23/06/1627

 
English | Nederlands

23 - 06 - 1627

Presentielijst:

Resoluties:

1 Burgemeesters en schepenen van Nijmegen schrijven d.d. Nijmegen 6/16 juni conform de resolutie van HHM van 2 juni gerechtelijke stappen te hebben ondernomen tegen mineur Jan Hanssen. Zij hebben hem gezegd dat hij van zijn ambt als mineur is ontheven en verzoeken hem te ontslaan en het traktement in te houden.
HHM geven de brief aan de RvS opdat Jan Hanssen geen traktement meer krijgt en het vonnis behoorlijk wordt uitgevoerd.

2 Over het verzoek van Jan Dirxen Deucht om restitutie van zijn door Compaen opgebrachte schip vragen HHM advies aan de Admiraliteit in het Noorderkwartier .

3 Naar aanleiding van het verzoek van konstabel Cornelis Segerssen, die op de vloot van L'Eremite bij Callao de Lima zijn arm heeft verloren, moet de Admiraliteit in het Noorderkwartier hem vergoeden. Dit conform de artikelbrief van de VOC waarop hij en de anderen zijn aangenomen.

4 De predikant van Roosendaal mag voor eigen gebruik onder cautie één ruinpaard uit deze landen halen.

5 HHM hebben eerder op aanbeveling van hun gecommitteerden bij de uitwisseling van gevangenen toegestaan dat Kesseler vrij zes koetspaarden mag uitvoeren. Op hun nadere aanbeveling is hem gratis paspoort voor een van zijn dienaren gegeven om de paarden hier te kopen en over te brengen.

6 Simon Cornelissen Bouman, oud-burgemeester van Schiedam, verzoekt betaling van een schuldbewijs van 664 gld. 16 st. 9 d. dat hij van ontvanger Vroesen met medeweten van de Admiraliteit te Rotterdam heeft ontvangen.
HHM vragen hierover advies aan de Admiraliteit.

7 De Kleefse raden schrijven d.d. Emmerik [Emmerich] 15 juni over de klachten tegen de ruiters van ritmeester Marlots. Uit het ambt Lijmers en het kerspel Wehl hebben zij twee boeren ontvoerd en hun 300 gld. afgeperst of borgtocht geëist. Zij wensen maatregelen hiertegen.
HHM geven de brief voor een spoedig besluit aan de RvS.

8 Enkele bewindhebbers van de VOC verschijnen ter vergadering. Op het laatste in Rotterdam uit Oost-Indië aangekomen schip bevonden zich twee rechters van Amboina [Ambon] aan boord, die zij hierbij aan HHM overdragen.
De Compagnie moet de rechters hier laten blijven totdat deze kwestie is afgehandeld.

9 Ontvanger-generaal Doublet heeft een wisselbrief ingediend van Joost Brasser van 60.000 rijksdaalder bestemd voor de koning van Denemarken. Deze wissel is door de griffier aan gezant Sigismond Buchner gegeven in aftrek van het vervallen subsidie.

10 Fiscaal Sille dient de reactie in van kapitein Van IJlem op de door de Admiraliteit te Rotterdam tegen hem ingebrachte klachten. Hij adviseert hem te laten vertrekken.
HHM geven de reactie aan Nobel om deze eerst met de Admiraliteit te bespreken.

11 De heer van Didem mag honderd mud haver en 27 mud rogge, zijn eigen gewas, vrij van Arnhem naar Emmerik [Emmerich] vervoeren.

12 HHM vragen de RvS advies over het nadere verzoek van markies De Leuville om betaling gedurende zijn absentie.

13 Rantwyck, Broechoven, Boreel, Hertevelt, Walta, Marienborch en Schaffer moeten het advies van de RvS over de eerder ingediende wagenvrachten nader onderzoeken.

14 Lecq compareert na terugkeer van de kust van Vlaanderen. Hij bericht over de situatie aldaar en hoe hij de blokkade heeft geregeld.

15 De gezanten naar Zweden en Polen schrijven d.d. Pillau [Baltiysk] 2 juni.
HHM antwoorden dat zij niet hoeven te wachten op de komst van Boetzeler.

16 Rolant van Os, luitenant van ritmeester Van der Wel, mag op een binnenlands paspoort één paard naar Bergen op Zoom brengen; David Wouterssen vier paarden naar het eiland Tholen, en Chrisostomus de Hase eveneens vier naar Bergen op Zoom.

17 Op Bosch' licent en tegen cautie is de volgende uitvoer naar Wijk toegestaan: Willem Willemsen Poorter, schout Jan Willemssen Poorter, Thonis Willemsen Poorter, Herman Leendertsen van der Pol, Huibert Lenerts, Jan Gerritsen Back, Bastiaen Janssen, de weduwe Lys Waelen, Jan Dirxen en Ariaen Dirxen ieder twee en Marij Joesten één merrie; naar Genderen door schout Claes Claessen twee en Willem Claessen één merrie; naar Meeuwen door Cornelis Hendrick Sas, Marritgen Jans, Cornelis Cornelisse Braber, Dingman Janssen, Joost Janssen, Herman Cornelissen en Aert Lenertsen ieder twee merries en een koe; Cornelis Cornelissen de Seuw twee merries en vier koeien; Philips Philipsen twee merries, vier melkkoeien, drie hokkelingen en twee varkens naar Hooge Zwaluwe en Lage Zwaluwe; schout, schepenen en regeerders van Oosterhout twintig merries en vijftien melkkoeien voor de inwoners; Ariaen Ariens Teulingh en Cornelis Eewoutsen ieder twee merries en vier magere runderen naar Dussen; Bastiaen Pieters de Roij, Pieter Geldersz. en Adriaen Wouterssen ieder twee paarden naar Capelle; Andries Pieters, Anneken Adriaens en Dirck Pieter Gerrits ieder twee merries naar Vrijhoeve-Capelle; Jan Thys Mathyssen en Aert Gotschalck Aertsen ieder twee merries naar Besoijen; Teunis Geemans twee merries naar Baardwijk; Hendrick Adriaenssen Verest en Wouter Thonissen ieder twee merries naar Besoijen en Verest ook nog vier melkkoeien; Cornelis Jan Dirxen, schout van Besoijen, twee merries naar Hedikhuizen; Huibert Geraerts, Pauels Joosten, Dirck Jacobs en Merriken Joosten ieder één merrie en Jan Janssen twee merries naar Vlijmen.

18 Popko Montsema, kanunnik en thesaurier van Oudmunster binnen Utrecht, krijgt paspoort om vier maanden naar vijandelijk gebied te gaan.

19 Randtwyck, Pauw en Vosbergen zullen Carleton spreken over de klachten van diverse kooplieden over Engelsen die zonder onderscheid hun uit Frankrijk afkomstige schepen aanvallen en naar Engeland brengen.

20 De heren van Holland melden teneinde schade te voorkomen onder de Grote Visserij door de in de Pasajes gelegen schepen en kustschepen, Z.Exc. te hebben bewogen de commandeur op de kust te schrijven zes van diens kruisers te sturen ter ondersteuning van de visserij. Zij verzoeken HHM de Admiraliteiten te Rotterdam en in het Noorderkwartier te schrijven terstond al hun schepen bestemd voor bescherming van de visserij te sturen. De schepen die nog niet klaar zijn dienen door konvooiers te worden vervangen.
De andere provincies hebben hiertegen ingebracht dat het sturen van de zes kruisers niet in overeenstemming is met de regeling van de beveiliging van de zee, die met zoveel moeite tot stand is gekomen. Holland zou daar niet zelfstandig van mogen afwijken.
Rantwyck en Hertevelt zullen met enkele afgevaardigden van Holland en Zeeland nogmaals met Z.Exc. over deze kwestie spreken.