04/09/1628, 5

 
English | Nederlands

04/09/1628, 5

5 De heren van de RvS compareren en tonen een advies over de betaling van de schulden aan de werkbazen van de fortificaties.
1 HHM zijn op de hoogte van de sombere financiële toestand van de Generaliteit en de grote schulden waarmee het land belast is. Toch moet de Raad hen krachtens zijn eed en geweten herinneren aan de klagers die in dienst van het land hebben gewerkt of geld voorgeschoten, alsmede aan de slechte betaling van de hun als voorschot voor het onderhoud van de compagnieën verstrekte obligaties. Deze klachten zijn aanmerkelijk en nemen dagelijks toe, zodat het binnenkort tot een uitbarsting zal komen. Dit zal bijzonder nadelig voor het land zijn.
Binnen enkele dagen hebben HHM twee resoluties genomen. Krachtens één besluit is ontvanger-generaal Doubleth gelast enkele kapiteins van het regiment van Candale voorlopig drie leningen te verstrekken vanwege zes maanden achterstallige betaling. De ontvanger heeft dit toegezegd te doen, hoewel hij verklaart dat het slechts met moeite kan gebeuren en tot wanorde zal leiden.
In de tweede resolutie vragen HHM om een oplossing voor de klachten van de aannemers van de fortificatiewerken. De Raad heeft dit besproken met de ontvanger maar deze verklaarde geen geld te hebben en geen stuiver te krijgen van de provincies (zo reageert de ontvanger altijd, ook als hem slechts een kleine betaling wordt verzocht). De provincies zouden verschillende excuses aanvoeren om slechts via liquidatie of op papier te hoeven betalen. De ene provincie beweert dat het geld voor de fortificatie moet worden aangewend voor de betaling van het logiesgeld, terwijl de andere de verdedigingswerken met het geld voor de legerlasten wil betalen. Hierdoor komt er geen geld binnen op het kantoor en weet de ontvanger niet hoe hij 's lands schulden moet betalen. Het kantoor heeft zoveel krediet verloren dat de aan inwoners vanwege door hen verrichte diensten, arbeid of voorschotten verleende ordonnanties met achttien en twintig procent verlies geen kopers meer trekken, terwijl deze voorheen tegen vijf, zes en zeven procent werden verkocht. Ditzelfde geldt voor de door de ontvanger-generaal op last van HHM aan klagers verstrekte obligaties. Deze worden met negen en tien procent verlies te koop aangeboden en net als de ordonnanties geweigerd. Hierdoor kunnen de eigenaars op geen enkele manier geld krijgen, zodat zij niet langer genoegen nemen met ordonnanties of obligaties van het land.
Door het bovenstaande verzwakt het krediet van het land, alsof dat al niet voldoende te gronde is gericht. Deze gevolgen kunnen niet geheim blijven, aangezien de schuldeisers door hun crediteuren worden lastiggevallen en geëxecuteerd. Sommige aannemers van 's lands verdedigingswerken worden door hun arbeiders en andere schuldeisers zelfs bedreigd en lopen het risico te worden vermoord. Zij beschuldigen het land van wanbetaling en de bestuurders van bedrog aangezien het jaren duurt voordat zij voor aanbestede werken worden betaald. Dit leidt tot verachting van de bestuurders en onenigheid tussen de steden en provincies, wanneer openlijk gezegd wordt dat de een betaalt terwijl de ander blijft achterlopen. Enkele provincies willen de schulden van hun burgers aflossen met de door hen gedragen consenten. Dit gebeurt sinds er is besloten de ordonnanties van ongerepartieerde compagnieën en van enkele fortificatiewerken om te zetten in obligaties. De crediteuren willen dat deze obligaties binnen een half jaar worden afgelost, maar daarvoor wordt niets geregeld, evenmin wordt het geld door de provincies opgebracht.
De Raad adviseert HHM deze zaken te herstellen en in de toekomst beter te regelen. Het lenen van geld kan slechts tot een verdere belasting van het land leiden. Zoals is gebleken hebben het land en de ontvanger-generaal hiertoe geen krediet. Bovendien heeft de Raad gemerkt dat de provincies zich na het sluiten van leningen niet meer bezighouden met het betalen van hun consenten, zoals blijkt uit bijgevoegd overzicht van de defecten aangaande de fortificaties. In deze buitengewone situatie acht de Raad het noodzakelijk een andere, buitengewone oplossing te zoeken. Het krediet van de ontvanger zou moeten worden verbeterd, maar aangezien daarvoor geen geld is, moeten de provincies zelf hun aandeel betalen in een lening van 300.000 gld. Met dit bedrag kunnen de meest noodzakelijke betalingen aan aannemers en anderen in legerdienst worden gedaan. Om de lening af te lossen, moeten de provincies ertoe worden aangezet gunstig te besluiten over hun consenten en de noodzakelijke petities van Z.Exc. en de Raad volledig te betalen. Ook moeten zij enkele solliciteurs van de ongerepartieerde ruiters en het regiment Candale de vanwege hun tot 31 dec. 1627 gedane voorschotten verstrekte obligaties betalen. Om dit soort problemen voortaan te voorkomen vraagt de Raad om enkele afgevaardigden te laten onderzoeken hoe de provincies tot betaling van hun consenten kunnen worden aangezet.
HHM laten Lochteren, Noortwyck, Stavenis, Ploos, Eysinga, Haersolte en Schaffer dit advies nader onderzoeken. Zij verzoeken de Raad naast thesaurier-generaal Van Goch enkele heren af te vaardigen.

1 Het advies is geïnsereerd in S.G. 3187.