05/09/1628

 
English | Nederlands

05 - 09 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 HHM ontvangen brieven van de burgemeesters en vroedschap van Amsterdam d.d. Amsterdam 2 sept. en van de Admiraliteit te Amsterdam d.d. Amsterdam 31 augustus. Zij verzoeken hun de vrijlating te bewerkstelligen van de door de keizerlijken in Oost-Friesland gevangen kapitein Reijnier Salings.
HHM berichten het Admiraliteitscollege reeds tweemaal aan generaal Tilly te hebben gevraagd om Salings krachtens de neutraliteit vrij te laten en intussen diens antwoord af te wachten.

2 Naar aanleiding van het verzoek van Jan Stallen en Pieter Liesman laten HHM kamerbewaarder Herdersum hun uit medelijden ieder 6 gld. geven.

3 In een brief d.d. Amsterdam 2 sept. beveelt de Amsterdamse Admiraliteit het verzoek aan van Johan Lint, controleur te Zutphen. Lint vraagt om zijn gage te verhogen van 350 pond tot 500 pond per jaar vanwege zijn lange dienstverband van 24 jaar, de dure tijd en de zwaarte van zijn betrekking.
HHM geven het rekest aan het Amsterdamse Admiraliteitscollege om te berichten hoeveel de gage van de suppliant verhoogd mag worden.

4 In een rekest meldt Martyn Nuyts, koopman te Amsterdam, dat de officieren van de licenten te Emmerik [Emmerich] veertig stukken lood hebben aangehouden, hoewel hierover 's lands belasting is betaald. Nuyts vraagt HHM om de ontvanger en dienaren van de licenten te Emmerik te gelasten hem het lood zonder kosten en schade terug te geven.
HHM machtigen de Admiraliteit te Amsterdam om deze teruggave te regelen.

5 HHM geven het verzoek van maarschalk Châtillon om hun resolutie van 5 okt. 1623 te bevestigen voor advies aan de RvS.

6 Op de vraag of HHM gereed zijn het proces te behandelen van Rogier van Brouchoven, eiser in een beroepszaak tegen de afgevaardigde van de 35 ruiters te Bergen op Zoom, besluiten zij hiermee te wachten totdat de gedeputeerden van alle provincies aanwezig zijn.

7 Fiscaal Michael van den Brouck stuurt d.d. Rotterdam 4 sept. een nauwkeurige specificatie en verklaring op aangaande de betaling waartoe enkele raden en suppoosten van het Rotterdamse College door gedelegeerde rechters zijn veroordeeld.
Conform de resolutie van HHM heeft de president de voor de gelegenheid binnengekomen fiscaal gelast zo spoedig mogelijk het resterende bedrag van de genoemde veroordeelden te innen. Ook moet hij nakijken hoeveel rekenplichtige personen sinds 1618 en eerder aan het College schuldig zijn gebleven, opdat zij dit spoedig betalen.
Verder beëindigen HHM het op verzoek van burgemeester Bolleman aan hem verleende uitstel. Ook laten zij fiscaal Storm onmiddellijk al het door de raden van de Admiraliteit te Amsterdam onterecht ontvangen en met ontvanger Houffyser afgerekende geld innen.

8 De president vraagt of het nuttig is wanneer overste Gent en controleur Retzer worden bericht over het aan de Kleefse regering te Emmerik [Emmerich] verleende uitstel van executie voor de resterende contributies van Mark, Berg, Kleef, Ravensberg en Ravenstein. Dit om verwarring te voorkomen.
HHM gaan hiermee akkoord.

9 Lochteren en andere afgevaardigden berichten over de besprekingen inzake de belasting op suiker. Bovendien wordt een concept gelezen van een ordonnantie waarmee de belasting op gelijke voet over de provincies kan worden geheven.
HHM sturen het concept naar de Staten van de verschillende provincies om dit te onderzoeken en wachten een gunstig besluit erover af. Iedere provincie zal ontvangen wat de heffing in haar gewest zal opbrengen.

10 De afgevaardigden van de Admiraliteit te Rotterdam compareren en doen enkele voorstellen.
I Enkele dagen geleden zijn in Rotterdam enkele Fransen met een door hen op de Engelsen veroverd schip van zee opgebracht. Het grootste deel van de bemanning en het schip waren naar Zeeland opgestuurd. Naderhand heeft een buiskonvooier in dienst van de Grote Visserij een Frans schip van ongeveer 35 last met zeventig bemanningsleden op zee veroverd omdat dit haring van de buizen zou hebben gestolen. Na onderzoek bleken de eerstgenoemde Fransen onschuldig te zijn: zij hebben geen Nederlandse schepen beschadigd. De andere Fransen zeiden slechts acht tonnen haring van de buizen te hebben gekregen. Zij zouden deze betalen en hadden de haring aan boord genomen, maar de stuurlui wilden de betaling niet aannemen. De Fransen stelden voor in Rotterdam een toereikende borg te stellen voor alle eventueel door hen aan Nederlandse schepen toegebrachte schade.
HHM laten de in het Engelse scheepje opgebrachte Fransen zonder meer vrijlaten, evenals de andere Fransen. Zij moeten dan wel borg stellen opdat zij de eventuele aan dit land toegebrachte schade zullen vergoeden.
II De raden hebben de van het door het eskader van vice-admiraal Lieffhebber veroverde schip van kapitein Michiel Romboutsz. afkomstige gevangenen uit Oostende gehoord en onder hen geen overlopers gevonden. De gevangenen beweerden geen lijfstraffen te mogen krijgen, omdat hun op zee genade was beloofd voordat zij zich hadden overgegeven. De raden vragen HHM om hierover hun mening te geven.
HHM willen dat de raden hierover schriftelijk hun advies opstellen.
III De raden verzoeken betaling van 42.000 gld. boven de door Holland opgebrachte 58.000 gld. opdat de beloofde 100.000 gd. voor de soldij van de kapiteins en matrozen op de binnenvaart geheel wordt voldaan.
HHM verzoeken de in gebreke gebleven provincies hun bijdragen te betalen, opdat de matrozen niet zullen muiten.

11 De afgevaardigden van het Kwartier Nijmegen berichten dat de burgemeesters en raad van Keulen d.d. 29 juli enkele bijlagen aan hun lastgevers hebben gestuurd. Deze bevatten een uitnodiging om op 1 sept. o.s. met de Hanzesteden in Lübeck bijeen te komen. Daar zouden zij een besluit moeten nemen over de oprichting van een generale compagnie van commercie en vrije scheepvaart voor de Hanzesteden op Spanje en de voorrechten waarmee de Spaanse koning de handelscompagnie reeds heeft begunstigd. De regering van Keulen verzoekt de heren van Nijmegen hiertoe geld bij te dragen en hun commissarissen naar Lübeck te sturen.
HHM vragen aan de vergadering van de Hanzesteden om deze kwestie voorzichtig te behandelen en niets te besluiten in het nadeel van de in hun verbond opgenomen Nederlandse steden. Een kopie van deze brief wordt gezonden aan resident Aisma met de opdracht een oog te houden op alle gebeurtenissen tijdens de komende vergadering van de Hanze te Lübeck.

12 Een memorie waarin Brasser verzoekt de aan commissaris Hoogenhouck verstrekte wisselbrief van 25.000 gld. te betalen, zullen HHM bespreken met de ontvanger-generaal.