10/03/1628

 
English | Nederlands

10 - 03 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Arcken Homperts c.s., inwoners van het hertogdom Limburg, verzoeken mandement van appèl inzake een door de RvS in hun nadeel en in het voordeel van enkele ruiters uit Geertruidenberg gewezen vonnis.
HHM wijzen dit verzoek af.

2 HHM wijzen kapitein Dirck de Swart 15 gld. toe mits hij hun niet meer lastigvalt.

3 Govert Dolmans en andere lakenbereiders en drapeniers uit de stad Peer in het Land van Luik verzoeken hun laken naar Eindhoven en terug naar Peer te mogen brengen om het daar te laten verven.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.

4 De weduwe van kapitein Willem van Bergen verzoekt betaald te worden voor een restcedel van voormalig ontvanger-generaal Vroesen.
HHM vragen advies aan de Admiraliteit te Rotterdam .

5 HHM lezen een door de ambassadeur van Frankrijk ingediende memorie.1 De ambassadeur vraagt toestemming tweehonderdduizend pond koper, zestigduizend pond tin, drieduizend pond lont2, tweehonderdduizend pond lood, driehonderd rollen touwwerk, 24 ankers, masten voor twaalf schepen en 39 stukken geschut, waarvan 31 met het wapen van de Franse koning, naar Frankrijk te mogen uitvoeren.
HHM verlenen hiervoor geen toestemming omdat de Republiek deze goederen niet kan missen.

6 Op de declaratie van Johanne Bogermannus depêcheren HHM ordonnantie van 300 gld. voor een half jaar extraordinaris traktement tot 1 maart, en 150 gld. voor huishuur, 100 gld. voor een amanuensis en 85 gld. 15 st. voor brandstof, inkt, papier en andere benodigdheden.

7 HHM passeren ordonnantie van de door Jason Bylant voorgeschoten 239 gld. 14 st. voor de verzending van tussen 1 mei 1627 en 1 maart 1628 ontvangen brieven uit Frankrijk.

8 HHM lezen het rekest van Goert Janssen uit Breberen. De Kleefse regering en commissaris Renssen hebben zijn halfbroer Giel Janssen, wie hij als knecht dient, vanwege de contributies uit het Land van Gulik [Jülich] gehaald. Zij hebben hem op een rantsoen van 1.200 rijksdaalder gezet. Vervolgens hebben zij de suppliant gehaald en gerantsoeneerd voor 400 rijksdaalder, welk bedrag hij als dienstknecht niet kan opbrengen. De suppliant verzoekt daarom te worden vrijgelaten.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.

9 Burgemeester Brasser en Dirck Nisen met zijn broer zijn binnengekomen. Zij klagen dat de Admiraliteit te Rotterdam nog steeds weigert te voldoen aan de resolutie van 1 maart en eerdere resoluties waarbij zij gelast zijn enkele verjaarde ordonnanties om te zetten in obligaties ter waarde van 40.000 gld. Zij verzoeken HHM ontvanger Van IJck opdracht te geven deze omzetting te doen.
Nobel zal deze zaak bespreken met de hier aanwezige fiscaal Van den Broeck en genoemde ontvanger.

10 Een brief van Languerack d.d. Parijs ... 3feb. behoeft geen resolutie.

11 De Admiraliteit te Amsterdam schrijft twee schepen beschikbaar te hebben. Zij kan deze gereedmaken om de gezanten van HHM in Danzig [Gdansk] te halen zodra zij daartoe geld heeft.
HHM antwoorden bezig te zijn het geld te regelen, zodat het College spoed moet maken met de equipage.

12 Ambassadeur Soranzo compareert. Hij bericht dat zijn republiek Venetië een goede verstandhouding heeft met de daar aangekomen Oosterwijck. Dit blijkt uit de credentiebrief d.d. 16 feb. die hij overhandigt.
Ten tweede verzoekt Soranzo HHM de kwestie van de parels te hervatten en daarover door revisie of anderszins een besluit in het voordeel van Venetië te nemen.
Ten derde brengt hij enkele berichten te berde. De paus, keizer en de koningen van Spanje en Frankrijk werken samen om die van de religie en de ongelovigen geheel uit te roeien. Daardoor wordt ook de staat Venetië bedreigd.
HHM bedanken Soranzo voor de goede verstandhouding. Zij verzoeken hem te zorgen dat Venetië het subsidie betaalt, hetgeen hij zegt te zullen doen.
Op het tweede punt antwoorden HHM de zaak in overweging te nemen.
Voor het derde punt bedanken HHM Soranzo.

134 Josephe Pallache, agent van de koning van Marokko, compareert en proponeert vier punten.
I Ondanks zijn ouderdom en de gevaren op zee heeft Pallache besloten de reis naar Barbarije [Marokko] te maken, zodat hij HHM en zijn koning kan dienen tegen hun vijanden. Pallache wil weten of hij zijn koning moet aanzetten tot ondersteuning door een lening of door een gift. In het geval van een lening zal zijn koning gul geven, maar bij een gift kan hij ook goed werk doen. Palache hoopt in overeenstemming met zijn diensten door HHM vergoed te worden.
HHM laten Pallache om hulp vragen door de gulheid van zijn koning aan te spreken. Als hij daarin slaagt, zullen zij hem passend belonen.
II Gedurende zijn afwezigheid mag Pallaches zoon David Pallache als een dienaar van zijn koning worden beschouwd. Zo kan zijn zoon in dezelfde kwaliteit als HHM hem in 1620 en 1622 hebben toegestaan de zaken van zijn koning waarnemen. De koning verlengt deze substitutie.
II HHM keuren de substitutie goed.
III Josephe Pallache hoopt dat HHM hem jaarlijks 350 gld. huishuur geven. In mei aanstaande zijn er twee jaren verstreken.
HHM nemen de huishuur evenals het verzochte reisgeld nader in overweging.
IV Pallache vraagt vrijdom van de belasting op consumptie in Amsterdam en enige subsidie voor de reiskosten.
Hierover laten HHM de Staten van Holland beslissen.

1 De memorie is geïnsereerd in S.G. 3187.
2 S.G. 3187 heeft eenmaal driehonderdduizend pond lont, maar de memorie vermeldt drieduizend.
3 De dag is niet ingevuld.
4 Deze resolutie is gedrukt in: De Castries, Sources Maroc IV, 218-219.