06 - 09 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Na lezing van het advies van de RvS over het op 2 sept. ingediende rekest van
George Keir wijzen HHM dit af.
2
Lucia van Hoogenstein, weduwe van
Pieter van
Brouchoven, verzoekt om onder borgstelling haar
rekeningen en
documenten uit handen van de RvS te krijgen en deze naar
Brussel te mogen sturen.
HHM geven het rekest voor advies aan de RvS.
3
In een remonstrantie verzoekt kapitein
William Douglas om:
I Een oorlogsschip en enkele sloepen met tweehonderd pond buskruit voor zijn voorgenomen onderneming.
II Een commissie waardoor de op de voor de kust van
Vlaanderen dienende kapiteins, matrozen en soldaten
op de oorlogsschepen gelast worden hem in dienst van het land te
gehoorzamen.
III Betaling van het in het laatste verdrag aan hem toegezegde geld.
IV Een authentieke kopie van dit verdrag.
HHM geven de remonstrantie voor advies aan de RvS.
4
De heren van
Groningen berichten over een brief van de
Gedeputeerde Staten
d.d. Groningen 20 augustus.
Deze
schrijven dat de resoluties van 24 maart en 8 juni niet op hun
provincie van
toepassing
zijn. Deze
betreffen de betaling van twee op hun
provincie
gerepartieerde maar onder
leiding
van de
Admiraliteit in Zeeland
staande schepen en een half fregat. De Staten hebben immers geen
zitting in het Admiraliteitscollege
terwijl de besluiten tot gevolg hebben dat de betaling van de
proviand
aan de kapiteins en van de soldij aan de officieren en matrozen
hoofdelijk moet plaatsvinden door de daartoe gemachtigde
solliciteur of
degene die namens de betalende provincie in het College verblijft.
Zij
verzoeken de onder leiding van de
Admiraliteit te Amsterdam
staande schepen op hun
provincie te
repartiëren.
HHM antwoorden dat het verzoek in aanwezigheid van de op 25 sept. uitgenodigde afgevaardigden van de Admiraliteit zal worden besproken. Zij manen de supplianten intussen de kapiteins, matrozen en soldaten op de op hun provincie gerepartieerde schepen te betalen.
5
In een langs de kust van Vlaanderen geschreven brief d.d. 30 aug. bericht luitenant-admiraal
Dorp onder meer dat enkele op een bijgevoegde lijst vermelde
kapiteins van oorlogsschepen, onder het bestuur van de
Admiraliteitscolleges van
Amsterdam
,
Zeeland
en het
Noorderkwartier
, zonder zijn
medeweten en
toestemming aan land zijn gegaan.
Verder vraagt Dorp om de levensmiddelen voor de bij hem aanwezige schepen waarover dikwijls is geschreven alsnog aan boord van deze schepen en naar de kust te sturen.
HHM sturen de namen van de kapiteins aan de verschillende Admiraliteitscolleges opdat deze informatie over hen inwinnen. Zij moeten achterhalen waarom het bovenstaande in strijd met de procedures is gebeurd en handelen zoals zij menen te moeten doen. Daarbij moeten de Colleges regelmatig aan HHM berichten welke moeite zij in deze kwestie hebben betracht. Tevens moeten zij melden of de levensmiddelen voor de schepen van hun College al naar de kust van
Vlaanderen zijn gestuurd.
6
In een memorie bericht de
Admiraliteit te Rotterdam
over de zeven in een aan de Rotterdamse koopman
Cornelis Hertichvelt toebehorend schip op zee aangetroffen Fransen van kapitein
Elie Liot uit Le Havre. De Fransen
hadden deze boot
veroverd en wilden ermee naar
Le Havre varen. Het
Admiraliteitscollege
vraagt de mening van HHM hierover.
Verder meldt het College dat in
Rotterdam een door de Fransen op zee veroverd Engels schip is
opgebracht. Na onderzoek is geconstateerd dat de daarin
aangetroffen
Fransen geen schade aan Nederlandse schepen hebben toegebracht.
Engelse
kooplieden vragen om teruggave van het genoemde schip. Het College
vraagt of men het schip moet geven aan de Fransen of teruggeven aan
de
Engelsen en de anderen die het opeisen omdat zij beweren
eigenaar
ervan te zijn.
HHM laten de Admiraliteit te Rotterdam hierover eerst schriftelijk adviseren.
7
Het verzoek van
Rogier van Grinsbeen, inwoner van 's-Hertogenbosch en ammunitiemeester van
de
koning, om een paspoort te
krijgen,
wijzen HHM af.
8
HHM depêcheren ordonnantie op de declaratie van
Tinco van Oenama vanwege diens onkosten voor zijn in opdracht van Z.Exc.
gemaakte reis naar
Friesland.
9
Op verzoek van
Harman Crayvanger, voormalig rechter op Amboina, verlenen HHM hem krachtens
hun resolutie van 26 sept. 1626 ordonnantie voor een jaar ordinaris
en
extraordinaris proviand à 300 gld., te vervallen op 26
september.
10
Pieter Hoeffijser vraagt om terugbetaling van de aan de
keurvorst van Brandenburg geleende 248.000 gld.
en van de 243.974 gld. aan vervallen rente en makelaardijkosten
van de
hoofdsom.
HHM vragen hierover advies aan de RvS. Conform hun resolutie van 28 feb. stellen zij intussen de betaling met nog een half jaar uit.
11
HHM zullen morgen de tussen hen en de
VOC
openstaande rekening behandelen en afsluiten. Volgens deze rekening heeft het land een groot bedrag van de Compagnie tegoed.