7
Brouwer, bewindhebber van de VOC ter Kamer Amsterdam, compareert.
Hij vraagt om een afschrift van de op 4 okt. 1603 gemaakte geheime
notulen, waarin is besloten wat de
VOC
zou verdienen voor het door haar schepen uit
Oost-Indiƫ transporteren van goederen van de
Magelhaense Compagnie
.
Voordat HHM hierover besluiten, worden de genoemde notulen in hun secrete registers opgezocht. Zij constateren echter dat in het secreet register van 29 sept. 1603 tot 27 maart 1604 geen geheime notulen zijn bijgehouden.