18/07/1628

 
English | Nederlands

18 - 07 - 1628

Presentielijst:

Resoluties:

1 De RvS adviseert d.d. 15 juli over het op 11 juli ingediende rekest van de kerken van het Land van Gulik [Jülich], Kleef en Berg. De handelwijze van de Palts-Neuburgse regering tegen de gereformeerden aldaar is ondraaglijk en moet door de Kleefse regering worden beëindigd. De keurvorst is immers met de vorst van Neuburg in wederzijdse renversalen overeengekomen de religie te laten zoals die was. De Raad adviseert agent Heimbach te overreden naar Emmerik [Emmerich] te vertrekken om te vernemen wat zijn meesters hiervan vinden. Als zij zich dit aantrekken, kunnen zij HHM via Hembach verzoeken in te grijpen. Tegelijkertijd moet echter aan de commandanten van Emmerik, Rees en Ravenstein worden geschreven de katholieke geestelijkheid in deze steden te bedreigen met retorsie als zij niet zorgen voor herstel en beëindiging van de gebeurtenissen in Wezel. Dit zou binnen drie weken na de aanzegging moeten gebeuren.
HHM nemen dit advies over en machtigen de Raad om de resolutie uit te voeren.

2 In een brief d.d. Dordrecht 14 juli bevelen de burgemeesters en regeerders van Dordrecht het rekest aan van Jan Symonsz., luitenant van 's lands jachten. Symonsz. vraagt HHM om zijn zoon Pieter Jansz. een maandelijks traktement te geven waarvan deze kan leven en leren lezen en schrijven.
HHM geven de suppliant 30 Kar.gld. waarvan ordonnantie voor hem wordt gedepêcheerd.

3 Een brief van de Admiraliteit in het Noorderkwartier d.d. Hoorn 13 juli behoeft geen resolutie.

4 Een op 22 juni in het leger voor La Rochelle geschreven brief van de koning van Frankrijk behoeft geen resolutie.

5 Daniel Colonius, regent van het Waals college te Leiden, vraagt octrooi aan om gedurende zes jaar exclusief disputaties over de vier boeken van Instituties van Joannes Calvinus te mogen laten drukken.1
HHM stemmen in met dit verzoek, mits die van de theologische faculteit de disputaties onder ogen krijgen voordat deze worden gedrukt.

6 Op verzoek van Willem Silvius depêcheren HHM ordonnantie voor hem van 75 gld. voor drie maanden traktement tot 7 juli.

7 HHM geven een brief van de keurvorst van Keulen d.d. Bonn 10 juli voor advies aan de RvS.

8 Een brief van Maximiliaen, graaf van Bronsfelt [Gronsfeld], d.d. Stade 10/20 juni behoeft geen resolutie.

9 HHM nemen geen besluit over een brief van Hottinga d.d. Emden 4 juli.

10 HHM stemmen in met het voorstel om de afgevaardigden morgen de consenten van hun provincies te laten indienen.

11 Voordat HHM de secretaris van ambassadeur D'Espesses vanwege zijn vertrek een geschenk laten geven, wordt nagekeken wat de secretaris van ordinaris ambassadeur Du Maurier bij zijn afscheid heeft ontvangen.

12 Naar aanleiding van het op 23 mei ingediende rekest van de kapiteins op de rivieren laten HHM de ontvanger-generaal 100.000 gld. lenen. Hiervan moeten de supplianten en hun matrozen worden betaald.

13 In een rekest meldt Elisabeth Pithaen, weduwe van kapitein Alendorff, dat haar man trouw heeft gediend en elf jaar het fort 's- Gravenwaard heeft gecommandeerd zonder daarvoor een vergoeding te hebben gehad. Daarom verzoekt zij HHM om haar een redelijk jaarlijks pensioen te geven of tenminste haar drie zonen soldij van hun vaders voormalige compagnie te laten krijgen.
HHM geven dit rekest voor advies aan de RvS.

14 Franchois de Hornes, graaf van Hantzekerck [Houtekerke], verzoekt paspoort en vrijgeleide om met zijn familie te vertrekken naar enkele van zijn heerlijkheden of huizen in of buiten de Republiek en daar te blijven wonen.
HHM geven dit rekest voor advies aan de RvS.

15 Maarschalk Châtillon verzoekt vergoeding op de monsterrollen van zijn krachtens de resolutie van 5 okt. 1623 tijdens zijn verlof vervallen traktement als kolonel en kapitein.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.

16 De afgevaardigden van Holland en Zeeland nemen het concept van de hernieuwing en aanpassing van het muntplakkaat van 1622 mee om dit met hun lastgevers te bespreken.

17 HHM lezen het rekest van Jan Jansz. van Coesvelt, die enige tijd heeft aangedrongen op dwangmaatregelen tegen de inwoners van Coesfeld en hun bezittingen inzake een door hem verkregen vonnis tegen Harman Crabbe, burger van Coesfeld. De uitvoering van dit vonnis wordt geweigerd. Nu HHM zijn rekest hebben afgewezen, vraagt Van Coesvelt een akte en voorschrijven aan alle gouverneurs, kapiteins en andere militaire en civiele officieren om Crabbe vast te houden en diens goederen in beslag te laten nemen en houden totdat de suppliant is tevredengesteld.
HHM stemmen in met open brieven aan alle officieren met de opdracht om Crabbe en diens goederen op Nederlandse bodem vast te houden totdat hij de suppliant heeft tevredengesteld.

18 HHM stemmen in met het op 23 juni en 7 juli ingediende verzoek van Pierre Desmartin. Zij verlenen hem en zijn dienaar paspoort om via Brabant naar Frankrijk te reizen en vrij zes kassen met verguld leer, twee kleine kassen met porcelein, twee kleine koffers met lakwerk en twee kleine koffers met Indische curiositeiten uit te voeren. Desmartin moet deze goederen dan wel eerst opgeven en bij de griffier borg stellen dat hij over twee maanden met bewijsstukken van de koningin-moeder en ambassadeur Langerack zal aantonen dat de goederen ten behoeve van haar zijn geleverd. Indien dit niet gebeurt, moet de gestelde borg het konvooi- en licentrecht over de goederen vergoeden.

19 In een op kasteel Kronenborg geschreven brief d.d. 14 mei verleent de koning van Denemarken geloofsbrieven voor ambassadeur Pallen Rosenkrantsz. Krachtens deze doet Rosenkrantsz. een propositie.2
I Uit alliantieverplichtingen en vriendschap laat de Deense koning weten opnieuw door enkele grote vorsten te zijn verzocht verdragen te sluiten om een eind te maken aan de oorlog. Hoewel hij ervan overtuigd is dat de vijand zo probeert zijn bedoeling te achterhalen en onenigheid te zaaien onder de bondgenoten, heeft Z.M. toch enkele van zijn raden gelast om de voorwaarden van de vijand te vernemen. Hiervan maakt de vijand gebruik om hem in een kwaad daglicht te stellen. Zodra de tijd en plaats zijn bepaald, zal de koning de voorwaarden voorleggen aan HHM om deze gezamenlijk te bespreken.
II Z.M. vraagt HHM ter ondersteuning een paar duizend musketiers te sturen, zonder dit in mindering te brengen op de ordinaris subsidie. Deze musketiers moeten voorzien van wapens en munitie langs de Elbe worden ingezet voor de koning.
III Z.M. wilde zijn uit Stade gekomen Schotse soldaten doen overbrengen ter ondersteuning van Glückstadt. Deze zijn echter uiteengegaan wegens gebrek aan onderhoud, terwijl de secretaris van de koning HHM daartoe dikwijls heeft aangespoord.
IV Ook de uit Stade afkomstige Engelsen zullen conform het verdrag niet zo snel mogen terugkeren in dienst van Z.M. Hij hoopt daarom dat HHM hen intussen willen onderhouden en in dienst nemen. In hun plaats moeten zij evenveel andere soldaten aan hem sturen, op voorwaarde dat de koning van Groot-Brittannië daarmee instemt.
V De meeste schepen van Z.M. zijn in het oosten, noorden en westen op verschillende missies. Daarom vraagt Z.M. HHM conform hun aanbod vier oorlogsschepen te sturen. Deze kunnen met enkele Deense schepen de Sont bewaken en de maritieme plannen van de vijand dwarsbomen.
VI Z.M. vraagt HHM om spoedig de resterende subsidies en de aan wapen- en munitieleveranciers verstrekte assignaties te betalen. Zijn secretaris heeft hier zo vaak om gevraagd.
VII Ook moeten HHM aandringen op rechtvaardigheid inzake het geld dat hier al aan enkele particulieren is gegeven, waarover de secretaris van de koning hen eveneens uitvoerig heeft ingelicht.
VIII Z.M. verzoekt ook om de uitvoer van het gekochte buskruit. Er is immers voldoende buskruit of tenminste voldoende salpeter in de Republiek aanwezig.
IX Z.M. zegt te zijn verzekerd dat hij wapens en munitie altijd vrij mag uitvoeren.
X De Nederlandse ambassadeurs in Engeland3 moeten opdracht krijgen de Deense ambassadeur daar te helpen bij het aandringen op de beloofde subsidie.
XI Als HHM op hun beurt de hulp van de Engelse koning nodig hebben, zal de Deense ambassadeur zich daarvoor inzetten.

20 De aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges berichten over verschillende aan hen gegeven kwesties.
HHM laten de afgevaardigden hun advies opschrijven en dan indienen.

1 Het betreft hier Colonius' Analysis paraphrastica Institutionum theologicarum Joh. Calvini disputationibus XLI contexta. Leiden, 1628.
2 De in het Frans gestelde propositie is geïnsereerd in S.G. 3187 en gedrukt in: Aitzema, S. & O. kwarto II, 653-654/folio I, 787.
3 Dit zijn Randwijck en Pauw .