29 - 10 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Gelezen is de op 25 okt. overhandigde verklaring van de gedeputeerden van de stad
Utrecht over de verkiezing van de magistraat aldaar.
Rantwyck,
Noortwyck,
Duick,
Vosbergen,
Ploos,
Oenama
en
Schaffer zullen de kwestie
bespreken met Z.Exc. om na te gaan hoe men deze zaak kan
schikken.
2
In brieven aan HHM en
Z.Exc.
verzoekt
Carleton het afdanken van
de compagnie van
Monschau uit te
stellen totdat hij
nader met HHM heeft gesproken.
HHM handhaven hun eerdere resolutie.
3
De heren van
Holland stellen voor het overleg over de tarra op 15 nov. te laten
plaatsvinden.
HHM gaan hiermee akkoord en verzoeken de heren van Holland de kooplieden uit hun provincie schriftelijk uit te nodigen.
4
Een brief met mededelingen van
Carl van Cracou d.d. Elseneur [Helsingør] 19 okt. behoeft geen
resolutie.
5
Op het verzoek van
Olijm Sackerley, echtgenote van
Denijs de
Boij, kennen HHM haar uit
medelijden eenmalig 6 gld. toe.
6
Noortwyck en
Vosbergen doen verslag
van de op 27 okt. opgedragen commissie betreffende
Jacob Claessen Haijman c.s. Hun
goederen zijn in
Engeland in beslag genomen omdat
niet
in de vrachtbrieven vermeld stond
dat
deze
verstuurd werden voor eigen rekening of omdat er niet in
stond
dat de goederen naar
Danzig
[Gdansk] of
een
andere neutrale stad gezonden moesten worden in plaats van de stad
waar
ze nu naartoe zijn gebracht of om andere redenen,
ondanks
dat de supplianten voor hun magistraten onder ede verklaard hebben
dat de
goederen
hun toekomen.
Carleton heeft
verklaard dat het niet de bedoeling
van
zijn
koning is om de handel op
Frankrijk van kooplieden uit de Republiek te
belemmeren maar dat de confiscatie toegekend moet zijn wegens
gebrek
aan bewijs. Aangezien men ook heeft ontdekt dat de onder ede
afgelegde
verklaringen voor de magistraten wellicht niet overeenkomstig de
waarheid waren, heeft men hieraan niet veel waarde gehecht. Op het
voorstel van de kooplieden om in aanwezigheid van Carleton onder
ede te
verklaren dat het hun goederen zijn, heeft hij beloofd een
aanbeveling te
schrijven en zich ervoor in te spannen dat zij tevredengesteld
worden
indien HHM de eed willen afnemen, hetzij tijdens de voltallige
vergadering of door gedeputeerden. Carleton beweerde niet
gelast te zijn tot het toezicht houden op het afleggen van deze
eed.
HHM laten
Pieter Bisschop c.s. de eed tijdens de vergadering afleggen.