23 - 06 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM geven een brief van de gezanten in
Frankrijk d.d. Parijs 9 juni met eerdere brieven van hen aan
Feit,
Bruininxs,
Stavenis en
Ploos om daaruit de belangrijkste punten te
halen en daarover te berichten. Tevens moeten zij de gezanten in
Engeland schrijven hun collega's in
Frankrijk
nader te informeren over wat er daar voorvalt inzake de te sluiten
vrede
tussen de beide kronen. Ten slotte moeten zij met de aanwezige
afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges een goed
schip
uitrusten voor het uitwisselen van brieven
tussen
de genoemde gezanten.
2
De
Gedeputeerde Staten van Groningen
committeren d.d. Groningen 23 mei
Menno Broersma in plaats van jonker
Lucas
Clant in de
Generaliteitsrekenkamer
.
HHM nemen Broersma de eed af en accepteren zijn benoeming.
3
De
weduwe en wezen van Leendert Dirxsz. den
Blauwe, voormalig werkmeester, hebben conform een
ordonnantie
van 14 april 1627 1.933 pond 6 st. 8 d. tegoed. Zij
verzoeken de ordonnantie zo spoedig mogelijk te betalen
of
om te zetten in een obligatie met rente ten laste van het
land.
HHM laten de RvS de supplianten tevredenstellen met geld of met de omzetting.
4
De
president bericht dat Z.Exc. zich afvraagt hoe HHM denken over de
inzet
van de 38 compagnieën infanterie voor de bewaking van de nieuw
beraamde werken rond
Bergen op Zoom en
Steenbergen. Deze zou immers ten koste gaan van
het
aantal in het veld te gebruiken compagnieën.
HHM laten Z.Exc. de 38 compagnieën naar eigen inzicht hun patenten geven. Vervolgens verklaren de heren van
Friesland en
Groningen hiermee in te stemmen als HHM
hen evenzeer van soldaten voorzien indien de provincies deze nodig
zouden
hebben. Zij moeten hen in dat geval niet streng behandelen of
onvriendelijk
tegemoet treden.
5
Naar aanleiding van het verschillende keren ingediende verzoek van kapitein
Godtfriedt van der Mullen geven HHM hem op aanbeveling van Z.Exc. 500 gld. voor het
transport van zijn soldaten. Hiervan depêcheren zij ordonnantie
zodra
zijn soldaten in
Deventer zijn aangekomen.
6
Bruininxs bericht over een brief van de
Gecommitteerde Raden in het Noorderkwartier
d.d.
Hoorn 21 juni. In
Hoorn is een schipper aangekomen
met enkele
soldaten uit
Glückstadt. Krachtens een
hem
in Glückstadt verleende akte vraagt hij betaling voor zijn vracht.
Verder vragen de burgemeesters van Hoorn of zij de binnengebrachte
zieke soldaten op kosten van het land moeten onderhouden.
HHM verklaren zich niet verantwoordelijk voor de kwestie te voelen. Toch zullen zij
Calandrini in 's-
Gravenhage aanspreken of in
Amsterdam schrijven de schipper voor zijn
transport te
betalen en de uit
Stade afkomstige soldaten
conform
zijn schriftelijke belofte te onderhouden en servitiën te
geven.
7
HHM lezen het rekest van
Rogier van Brouchoven, drost van het Land van Rumst,
Gerart
van Brouchoven, heer van Bergeijk, raad
en rentmeester van de staten van Brabant in het
kwartier 's-Hertogenbosch, mede namens
zijn dienaar
Cornelis
Robbrechtsz., en
Lucia van Hoogestein, weduwe van
Pieter van Brouchoven, voormalig
rentmeester van het genoemde kwartier, mede namens haar
dochter
Mariana van Brouchoven.
Zij
verzoeken mandement van appèl met clausule van inhibitie van een
op
3 juni door de RvS gewezen vonnis tussen de supplianten als eisers
en
een groep van 35 in
Bergen op Zoom garnizoen
houdende
ruiters uit verschillende compagnieën als gedaagden.
HHM vragen hierover advies aan de RvS en laten de supplianten hun bezwaren over het vonnis nader uiteenzetten.
Fransois Guarrier, advocaat te 's-Hertogenbosch en agent van Lucia van
Hoogestein, verzoekt verlenging van de toestemming om in de
Republiek
te
mogen blijven totdat het hoger beroep van Lucia c.s. tegen de 35
ruiters
van
Bergen op Zoom definitief is afgehandeld.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
8
De pachters van de konvooien en licenten verzoeken HHM te verklaren of de borgen voor de zuivering van de binnenlandse paspoorten (op grond waarvan goederen zijn uitgevoerd zonder bewijs te leveren dat deze op de bestemmingsplaats zijn aangekomen) vijands of neutraal licent moeten betalen of de borg moeten aflossen.
HHM zoeken de retroacta hierover op en geven deze met het rekest voor advies aan de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges.
9
Pierre des Martins is door de
koningin-moeder
van de
koning van Frankrijk naar
Holland gestuurd. Hij verzoekt paspoort om tien à
twaalf kassen gouden leren tapisserieën voor hare majesteit, twee
kassen met dezelfde tapisserieën voor de
grootzegelbewaarder
en andere kostbaarheden vrij
over land naar
Frankrijk te mogen uitvoeren. Des
Martins moet alle goederen nog aanschaffen.
HHM zullen het verzoek in acht nemen zodra de suppliant alle goederen heeft gekocht en bijeengebracht.
10
HHM resumeren het gisteren genomen besluit over het voorstel van de afgevaardigden van de
Admiraliteit te Amsterdam
.
HHM laten
Luchteren,
Bas,
Brouwer,
Hertevelt,
Eysinge,
Harsolte en
Schaffer met de aanwezige afgevaardigden van de
Admiraliteiten een
nauwkeurige
lijst opstellen van de uitgaven en inkomsten van hun Colleges.
Overeenkomstig deze lijst worden de toegekende subsidies verdeeld,
waarbij een voet voor de door de Colleges te verrichten
scheepsuitrustingen wordt vastgesteld.
11
Afgevaardigden van de
Admiraliteit te Amsterdam
compareren en herhalen hun gisteren mondeling gehouden remonstrantie. Daarbij melden zij naast alle andere materialen vooral buskruit nodig te hebben. Bovendien zijn de conform de staat van oorlog te water op de provincies gerepartieerde scheepskapiteins van hun College niet betaald ondanks alle mogelijke inspanningen die zij daartoe krachtens resolutie van HHM hebben gedaan. De afgevaardigden verzoeken daarom te regelen voorlopig 35.000 pond te ontvangen van het in
Utrecht
beschikbare geld voor ondersteuning van de Admiraliteit. Daarnaast vragen zij de drie door hen voor bewaking van de
Elbe uitgeruste oorlogsschepen terug te roepen opdat deze voor het
konvooi van de koopvaardijschepen kunnen worden ingezet.
HHM laten ontvanger-generaal
Doublet de afgevaardigden een assignatie van 13.500 pond geven, de
helft van 27.000 pond. Doublet moet dit bedrag in Utrecht laten
betalen
van het aldaar voor de
Admiraliteit beschikbare geld.
Na voorgaande bespreking met Z.Exc. is het terugroepen van de schepen op de Elbe voorlopig opgeschort.
12
HHM zetten de bespreking voort over de door de opnemers van de twintigjarige rekening van de
VOC
vastgestelde overgebleven loquaturs. Het zesde punt betreft de voorraad en onkosten van de goederen van veertien op geschatte waarde overgenomen schepen, het zevende punt de lang na de vervallen tijd geboekte grote posten, het achtste punt de bij de afrekening van de Compagnie van
Heemskerck ontstane schulden, het negende punt de lang na de uiterste
dag wegens de Compagnie van
Neck
en Heemskerck
geboekte posten en het tiende punt de zogenaamde "gefingeerde"
rekening
van maandgeld of huur van de matrozen. De Bewindhebbers van de VOC
blijven van mening dat deze posten zoals opgesteld in rekening
gevalideerd moeten worden. De opnemers menen echter dat deze in
de
boeken van de Compagnie geschrapt moeten worden, wat de Compagnie
voordeel zal opleveren.
HHM laten de punten in rekening valideren. Het achtste punt laten zij echter nader onderzoeken aangezien de Bewindhebbers de gehele post van de peper niet geboekt hebben, terwijl daar de schulden uit voortkomen.
Aelbertsz. bericht dat bij het afscheid van de besprekingen
over de twintigjarige rekening van de VOC de bewindhebbers en
opnemers gezamenlijk waren overeengekomen op 20 juni weer bijeen te
komen in
Amsterdam. Daar zouden zij de rekening
sluiten. Aangezien deze dag voorbij is voordat HHM over de
overgebleven
loquaturs hebben besloten, vraagt Aelbertsz. of HHM conform het
octrooi
niet een andere geschikte dag moeten vaststellen. Daarvan moeten
zij de
participanten door aanplakking van biljetten op de hoogte
stellen.
13
Een brief van
Brederode d.d. Bazel 16/26 mei behoeft geen resolutie.
14
Op een brief van
Phillips Hartman d.d. Glückstadt 1 juni nemen HHM geen besluit.
15
HHM geven een aan
Otto de Gent, heer van Dijde, over het weigeren van de servitiën aan de
compagnie van
Soppenbroeck
geschreven
brief d.d. Emmerik [Emmerich] 19 juni aan de RvS om erover te
besluiten.