04 - 09 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
president bericht dat die van
Zandvliet en
Stabroek ongeveer veertig vrije arbeiders
hebben gevangengenomen. Deze werkten bij
Steenbergen
aan een kade of dijk ter bescherming van enkele polders en gebieden
tegen het zeewater. De Steenbergse drost en magistraat hebben over
deze
schending bij Zandvliet en Stabroek en vervolgens te
Brussel geklaagd en verzocht de arbeiders vrij
te
laten. Van vijandelijke kant is echter verklaard de arbeiders als
rechtmatige gevangenen vast te houden.
Na overleg met Z.Exc. en de RvS verzoeken HHM de Raad om gouverneur
Ryhoven te schrijven. Ryhoven moet inlichtingen inwinnen over enkele
op het platteland in het kwartier van
Antwerpen
wonende personen die tijdens het beleg van
Breda
of
later in dienst van de vijand wegen hebben geëgaliseerd, rivieren
hebben
uitgediept, dijken hebben gemaakt of dammen hebben hersteld.
Vervolgens
moet hij als tegenmaatregel veertig van hen oppakken en deze op
zijn commando in
Bergen op Zoom laten gevangenzetten.
2
Op een brief van de afgevaardigden in
Zeeland d.d. Middelburg 2 sept. antwoorden HHM dat deze daar moeten
blijven totdat zij een positief besluit op hun voorstel hebben
verkregen. Bovendien moeten zij daar melden dat de uit
Friesland teruggekeerde
afgevaardigden
een besluit van de
Friese Staten
hebben
meegebracht over het aannemen van de voorgestelde repartitie in de
2.500.000 pond van de lopende schulden van de Admiraliteit en over
de
zuivering van de defecten van hun consenten in het subsidie voor de
Admiraliteit van 1622 tot en met 1627.
3
HHM geven een brief van
Jan van Heerden d.d. Deventer 22 aug. over de staat van de aanbestede
verdedigingswerken langs de
Veluwezoom aan de RvS
om
erover te beslissen.
4
HHM lezen een rekest van verschillende leveranciers van de
Admiraliteit te Amsterdam
. Zij hebben geld tegoed vanwege in dienst van het College geleverde goederen.
HHM verwijzen de leveranciers naar het College. Dit moet hen toevoegen op de lijst met crediteuren van 1622 tot 1627. Daarna moeten de crediteuren op de na onderzoek van de schulden door HHM vast te stellen voet worden gerepartieerd over de provincies.
5
De heren van de
RvS
compareren en tonen een advies over de betaling van de schulden aan de werkbazen van de fortificaties.
1
HHM zijn op de hoogte van de sombere financiële toestand van de Generaliteit en de grote schulden waarmee het land belast is. Toch moet de Raad hen krachtens zijn eed en geweten herinneren aan de klagers die in dienst van het land hebben gewerkt of geld voorgeschoten, alsmede aan de slechte betaling van de hun als voorschot voor het onderhoud van de compagnieën verstrekte obligaties. Deze klachten zijn aanmerkelijk en nemen dagelijks toe, zodat het binnenkort tot een uitbarsting zal komen. Dit zal bijzonder nadelig voor het land zijn.
Binnen enkele dagen hebben HHM twee resoluties genomen. Krachtens één besluit is ontvanger-generaal
Doubleth gelast enkele kapiteins van het regiment van
Candale voorlopig drie leningen te
verstrekken vanwege zes maanden achterstallige betaling. De
ontvanger
heeft dit toegezegd te doen, hoewel hij verklaart dat het
slechts
met moeite kan gebeuren en tot wanorde zal leiden.
In de tweede resolutie vragen HHM om een oplossing voor de klachten van de aannemers van de fortificatiewerken. De Raad heeft dit besproken met de ontvanger maar deze verklaarde geen geld te hebben en geen stuiver te krijgen van de provincies (zo reageert de ontvanger altijd, ook als hem slechts een kleine betaling wordt verzocht). De provincies zouden verschillende excuses aanvoeren om slechts via liquidatie of op papier te hoeven betalen. De ene provincie beweert dat het geld voor de fortificatie moet worden aangewend voor de betaling van het logiesgeld, terwijl de andere de verdedigingswerken met het geld voor de legerlasten wil betalen. Hierdoor komt er geen geld binnen op het kantoor en weet de ontvanger niet hoe hij 's lands schulden moet betalen. Het kantoor heeft zoveel krediet verloren dat de aan inwoners vanwege door hen verrichte diensten, arbeid of voorschotten verleende ordonnanties met achttien en twintig procent verlies geen kopers meer trekken, terwijl deze voorheen tegen vijf, zes en zeven procent werden verkocht. Ditzelfde geldt voor de door de ontvanger-generaal op last van HHM aan klagers verstrekte obligaties. Deze worden met negen en tien procent verlies te koop aangeboden en net als de ordonnanties geweigerd. Hierdoor kunnen de eigenaars op geen enkele manier geld krijgen, zodat zij niet langer genoegen nemen met ordonnanties of obligaties van het land.
Door het bovenstaande verzwakt het krediet van het land, alsof dat al niet voldoende te gronde is gericht. Deze gevolgen kunnen niet geheim blijven, aangezien de schuldeisers door hun crediteuren worden lastiggevallen en geëxecuteerd. Sommige aannemers van 's lands verdedigingswerken worden door hun arbeiders en andere schuldeisers zelfs bedreigd en lopen het risico te worden vermoord. Zij beschuldigen het land van wanbetaling en de bestuurders van bedrog aangezien het jaren duurt voordat zij voor aanbestede werken worden betaald. Dit leidt tot verachting van de bestuurders en onenigheid tussen de steden en provincies, wanneer openlijk gezegd wordt dat de een betaalt terwijl de ander blijft achterlopen. Enkele provincies willen de schulden van hun burgers aflossen met de door hen gedragen consenten. Dit gebeurt sinds er is besloten de ordonnanties van ongerepartieerde compagnieën en van enkele fortificatiewerken om te zetten in obligaties. De crediteuren willen dat deze obligaties binnen een half jaar worden afgelost, maar daarvoor wordt niets geregeld, evenmin wordt het geld door de provincies opgebracht.
De Raad adviseert HHM deze zaken te herstellen en in de toekomst beter te regelen. Het lenen van geld kan slechts tot een verdere belasting van het land leiden. Zoals is gebleken hebben het land en de ontvanger-generaal hiertoe geen krediet. Bovendien heeft de Raad gemerkt dat de provincies zich na het sluiten van leningen niet meer bezighouden met het betalen van hun consenten, zoals blijkt uit bijgevoegd overzicht van de defecten aangaande de fortificaties. In deze buitengewone situatie acht de Raad het noodzakelijk een andere, buitengewone oplossing te zoeken. Het krediet van de ontvanger zou moeten worden verbeterd, maar aangezien daarvoor geen geld is, moeten de provincies zelf hun aandeel betalen in een lening van 300.000 gld. Met dit bedrag kunnen de meest noodzakelijke betalingen aan aannemers en anderen in legerdienst worden gedaan. Om de lening af te lossen, moeten de provincies ertoe worden aangezet gunstig te besluiten over hun consenten en de noodzakelijke petities van Z.Exc. en de Raad volledig te betalen. Ook moeten zij enkele solliciteurs van de ongerepartieerde ruiters en het regiment Candale de vanwege hun tot 31 dec. 1627 gedane voorschotten verstrekte obligaties betalen. Om dit soort problemen voortaan te voorkomen vraagt de Raad om enkele afgevaardigden te laten onderzoeken hoe de provincies tot betaling van hun consenten kunnen worden aangezet.
HHM laten
Lochteren,
Noortwyck,
Stavenis,
Ploos,
Eysinga,
Haersolte en
Schaffer dit advies nader
onderzoeken. Zij verzoeken de Raad naast thesaurier-generaal
Van Goch enkele heren af te
vaardigen.
6
Op verzoek van vrouwe
Zerclaes verlenen HHM haar zoon
Cornelis
Zerclaes gratis paspoort om het grondgebied van de vijand
te
bezoeken.
7
Naar aanleiding van het bericht dat de
Admiraliteit te Rotterdam
kapitein
Emmekens heeft gelast enkele schepen naar
Frankrijk
te begeleiden, laten HHM het College Emmekens bij de eerste goede
wind
naar
Engeland varen. Daar moet hij enkele brieven
aan
hun gezanten naartoe brengen.
8
Op verzoek van
Andreas Honterus, predikant van de Schotse regimenten, betalen HHM hem op de
voorhand
zijn tweede halfjaar à 100 gld., dat eind dit jaar om zal
zijn.
Hiervan wordt ordonnantie voor hem gedepêcheerd.
9
De
Directeurs van de Levantse Handel
verzoeken hun enkele dagen eerder ingediende advies te behandelen. Dit betreft de betaling van het lastgeld, het onderhouden van de admiraalschappen en betaling van de traktementen voor de consuls in
Algiers en
Tunis.
HHM laten
Van der Dusse en
Stavenis dit advies
tegelijk met het in aug. 1627 opgestelde advies van raadpensionaris
Boreel over de memorie van orateur
Haga nader onderzoeken en erover
berichten.
10
HHM lezen het rekest van werkmeester
Tobias de Mulder. Hij heeft ongeveer 30.000 gld. tegoed in ordonnanties en
obligaties en verzoekt HHM hiervan een deel te betalen, anders zal
hij
de door hem aangenomen werken niet verder uitvoeren.
HHM geven het rekest aan de RvS om erover te besluiten.
11
Hans Hendericxz. Solt, werkmeester en aannemer van het nieuwe fort Int Beentgen te
Veessen onder Deventer, verzoekt HHM zijn ordonnantie inzake
het
fort van 4.950 pond spoedig te betalen, conform de voorwaarde van
de
aanbesteding.
HHM geven het rekest aan de RvS om erover te beslissen. Zij verzoeken de heren van
Gelderland
,
Utrecht
en
Overijssel
conform eerdere resolutie onderling hun quoten
overeen te komen in
de
door hen aangenomen betaling van de fortificaties van de
Veluwezoom.
12
Jan Maes, werkmeester en aannemer van de te bouwen redoute met
een poort en brug aan het langs de Veluwezoom gelegen fort,
verzoekt HHM
zijn ordonnantie van 1.000 Kar.gld. spoedig te betalen, conform de
voorwaarden van de aanbesteding.
HHM geven het rekest aan de RvS om erover te besluiten.
13
Op verzoek van
Jan Maesz. c.s. verlenen HHM hun voorschrijven aan de
Staten Gedeputeerde Staten van
Friesland
opdat zij hun ordonnantie betaald krijgen
van
12.6712 10 st.
vanwege het bouwen van een stalruimte en magazijn in
Coevorden.
14
HHM laten de binnengekomen ontvanger-generaal
Doublet 1.000 gld. betalen aan
Louys de
Saulgiere vanwege de
ontdekking van het voorgenomen verraad te
Bergen op
Zoom. De ontvanger weigert dit echter vanwege
geldgebrek.
15
In een rekest melden de afgevaardigden van de Landschap
Drenthe dat zij hun remonstrantie van 17 aug.
krachtens de daarop verleende apostille aan de
heer
van
Rhuinen moesten geven. Deze dienden daarop binnen zes
dagen
na de
insinuatie te reageren, maar heeft dat tot nog toe niet
gedaan,
terwijl de aanzegging is gedaan aan zijn procureur, notaris
Diert. Derhalve verzoekt de
Landschap
HHM een besluit te nemen over hun remonstrantie van 17
augustus.
HHM vernietigen het op 2 aug. verleende uitstel van de heer van Rhuinen. Zij gelasten hem uitdrukkelijk zich te houden aan hun voorlopige besluit van 20 aug. 1618, op grond waarvan de partijen hun onbesliste zaak voor de RvS moeten voortzetten.
163
Een brief van de
Admiraliteit te Amsterdam
d.d. 1 sept. behoeft geen resolutie.
17
HHM stellen een besluit uit over een vanwege de moeilijke situatie in de Verenigde Provincies en de daarmee verbonden gebieden te houden bededag.
18
Culenborch bericht het zaterdag namens
Don
Emanuel
de Portugal ingediende verzoek met Z.Exc. te hebben
besproken. Deze heeft er geen bezwaar tegen het huis
Einborch neutraal te verklaren, mits dit geen
voorwendsel is om een aanslag tegen de Republiek te ondernemen.
Verder
mag noch de prins, noch iemand uit zijn gevolg Nederlandse steden
of
forten
bezoeken of daar enige tijd verblijven.
HHM nemen dit over.
19
Kelffken bericht krachtens de commissie van 1 sept. met controleur
Van der Mijle het ontwerp van de
door
Johannes
Heuvelmans
uitgevonden waterspuit te hebben onderzocht. De suppliant heeft
echter
geen waterspuit kunnen laten zien.
Desondanks verlenen HHM Heuvelmans voor tien jaar octrooi in de gebruikelijke vorm. Dit zal echter pas in werking treden als hij de uitvinding heeft gedemonstreerd. Indien dit niet binnen een half jaar is gebeurd, verliest Heuvelmans het octrooi.