22 - 06 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
koning van Denemarken verzoekt d.d. Boizenburg 30 mei kapitein
Bouat, sergeant-majoor van het
regiment van
Candale, te voorzien
van 18.000
rijksdaalder voor de werving van drieduizend man. Hiertoe heeft de
koning
hem
commissie gegeven. Bouat verzoekt verlof
om
met behoud van zijn aanstelling hier, troepen te mogen werven in
Frankrijk.
HHM achten het in het landsbelang niet wenselijk dat officieren en kapiteins zich van hun compagnieën absenteren en stemmen dan ook niet in met het verlof. Indien de koning echter niet zonder de diensten van Bouat kan, zullen zij hem laten gaan en zijn post aan een andere bekwame officier overdragen. Zij hebben echter
liever
dat hij in dienst van het land blijft.
2
Op grond van hun rapport worden
Berckel en
Van der Hoge gemachtigd
1
conform eerdere afspraken een generale uitwisseling van de
wederzijds
genomen gevangenen af te sluiten volgens het traktaat
van
10 okt. 1626. De gevangenen moeten hun eigen kosten betalen en
vervolgens direct worden vrijgelaten, zonder te hoeven wachten op
anderen die
niet hebben betaald.
De uitwisseling geldt voor alle gevangenen aan weerszijden die zich op de dag van het sluiten van het traktaat in publieke of private gevangenschap op het land bevinden. Zij die nog in de schepen op zee zitten en niet aan land zijn gebracht, vallen hier buiten. Ook het voor de
WIC
uitgevaren personeel dat in
West-Indië,
Brazilië of elders in
Amerika in gevangenschap verkeert, is in de
wisseling opgenomen. Indien de
Infanta dit punt niet absoluut
toestaat, zal men
dit op welbehagen van de
koning van
Spanje
afspreken. De Infanta moet dan wel te goeder trouw beloven alles in
het werk
te
stellen teneinde de koning over te halen.
De gecommitteerden moeten alles in hun vermogen doen om de nu hier gevangenzittende overlopers buiten de regeling te laten. Wanneer dit niet lukt, dan mogen zij naar gelegenheid handelen.
Om de kosten voor het land zo laag mogelijk te houden wordt besloten het rantsoen van de gevangenen van de vijand in redelijkheid te taxeren. De lijst van door de vijand gemaakte gevangenen zal worden gebruikt om te bezien in hoeverre zij hun rantsoen zelf kunnen opbrengen.
3
De gisteren gecommitteerde heren hebben
Cornelis Aelbrechtsen, stuurman uit Amsterdam, gehoord over het Spaanse
plan om achterlangs
Schotland te varen en de
buizen aan te vallen. Zij doen hiervan rapport.
HHM geven Aelbrechtsen 50 gld. Verder
zullen
zij aan de
Admiraliteit te
Amsterdam
schrijven hem in dienst te nemen.
4
De
RvS
verschijnt ter vergadering en meldt dat ontvanger-generaal
Doublet slechts geld kan lenen voor de betaling van de
ongerepartieerde ruiters en soldaten als de heren van
Holland hun krediet aanwenden.
Die
verklaren echter dat hun
principalen
om
pregnante redenen hiertoe niet bereid zijn.
HHM verzoeken Holland de
zaak
te heroverwegen en voor deze keer in te stemmen vanwege de grote
nood
en het belang.
5
De
RvS
bericht reeds eerder te hebben gemeld dat
Leur
[Etten-Leur],
Standdaarbuiten en andere dorpen niet
alleen hun
eigen gewas maar ook andere waren per schip naar
Breda brengen ten nadele van het land. De Raad
verzoekt
HHM hieraan een eind te maken.
Hoewel HHM aan enkelen heeft toegestaan met hun schuiten te varen, indien zij boven de wachten blijven, laten zij dit desalniettemin over aan de Raad. Deze mag hierover in dienst van het land besluiten zoals het hem goeddunkt.
6
De
RvS
heeft opgegeven wat de op de
Waal in te zetten sloepen zullen kosten, alsmede het bouwen van
enkele
wachthuizen.
HHM nemen hierover geen besluit.
7
HHM horen het verslag van de alliantiebesprekingen met de
Franse ambassadeur. Deze blijft bij de opname van
het woord "consentement", zoals in
Frankrijk is
bepaald. Tevens is besproken of de bezending naar Frankrijk
en
Engeland, waartoe op 12 juni is besloten,
moet doorgaan. Daarover zijn verschillende standpunten naar
voren
gebracht, onder andere dat men eerst de propositie van
Carleton zou moeten afwachten
alvorens
een besluit te nemen.
HHM zullen Z.Exc. berichten over de gisteren gehouden conferentie met de Franse ambassadeur.
82
Naar aanleiding van het bericht van
Dirck Scheij over de op 8 juni ontvangen brief van de
magistraat [van
Keulen] schrijven HHM nogmaals aan
de
magistraat en aan de voorzitter en schepenen [van het
hooggerechtshof]. Deze moeten Scheij tevredenstellen en de zaak
niet van de een naar de ander verwijzen.