25 - 11 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De extraordinaris afgevaardigden van
Holland verzoeken de repartitie van de schulden van de
Admiraliteitscolleges van 1622 tot en met 1627 conform eerdere
resolutie ter hand te nemen. Indien dit wordt nagelaten of langer
wordt uitgesteld kunnen er in verschillende voorname Hollandse
steden geen ordinaris verpondingen of extraordinaris belastingen
worden
geheven voor de oorlog te land. Een groot gedeelte van de
inwoners van deze steden heeft immers boven hun vermogen aan de
Admiraliteitscolleges krediet verstrekt. De
afgevaardigden
tonen in dit verband een door veel leveranciers en schuldeisers van
de
Admiraliteit ingediend rekest.
HHM brengen de afgevaardigden op de hoogte van de oorzaak van dit uitstel, van hun hierover genomen resolutie van 21 nov. en van de door de heren van
Utrecht en
Friesland opgeworpen bezwaren.
HHM zullen in afwachting van de nadere resolutie van de
Staten van Friesland
conform hun eerdere resoluties de repartitie behandelen. Zij
verzoeken de heren van Friesland aan hun lastgevers te schrijven
om een
nadere verklaring te geven over het opstellen van deze repartitie
en de betaling ervan.
2
Z.Exc. brengt een brief van
Haultein, gouverneur van Sluis in Vlaanderen, d.d. Sluis 20 nov. ter
sprake. Haultein bericht daarin dat de vijand al zijn schepen laat
gereedmaken en met soldaten bemand om deze op zee de
vendangevaarders te laten aanvallen. Ook heeft Haultein vernomen
dat er
zestig schepen uit
Spanje zijn gevaren om admiraal
Pieter Hein te vinden. Ten slotte
meldt de gouverneur dat de
heer van
Wacken heeft bekendgemaakt persoonlijk met oorlogsschepen
vanuit
Oostende op zee te willen gaan.
HHM machtigen de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges na overleg met Z.Exc. te regelen dat de Nederlandse vendangevaarders en de vloot van admiraal Heyn op zee worden beschermd. Daarbij moet echter het eerder genomen besluit over het konvooi van de Rouenvaarders in acht worden genomen, opdat dit wordt uitgevoerd.
3
De
president bericht conform de gisteren genomen resolutie met Z.Exc.
te hebben gesproken over de door de afgevaardigden van de
Admiraliteit te Amsterdam
ingediende
remonstrantie. Deze betreft het gedurende drie maanden afdanken
van de
voor
de
Bovenrijn en
Nederrijn
bestemde
schepen. De stadhouder meent dat hierover nader met de raden van
het
College zou moeten worden gesproken.
HHM machtigen de afgevaardigden om hierover na overleg met Z.Exc. in het beste belang van het land te besluiten.
4
HHM onderzoeken de propositie van agent
Carlaton en de daarbij ingeleverde resoluties, akten en toezeggingen
van hen. Hiermee wil Carlaton aantonen dat de
graaf van Buccleugh het
kolonelschap
van wijlen Sir
Francois Hendersen moet
krijgen.
HHM laten
Culenborch,
Willem van Beveren,
Beaumont,
Ploos,
Veltdriel en
Schaffer de stukken met Z.Exc. bespreken. Zij
moeten zijn
mening erover vragen en erover berichten.
5
Verschillende inwoners van
Enkhuizen verzoeken veertig in
Rotterdam
gevangenzittende vijanden uit te wisselen tegen tweehonderdvijftig
in
Vlaanderen gevangenzittende Nederlanders.
De heren van
Holland stellen een besluit over dit rekest uit. Zij willen het met
hun
lastgevers
bespreken.
6
Vice-admiraal
Quast verzoekt een regeling te treffen aangaande het aandeel
van de vice-admiraals en kapiteins in de door hen op de vijand
veroverde buit.
HHM laten de vice-admiraals zich houden aan hun besluit van 29 juli hierover.
7
HHM geven de declaratie van generaal
Symon van der Meyden aangaande zijn wedden, vacaties en van 1 juli 1627 tot en
met 16 sept. voorgeschoten reiskosten aan
thesaurier-generaal
Van Goch. Deze
moet
de declaratie onderzoeken en erover berichten.
8
HHM geven de declaratie van essayeur-generaal
Laurens van Teylingen aangaande zijn wedden, vacaties en van 3 juli 1627 tot en
met 30 sept. voorgeschoten reiskosten
aan thesaurier-generaal
Van Goch. Deze moet de declaratie
onderzoeken en erover berichten.
9
Hans van Isenach, adelborst in de compagnie van kapitein
Steenhuisen en 44 jaar in staatse
dienst, verzoekt bij de heren van
Holland
te worden aanbevolen om
het
achterstallige traktement van
Van den
Boetselaer te
krijgen.
HHM verwijzen de suppliant naar de
Gecommitteerde Raden in het Zuiderkwartier
. Zij verzoeken de Raden gunstig te besluiten over het verzoek.
10
HHM laten
Jacques Swiecker zijn op 17 nov. ingediende rekest nader uitleggen.
11
De afgevaardigden van de Admiraliteiten adviseren d.d. 17 nov. over de op 5 juli door
Gomes van Trier ingediende punten en vragen.
Voordat HHM hierover besluiten, geven zij het advies met de stukken aan de
Admiraliteit te Amsterdam
om er nader over te berichten.
12
De RvS adviseert d.d. 23 nov. over de verschillende verzoeken van de ministers van de
Deense koning om 8.000 rijksdaalder en buskruit, lood en levensmiddelen te
krijgen. Indien er geld beschikbaar komt voor het subsidie aan
Denemarken meent de Raad dat daarvan 8.000
rijksdaalder
aan de verzochte levensmiddelen moet worden besteed. Deze zullen
immers nodig zijn voor de nieuwe hulptroepen voor de koning.
HHM laten de zaak hierbij.
13
Carel van Gelder compareert en doet een verklaring over de Nederlandse
kooplieden die op 20
nov. voorschrijven aan de
grootvorst van Moskovië hebben
gekregen om van hem
toestemming te krijgen voor de uitvoer van koren naar de Republiek.
Deze hebben met
andere kooplieden besproken om gezamenlijk als compagnie op de
uitvoer aan te
dringen, maar zijn het niet eens geworden. Van Gelder verzoekt HHM
hun
autoriteit te gebruiken en te regelen dat er tijdelijk één
persoon in
hun naam en op kosten van de kooplieden wordt afgevaardigd. Dit
zodat
de inwoners van
Moskovië - indien wordt ingestemd
met
de uitvoer - in april 1629 kunnen gebruikmaken van het zaaiseizoen
om
het
gewas de daaropvolgende herfst naar de Republiek te doen
brengen.
De heren van
Holland zullen dit verzoek met hun
lastgevers
bespreken. Tot nader orde zullen HHM
het toegezegde voorschrijven niet verstrekken.
14
De drost, burgemeesters, schepenen en raad van
Bergen op Zoom berichten d.d. Bergen op Zoom 22 nov. ondanks het verbod van
HHM van 29 aug. te hebben besloten opnieuw 10 st. te heffen per
door hun stad naar de
legerplaats vervoerde ton bier. De
Staten van Zeeland
laten immers
na
hun repliek
tegen hen in te brengen waaruit blijkt dat zij geen recht
zouden hebben deze belasting te heffen.
HHM geven dit rekest voor advies aan de RvS. Intussen antwoorden zij die van Bergen op Zoom dat de Zeeuwse Staten al enkele dagen geleden hun repliek over deze belasting hebben ingediend, zodat zij alsnog aan het opgelegde verbod moeten gehoorzamen. Zo niet, dan zal gouverneur
Ryhoven conform zijn last van 29 aug. andere door hem nodig geachte
maatregelen tegen hen treffen.
Post prandium
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
15
HHM stellen hun uitspraak in de voor hen lopende beroepszaak van
Rogier van Brouchoven c.s. en de 35 ruiters van
Bergen op Zoom
uit tot maandag.
16
HHM nemen geen besluit over een brief van
Ernst Casimir d.d. Groningen 11/21 november.
17
HHM ontvangen een brief van de
Admiraliteit in Zeeland
d.d. Middelburg 22 nov. met een kopie van het bij haar
ingediende rekest van
Arthur Swanie
c.s., Engelse kooplieden. De supplianten verzoeken konvooi om twee
Engelse schepen in
Middelburg met voor
Yarmouth
bestemde
goederen te beschermen tegen vijandelijkheden van twee Franse
kapers,
waarvan er een op het
Vlakke [ingang van het
Sloe
bij fort
Rammekens] ligt en de ander te
Vlissingen. Anders verzoeken zij HHM de Franse
kapers
tot
24 uur na het vertrek van de twee Engelse schepen te laten
vasthouden.
Na advies te hebben ingewonnen van Z.Exc. schrijven HHM het College het verzoek van beide supplianten verdacht te vinden. Zij menen dat er het beste tijd kan worden gewonnen en de supplianten aan het lijntje kunnen worden gehouden, in de hoop dat de kwestie in de toekomst duidelijker zal zijn.