18 - 11 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Op het verzoek van
Wilhelmus Baudartius zal ordonnantie worden
gedepêcheerd van een half jaar traktement à 550 gld.
en
van een door hem gegeven buitengewoon voorschot van 32 gld. 8
st.
Tevens wordt ordonnantie gedepêcheerd voor
Gersom Bucerus van 1.112 gld. 10 st. voor een op 1 nov. vervallen jaar
traktement, inclusief 312 gld. 10 st. voor huishuur van 1 aug. 1626
tot
1 nov. 1627.
2
Op het verzoek van
Cornelis Pieters Baenman,
Claes Velstrijns en
consorten worden
Languerack en
de magistraat van
Dieppe geschreven opdat de supplianten hun door
een Franse
kapitein in beslag genomen schip terugkrijgen.
3
Op het verzoek van
Joost Adriaenssen Colster gaan HHM ermee akkoord gouverneur
Meyer en de magistraat te
Brest te schrijven opdat hij zijn door een Engels
schip veroverde en te Brest ingebrachte schip terugkrijgt.
4
Op het verzoek van de reders van het door twee Engelse schepen veroverde en naar
Southampton gebrachte schip Den Swarten Hont
wordt
Joachimi geschreven zich
ervoor in te spannen dat het schip met lading
gerestitueerd wordt.
5
Op het verzoek van
Abraham Joosten schrijven HHM de
grootvorst
van Moskovië en de
patriarch aldaar opdat hij en zijn
twee zoons,
Joost en
Herman
Abrahams van
Archangel naar
Vologda,
Jaroslawl en
Moskou mogen komen om handel te drijven.
6
Op het verzoek van
Aelbert Schuijt, koopman te Amsterdam, wordt
Oosterwijck geschreven. Deze moet er bij
Venetië op aandringen dat het door
Venetiaanse
schepen veroverde en naar Venetië gebrachte schip van Schuijt
wordt
vrijgegeven.
7
Commies
Van der Haer stelt voor dat HHM door gecommitteerden uit de provincies
laten onderzoeken welke posten op de staat van oorlog vervallen
zijn.
De RvS kan dit niet goed te weten komen omdat enkele provincies te
ver
verwijderd zijn.
HHM besluiten dat de RvS dit wel zelf kan laten onderzoeken. De Raad bestaat immers uit gedeputeerden uit elke provincie.
8
HHM stellen een besluit uit over het verzoek van de
thesaurier van Z.Exc. om betaling van het lijfpensioen van de jonge
prins.
9
De burgemeesters en de vroedschap van
Utrecht verzoeken d.d. 5/15 nov. de kwestie van de
verkiezing af te handelen.
HHM laten de gecommitteerden de kwestie aanpakken
10
Rode verzoekt de uitvaardiging van het plakkaat tegen de
Utrechtse stuiver uit te stellen. Hij belooft ervoor te zorgen dat
de
stempels onmiddellijk worden ingetrokken.
HHM handhaven de gisteren genomen resolutie omdat niet aangeboden wordt de reeds geslagen stuivers te wisselen en in te trekken.
111
Renssen en
Nobel berichten over
het voorstel van
Josephe Pallache.
Als HHM iemand willen sturen of hem willen gebruiken om
de
koning van Marokko om steun te
vragen,
biedt hij aan dit met zoveel nauwgezetheid te doen dat hij niet aan
een
goede afloop twijfelt. Ook verzoekt hij het geschut dat de koning
in de
Republiek heeft laten gieten met wat oorlogsmunitie te laten
overbrengen. Verder vraagt hij om een akte waarmee hij salpeter uit
Marokko naar de Republiek mag brengen, waartoe hij
HHM verzoekt de koning te schrijven.
De
Admiraliteit te Amsterdam
moet de kanonnen en de munitie laten meenemen door een naar Marokko of de
Straat van Gibraltar uitvarend konvooischip. De andere
twee punten worden nog in beraad gehouden.
12
Willem van Byler, stempelsnijder van de Munt van Holland, verzoekt de
stempels van
de tussen 1573 en 1614 geslagen legpenningen op kosten van het land
te
mogen vernieuwen en onderhouden.
Dit wordt afgewezen. Hij mag het wel
op
eigen kosten doen.
13
Wynant Adriaenssen van der Gracht verzoekt betaling te krijgen van een door de
Admiraliteit te Rotterdam
op 30
april 1626
gegeven ordonnantie ten bedrage van 408 gld. of om in plaats
daarvan
een obligatie te ontvangen.
HHM vragen hierover advies van de
genoemde
Admiraliteit.
14
Hendrick van Eck, generaal van de konvooien en licenten, meldt d.d. Arnhem 10
nov. dat de resolutie van 20 okt.
over de uitvoer van paarden op verschillende manieren wordt
uitgelegd
door de onder verschillende Admiraliteiten vallende officieren van
de
konvooien en licenten. Hij vraagt om een nadere verklaring
opdat er geen verschil is tussen de kantoren. Van Eck vraagt
tevens
of het niet nodig is alle kantoren te gelasten 's
lands
gerechtigheid te heffen op de paarden die bij trompet verkocht en
uitgevoerd worden.
HHM schrijven de Admiraliteiten opnieuw dat zij de officieren moeten gelasten de hoogste in de lijsten genoemde belasting te heffen op de paarden die over water of over land uitgevoerd worden. Op een paard dat naar neutraal gebied wordt uitgevoerd en dat in de kolom staat op 4 of 6 gld., moeten zij 14 gld. heffen. Op een paard dat naar vijandelijk gebied wordt uitgevoerd en dat in de kolom op 6 of 9 gld. staat, moeten zij 18 gld. heffen. Voor een zoghengst of merrieveulen moet de helft van de hoogste in de kolom genoemde belasting betaald worden, namelijk 7 gld. in plaats van 2 gld. als het naar neutraal gebied gaat en 9 gld. in plaats van 3 gld. als het naar vijandelijk gebied gaat.
De Admiraliteiten moeten ook de officieren van de konvooien en licenten aanschrijven dat zij op de paarden die bij trommelslag of trompetgeschal verkocht worden, 's lands gerechtigheid heffen net als op andere paarden die uitgevoerd worden.
15
Colster en
Groot melden de brieven
van
HHM aan luitenant-admiraal
Dorp
vanaf
Brielle te hebben besteld.
16
Een brief van
Languerack d.d. Parijs 7 nov. behoeft geen resolutie.
17
Voor het gezantschap naar
Frankrijk worden
Sommelsdyck en
Vosbergen gecommitteerd en voor
het
gezantschap naar
Engeland
Rantwyck en
Heemstede. De heren worden aangespoord binnen
veertien dagen te vertrekken.