24/03/1627

 
English | Nederlands

24 - 03 - 1627

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Enkele extraordinaris gedeputeerden van Holland melden ter vergadering dat de Staten het huidige handelsverbod met de neutralen willen handhaven en strikt doen naleven. Het plakkaat van retorsie zou ten dien einde op enige punten moeten worden aangevuld. Volgens de overige provincies zal echter het vrijlaten van de vaart op Calais, de Eems en de Wezer de vijand bevoordelen met aanvoer van levensmiddelen en anderszins. Zij stellen daarom voor het verbod overal toe te passen, maar daar waar dat niet gaat de goederen zo te belasten dat het de vijand benadeelt.
HHM nemen vooralsnog geen besluit.

2 Schepen Hendrick Claessen heeft in navolging van de resolutie van 2 feb. een attestatie ingediend waarin staat dat hij in Dordrecht zeventig viertel koolzaad heeft geborgen.
Hij mag deze partij zonder betaling van licent naar zijn woonplaats Zevenbergen brengen.
Aert Cornelissen mag zonder betaling van licent de twee vaarzen die hij in de omgeving van Klundert in veiligheid had gebracht, naar Zevenbergen brengen.

3 De Kleefse raden beklagen zich in een schrijven d.d. Emmerik [Emmerich] 15 maart over ontvanger Severins. Hij heeft in brieven van 19 feb. de inwoners van Oeffelt in het ambt Gennep laten weten dat zij samen met de andere leden van het Land van Cuijk contributie moeten betalen. Hij wil maandelijks 70 gld. van hen. De raden vragen deze handelwijze stop te zetten.
HHM willen hierover nader bericht van de RvS die tevens advies moet uitbrengen, ook over het verzoek van de inwoners van Oeffelt hun levensbehoeften uit dezerzijds steden te mogen halen.

4 In een aan Z.Exc. aangeboden rekest verzoeken Gerart van Arendonck en consorten verlenging van een eerder door Z.Exc. verleende sauvegarde teneinde vrij en ongehinderd met hun dienaren en families de veengronden bij Zundert in de Baronie van Breda te kunnen genieten. Ook willen zij het platteland bereizen.

5 Van de RvS wordt advies gevraagd op de rekesten van respectievelijk Sprundel; de gehuchten Hoogdonk en Laagdonk bij het dorp Hoeven; Rucphen en het daarbij gelegen Schijf; Sint Maartenspolder bij Zevenbergen; Cornelis Swanen, stadhouder van Hoeven in het markizaat van Bergen op Zoom;
Diderich van Bronchorst, vrijheer van Anholt.

6 Geweldige Van Stakenbeeck verzoekt vergoeding van zijn buitengewone werkzaamheden vanwege de gevangenen uit Bahia de Todos os Santos.
HHM besluiten de RvS te laten beslissen.

7 HHM lezen de door Tido van Kniphausen namens de ridderschap van Oost-Friesland ingediende remonstrantie over de bezetting van het platteland. Hij beweert dat het onmogelijk is met geweld de strooptochten van de Spanjaarden aldaar tegen te houden. Het zou daarom beter zijn in Brussel een akte van neutraliteit te verkrijgen. Ondertussen moeten de soldaten van de stenden in het garnizoen van Emden de middelen innen. Zij dienen bovendien onder de eed de graaf en de stenden de neutraliteit na te volgen. Aangezien de graaf afreist, verwacht Kniphausen dat ook hem wordt toegestaan te vertrekken.
HHM besluiten dat hij voorlopig nog hier blijft en geven zijn remonstrantie aan de gecommitteerden.
Er is tevens verder beraadslaagd over de kwestie Oost-Friesland. De graaf is verzocht alles in het werk te stellen om van Spaanse kant eenzelfde akte van neutraliteit te verwerven als die verstrekt door de Staten-Generaal. HHM geven hem hiervoor niet meer dan twee of drie maanden de tijd. Wel zal nu in overleg worden getreden over een plan voor de bezetting van het platteland, dat uitgevoerd kan worden als de akte niet wordt verkregen.

8 Moret mag toch tien of twaalf paarden naar Bergen op Zoom brengen voor de compagnie van ritmeester Du Metz. Wel moet hij een attestatie van de commies opsturen waaruit de verblijfplaats van deze nieuwe en de eerder gehaalde tien paarden blijkt.

9 De declaratie van hofmeester Mortaigne inzake het defroy van Soranzo gaat voor onderzoek naar thesaurier-generaal De Bie.

10 De Admiraliteit te Rotterdam heeft een aan haar gerichte brief van het stadsbestuur van Dordrecht doorgestuurd waarin executie tegen konvooimeester Repelaer wordt verboden.
De rekenmeesters Olphert Barents en Adriaen Pieterssen wordt advies gevraagd.
De Admiraliteit schrijft tevens dat zij Bartholomeus Segwaert diens traktement heeft betaald tot aan zijn inhechtenisneming, maar dat hij doorbetaling tot aan de dag van het vonnis eist. Het College vraagt HHM naar hun bedoeling.
HHM zullen antwoorden dat de Admiraliteit correct heeft gehandeld. Betaling eindigt in het geval van Segwaert en in dat van andere gevangenen op de dag van arrestatie.

11 Koopman Peter Jaspers Leijste verzoekt met twee met stenen kruiken geladen schepen hiernaartoe te mogen komen.
Met een beslissing wordt nog gewacht.

12 De gecommitteerden in de kwestie Algiers rapporteren dat Z.Exc. ook bezwaren heeft tegen het verbreken van de vrede met Algiers. Hij acht het beter de koopvaardijschepen zo te bewapenen dat deze van de kant van Algiers niets te vrezen hebben. Consul Coij zou echter moeten worden teruggeroepen als Algiers de veroverde schepen en goederen niet wil teruggeven.
Nagegaan zal worden of zich onder de gedeputeerden van het Noorderkwartier, nu ter dagvaart van Holland , enige leden van de Directie van de Levantse handel bevinden die, met die van Amsterdam, over deze zaak gehoord kunnen worden. Vervolgens zal dan een besluit worden genomen.

13 Aert Hendrixen krijgt nog twee dagen om zijn dupliek tegen de boden in te dienen.

14 De gedeputeerden van het Kwartier van Nijmegen verzoeken de RvS te machtigen tot betaling van de scheepsvrachten die hun ingezetenen hebben verdiend voordat het plakkaat van retorsie inging.
De RvS wordt gemachtigd over deze kwestie te beslissen.