graaf is verzocht deze week nog te willen blijven om te bezien wat inzake de bezetting van zijn land kan worden gedaan. Hij verklaart zijn vertrek niet langer dan tot aanstaande donderdag te kunnen uitstellen.