14/03/1628

 
English | Nederlands

14 - 03 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 HHM wijzen het gisteren door ritmeester Balfour ingediende verzoek af. Hij krijgt tot morgen de tijd oprecht te verklaren of hij in staatse dienst wil blijven of niet. Indien Balfour zijn ambt verlaat, wordt de heren van Holland verzocht een andere officier in zijn plaats te nomineren. Als hij wil aanblijven, hetgeen HHM prefereren, mag hij zich niet met lichtingen bezighouden.

2 HHM hebben het op 10 maart ingediende en 11 en 13 maart herhaalde verzoek van D'Espesses met Z.Exc. en de RvS besproken.
HHM staan vrije uitvoer toe van de 31 met het wapen van de koning gegoten stukken geschut en de verzochte lonten. Vanwege schaarste weigeren zij de uitvoer van de andere goederen zoals koper, tin, lood, touwen, ankers en masten aangezien de Republiek deze zelf nodig heeft.
HHM berichten hun ambassadeurs hierover zodat zij toestemming kunnen regelen voor de uitvoer vanuit Lotharingen door Frankrijk naar de Republiek van de daar door Dirck de Heuft ingekochte salpeter.
HHM stellen een besluit over de gisteren ingezonden propositie uit.

3 Aangezien de koning van Spanje met hulp van de Katholieke Liga de Republiek wil aanvallen en indien mogelijk volledig onder zijn bewind brengen, achten HHM het na overleg met Z.Exc. en de RvS nodig het land daartegen te verzekeren. Daarom nemen zij naast het ordinaris krijgsvolk voor een periode van vier lange maanden nog eens tienduizend man infanterie aan in staatse dienst. Deze zijn onderverdeeld in vijftig compagnieën van tweehonderd Duitse soldaten en moeten de verdediging en bezetting versterken. De compagnieën krijgen 5 gld. aanritsgeld per man en daarnaast dagelijks 5 st. per man tot de eerste monstering wanneer er tenminste 75 mannen op de verzamelplaats bijeen zijn.
Het land levert hun wapens onder voorwaarde dat de officieren deze bij hun afdanking compleet en in goede staat weer inleveren. Anders worden de wapens op hun gage ingehouden.
In de compagnieën mogen geen Fransen, Engelsen of Schotten worden aangenomen of zij nu feitelijk in dienst van het land zijn of niet.

4 1HHM lezen een voorstel van de Staten van Holland om namens de provincie de strijd te water onder een behoorlijk commando te stellen. Z.Exc. zou een deftig en moedig persoon tot luitenant-admiraal moeten aanstellen en voorzien van passende privileges, eer en bijbehorende inkomsten.
Daarnaast moeten er nog drie vice-admiraals worden aangesteld die beurtelings naast de luitenant-admiraal de bezetting van de kust van Vlaanderen en het kruisen op de Noordzee en in Het Kanaal en bij alle voorvallende marinezaken ingezet kunnen worden. Deze vice-admiraals moeten Z.Exc. en de nieuwe luitenant-admiraal in alles gehoorzamen.
Alle kapiteins te land en te water dienen goede correspondentie te houden zodat bijtijds maatregelen genomen kunnen worden. Zij behoren de over de oorlog ter zee opgestelde en nog te maken artikelen, ordonnanties en instructies nauwkeurig na te volgen.
Eén van de vice-admiraals moet gewoonlijk verblijven in het Zuiderkwartier, één te Amsterdam en één in het Noorderkwartier. Als voor hen geen oorlogsschepen worden uitgerust en zij bij gelegenheid van schip wisselen, dan ontvangen zij geen inkomsten uit het kostgeld, maar moeten zij genoegen nemen met hun gage en traktementen.
Wanneer de vice-admiraals elkaar tegenkomen moet, de vlag gevoerd worden door degene in wiens district de ontmoeting plaatsvindt. De andere vice-admiraals moeten hun vlaggen dan tijdelijk strijken en binnenhalen. Bovendien wordt hen verzocht aan boord te komen en te verschijnen in de krijgsraad van het schip dat de vlag voert. Hiervan wordt afgeweken wanneer één van de drie vice-admiraals bij speciale akte van Z.Exc. tijdelijk opdracht heeft overal de vlag te voeren.
Voor hun diensten en die van hun dienaren ontvangen de vice-admiraals maandelijks 132 Kar.gld. Als zij op zee of in andere krijgsbedrijven ingezet worden, krijgen zij daarnaast nog 80 Kar.gld. per maand waarmee zij het onderhoud van hun tafel en andere kosten kunnen betalen.
Hun gage en traktementen ontvangen de vice-admiraals van de Admiraliteitscolleges van hun residentie.
De kapiteins van de oorlogsschepen moeten een bedrag krijgen waarmee zij de in hun kajuiten logerende vice-admiraals en hun dienaren in de matrozenbak gewoonlijk dienen te onthalen.
HHM sluiten zich aan bij deze punten. Zij verzoeken Z.Exc. vier bekwame personen, één luitenant-admiraal en drie vice-admiraals, te kiezen.

1 Deze resolutie is in S.G. 53 ingeschreven door een klerk.