21 - 08 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Jan Huygensz., koopman en inwoner van Rotterdam, verzoekt zeshonderd
1
Frans zout naar
Ierland te mogen
uitvoeren, geladen in het schip van
Cornelis
Symonsz.. Het zout wordt in Ierland gebruikt om pelsers
mee in te
zouten er er is 's lands belasting over betaald.
HHM machtigen de
Admiraliteit te Rotterdam
passend en in dienst van het land over dit verzoek te besluiten.
2
De
Bewindhebbers van de WIC ter Kamer Amsterdam
schrijven d.d. Amsterdam 18 aug. in het belang van de Compagnie op 28 aug. de
Heren Negentien
te laten bijeenkomen. Derhalve verzoeken zij HHM conform het octrooi één of meer personen aan te stellen als negentiende stem.
HHM committeren
Eck,
Bruninxs en
Veltdriel hiertoe en gelasten de
Compagnie hen te erkennen.
3
Naar aanleiding van het verzoek van
Susanna Christiaens, weduwe van
Bastiaen
Muller, laten HHM kamerbewaarder
Herdersum haar uit medelijden 6 gld. geven.
4
Thomas Eduarts, stuurman op een bootje uit Vlissingen van schipper
Bastiaen Ebbes, verzoekt
terugbetaling
van 110 pond. Eduarts heeft 60 gld. en de schipper 50 gld. van
dit bedrag voorgeschoten aan
George
Gordon,
Jan Lanbus
en
Jean Meure, medeontdekkers van het
voorgenomen verraad van
Bergen op Zoom.
HHM stemmen hiermee in. Van het verzochte bedrag laten zij ordonnantie depêcheren voor Eduarts.
5
Op verzoek van de reders van het schip Sint Andries, waarop
Jacob Jansz. schipper is, verlenen HHM hun voorschrijven aan de
admiraal van Schotland en de
consuls
te
Edinburgh, opdat hun door de Schotten
veroverde
schip zonder kosten en schade wordt vrijgelaten.
6
Joan van Raesfelt en consorten verzoeken hun reeds verschillende keren aan
de orde gestelde zaak tegen
Hendrick van
Monster, heer van Ruinen, te verwijzen naar het Hof van
Gelderland
,
Holland
of
Friesland
. Eén van deze colleges kan de zaak
als
gedelegeerde rechters uitmaken, mits alle door de heer van Ruinen
verzochte procedures nietig worden verklaard. Bovendien moet de
drost en de 24
etten
worden verboden deze zaak voort te zetten.
HHM zullen de retroacta hierover nakijken.
7
Brouwer, bewindhebber van de VOC ter Kamer Amsterdam, compareert.
Hij vraagt om een afschrift van de op 4 okt. 1603 gemaakte geheime
notulen, waarin is besloten wat de
VOC
zou verdienen voor het door haar schepen uit
Oost-Indië transporteren van goederen van de
Magelhaense Compagnie
.
Voordat HHM hierover besluiten, worden de genoemde notulen in hun secrete registers opgezocht. Zij constateren echter dat in het secreet register van 29 sept. 1603 tot 27 maart 1604 geen geheime notulen zijn bijgehouden.
8
Peter van Helmont, voormalig kapitein in Bahia de Todos os Santos, beweert
1.117 gld. tegoed te hebben van de
Bewindhebbers van de WIC
,
hetgeen
rekeningen aantonen. Hij verzoekt HHM de Bewindhebbers te
gelasten
hem te betalen.
HHM gelasten hun afgevaardigden op de vergadering van de Heren Negentien van 28 aug. het verzoek aan te bevelen aan de Compagnie. Zij moeten deze laten beloven de suppliant tevreden te stellen.
9
HHM onderzoeken de brief van hun gezanten in
Frankrijk d.d. Parijs 2 augustus. De heren van
Holland
nemen deze mee om met hun
lastgevers
te bespreken.
10
Stavenis bericht van zijn
lastgevers
te hebben vernomen dat
verschillende vrouwen uit
Zeeland naar
Duinkerke zijn gegaan om hun
echtgenoten
uit gevangenschap los te krijgen. Krachtens
het op 2 aug.2 in
Roosendaal gesloten verdrag over
de
gevangenenruil is dit mogelijk, indien zij de proviand betalen. De
vrouwen hebben echter laten weten dat
hiertoe
in Duinkerke nog geen bevel is gegeven.
HHM verzoeken Stavenis om
Johan de Kesselaer te schrijven opdat het genoemde verdrag
zo spoedig mogelijk volledig wordt nageleefd.
11
De heren van
Holland melden dat de vijand reeds negen vissersschepen uit
Maassluis heeft veroverd en een groot gedeelte van
de
haringvangers van zee heeft verjaagd. Zij verzoeken HHM nogmaals
enkele heren aan te stellen die met hulp van de raden in de
Admiraliteit te Rotterdam
alsnog
spoedig het
eskader van vice-admiraal
Lieffhebber
op zee laten gaan.
HHM laten
Nobel en
Bruninxs naar
Rotterdam en zo nodig naar andere plaatsen
vertrekken
om ondersteund door de raden het eskader van Lieffhebber op zee
te
laten gaan. Ook zijn zij gelast indien nodig hun gezag te doen
gelden, aangezien het eskader vorige week op zee had moeten
zijn.
12
De heren van
Holland verzoeken de garnizoenen van de compagnieën van de
nieuwe
lichting van tienduizend man te monsteren. Vervolgens kunnen de
commissarissen de verschillende kapiteins bekendmaken dat
zij hun
compagnieën voorlopig niet groter moeten maken dan het bij de
laatste
monstering geconstateerde aantal.
HHM zullen deze kwestie morgen in aanwezigheid van Z.Exc. en de RvS nader onderzoeken en dan besluiten wat het meest nuttig voor het land is.