19 - 05 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De afgevaardigden van de stad
Groningen en die van de
Ommelanden compareren. Beide
partijen willen hun geschilpunten bespreken. Aangezien zij echter
geen
overeenstemming kunnen bereiken, laten zij een beslissing over aan
HHM.
HHM laten
Feit,
Noortwyck,
Van der Dussen,
Stavenis,
Ploos,
Oenema
en
Aelbertsz. de geschilpunten op
dezelfde voet als vorig jaar behandelen. Zij moeten echter
beginnen met
de
kwestie van de belasting en daarna de overige punten
afhandelen.
2
Op een brief van ambassadeur
Langerack d.d. Parijs 6 mei nemen HHM geen besluit.
3
HHM geven de brieven van de gezanten uit
Frankrijk d.d. Parijs 5 mei aan thesaurier-generaal
Van Goch. Hij moet er de
belangrijkste
punten uit halen en aan HHM doorgeven.
4
Op een brief van de gedeputeerden te
Emden d.d. 2/12 mei volgt geen resolutie.
5
Ernst Casimir schrijft d.d. Groningen 30 april wat ingenieur
Johann Eems hem heeft bericht
inzake
de situatie van
Knock langs de
Eems.
HHM zullen de brief bespreken met Z.Exc. en de RvS.
6
Een brief met berichten van de
Staten van Friesland
d.d. Leeuwarden 6 mei behoeft geen resolutie.
7
De Emdense afgevaardigden
Everhardus Everdes, burgemeester, dr.
Wilhelmus
Witfelt, secretaris, en
Abraham
Hermans, compareren. Krachtens hun geloofsbrieven melden
zij
enkele belangrijke kwesties te willen bespreken.
Om de vergadering niet te lang op te houden, zullen
Feit,
Van der Dusse,
Bas en
Ploos deze met hen bespreken.
8
De aanwezige raden van de
Admiraliteit te Amsterdam
brengen een brief ter sprake d.d. Amsterdam 15 mei. Daarin verklaart het Admiraliteitscollege dat inzake de kapiteins van de oorlogsschepen op de
Eems het best aan de gedeputeerden te
Emden kan
worden geschreven.
HHM zullen de gedeputeerden te Emden daarvan op de hoogte stellen en de zaken rond de kapiteins aldaar aan hen overlaten.
9
Bas meldt alles in het werk te hebben gesteld om
Carel van Gelder namens secretaris
Gunter met
Joost
Brasser tot overeenstemming te brengen inzake hun geschil
over de betaling van 18.021 pond 17 st. 8 d. Aangezien beide
partijen
voet bij stuk houden, is er geen akkoord bereikt.
HHM laten het tussen resident
Vosbergen en Brasser gesloten contract intact in het voordeel van
laatstgenoemde.
10
Philippe Calandrini komt binnen en stelt met een akte obligatoir1
zekerheid
voor het
onderhoud van en de servitiën voor de uit
Stade
afkomstige troepen van
Morgan.
11
Mr.
Coenraedt Ruis en
Willem Brasser, raden
van de Admiraliteit te Rotterdam, compareren. Zij verzoeken
subsidie
voor de
betaling van vier in opdracht van HHM te kopen oorlogsschepen en
willen dat hun College meer dan 20.000
pond van het geld van
Utrecht
ontvangt.
HHM kunnen momenteel niet meer subsidiëren dan de 20.000 pond van Utrecht, aangezien dit in verhouding met de quote is verdeeld over de verschillende Admiraliteitscolleges. Het extra voor de vier schepen benodigde geld moeten zij betalen uit de door
Holland
aan hen verstrekte subidie.
Ten tweede vragen Ruis en Brasser de uitvoer van hout en andere materialen naar de
Zuid-Hollandse dorpen in de
Langstraat voor de reparatie
van afgebroken huizen toe te staan.
HHM keuren deze uitvoer niet goed zonder er eerst over te zijn geïnformeerd.
Ten derde verzoeken zij de uitvoer naar
Frankrijk van pek, teer, lood en dergelijke goederen toe te staan
aangezien de kooplieden op de
Maas daarop
aandringen.
HHM zullen de laatst uitgevaardigde plakkaten hierover onderzoeken en het verzoek vervolgens nader bespreken.