23/06/1628, 12

 
English | Nederlands

23/06/1628, 12

12 HHM zetten de bespreking voort over de door de opnemers van de twintigjarige rekening van de VOC vastgestelde overgebleven loquaturs. Het zesde punt betreft de voorraad en onkosten van de goederen van veertien op geschatte waarde overgenomen schepen, het zevende punt de lang na de vervallen tijd geboekte grote posten, het achtste punt de bij de afrekening van de Compagnie van Heemskerck ontstane schulden, het negende punt de lang na de uiterste dag wegens de Compagnie van Neck en Heemskerck geboekte posten en het tiende punt de zogenaamde "gefingeerde" rekening van maandgeld of huur van de matrozen. De Bewindhebbers van de VOC blijven van mening dat deze posten zoals opgesteld in rekening gevalideerd moeten worden. De opnemers menen echter dat deze in de boeken van de Compagnie geschrapt moeten worden, wat de Compagnie voordeel zal opleveren.
HHM laten de punten in rekening valideren. Het achtste punt laten zij echter nader onderzoeken aangezien de Bewindhebbers de gehele post van de peper niet geboekt hebben, terwijl daar de schulden uit voortkomen.
Aelbertsz. bericht dat bij het afscheid van de besprekingen over de twintigjarige rekening van de VOC de bewindhebbers en opnemers gezamenlijk waren overeengekomen op 20 juni weer bijeen te komen in Amsterdam. Daar zouden zij de rekening sluiten. Aangezien deze dag voorbij is voordat HHM over de overgebleven loquaturs hebben besloten, vraagt Aelbertsz. of HHM conform het octrooi niet een andere geschikte dag moeten vaststellen. Daarvan moeten zij de participanten door aanplakking van biljetten op de hoogte stellen.