14 - 12 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
In een rekest meldt
Gerrardt van Brouchoven dat HHM gisteren het
vonnis hebben goedgekeurd dat door de RvS op 3 juni is gewezen in
de
zaak tussen de suppliant c.s. tegen de
gecommitteerden
van de 35 ruiters van
Bergen
op Zoom. Hij verzoekt HHM te verklaren alsmede de
genoemde
ruiters,
de
gouverneur en de officieren te
Bergen op Zoom te ordonneren om hem
600 gld. vrij van onkosten mee te geven, en hem ook geen
verblijfskosten voor de detentie en logies van hem en zijn
voerman in de herberg te Bergen op Zoom te
berekenen, sinds zijn aankomst tot zijn vertrek. Ook zou de
suppliant als zijn
persoonlijke bagage naast de overige bagage, een zilveren schaal,
drie
stukken kanjanten en de
kar
waarop de suppliant met zijn bagage
is
vervoerd, willen meenemen. Totdat
hij zijn
zaken te Bergen op Zoom en in 's-
Gravenhage heeft
afgehandeld zou hij graag ongehinderd door
officieren en
soldaten door het land kunnen reizen en daar verblijven. Daarna
wil hij vrij over land of water naar
's-
Hertogenbosch kunnen
vertrekken.
HHM geven dit rekest aan notaris
Vosmaer als gemachtigde van de ruiters om hierop met ingang
van de
vergadering van morgen zijn mening te geven. Gebeurt dat niet
of
niet op tijd, dan zullen HHM hierover beslissen.
2
HHM lezen de memorie van
Jaques Tappy, inhoudend dat hij van de 18.000 gld. die hij van de
prinses van Portugal heeft
ontvangen,
1.200 gld. wil besteden aan vijftig balen peper en 6.000 gld. aan
25
balen gember.
Conform de gisteren genomen resolutie wordt Tappy paspoort gedepêcheerd op voorwaarde dat hij een kwart van de konvooien en licenten betaalt over de goederen.
3
HHM lezen het rekest van de
weduwe van Maximiliaen de Boys, op het einde van zijn leven luitenant te paard van de
heer van Brederode. Zij verzoekt
HHM haar zoon
Jan de Boys een soldij te geven
onder
een compagnie te voet.
HHM verzoeken en machtigen de RvS conform het verzoek.
4
De gedeputeerden van
Holland stellen nogmaals voor en dringen er ernstig op aan de
repartitie van de lopende schulden van de
Admiraliteiten
van 1622 tot en met 1627 ter hand te nemen en tot een goed
einde te brengen. Door uitstel zouden
enkele notabele gedeputeerden van Holland vanwege de grote
belangen van hun ingezetenen
hierin, niet tot inwilliging van lonende consenten voor de
oorlog
te land kunnen worden overgehaald.
De gedeputeerden van de verschillende provincies zijn bereid te beginnen met de repartitie en willen ervoor zorgen dat deze conform een eerdere resolutie door hun principalen aangenomen en voldaan wordt. De gedeputeerden van
Friesland verklaren dit niet te kunnen toestaan alvorens hun
principalen
hun mening hebben
gegeven over de resolutie en het
in Friesland gegeven antwoord op de propositie van
Essen,
Van
der
Dusse en thesaurier-generaal
Van
Goch. Het gaat er met name om of zij de bepalingen in het
antwoord aangescherpt vinden.
5
De RvS adviseert d.d. 10 nov. over het op 21 okt. ingediende rekest van de
weduwe van kolonel
Lambert
Charles. Daarin vroeg zij om
terugbetaling van 6.000 gld. die haar man zou hebben voorgeschoten
ter
bevordering van de aanval op de stad
Goch, om
een
lijfrente ter vergoeding van het lange dienstverband van haar man,
alsmede voor haar aanspraken op het geschut, levensmiddelen en
munitie
die binnen Goch veroverd zijn.
Conform het advies kennen HHM de suppliante voor al haar aanspraken 2.000 gld. toe, boven de 1.000 gld. die ze al heeft ontvangen. Er wordt ordonnantie gedepêcheerd.
6
HHM behandelen de zaak van de graaf van
Buccleugh, die op 12 dec. werd opgeschort.
De meningen lopen uiteen en er wordt niets besloten.
7
De verschillende uitvindingen van
Abraham Speeck worden niet uitvoerbaar geacht.
Hij ontvangt toch 50 gld., waarvan ordonnantie gedepêcheerd wordt.
8
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit te Dokkum
d.d. aldaar 28 nov., met daarbij een kort overzicht van de inkomsten en uitgaven uit 1627. De brief meldt dat de
ontvanger-generaal van dit College belet werd zijn rekening ten burele van de
Generaliteitsrekenkamer
in te
dienen, ten eerste vanwege de nog niet vereffende rekening tussen
de
vendumeester en de pachters, ten tweede omdat de heren van het
Hof van Friesland
de
schuld van het land van
Gabinus
Hanckema, voormalig konvooimeester te Harlingen, hebben
betrokken onder de preferentie en concurrentie van zijn
particuliere
crediteurs.
Er wordt geen resolutie genomen.
9
Naar aanleiding van het verzoek van
Mathijs Treurniet,
Tobias de Mulder en
Claes Gysbertsz., werkmeesters,
verzoeken HHM de RvS ernstig de supplianten een
flink
bedrag te doen toekomen. Dit opdat zij worden behoed voor de
executie van
hun
bezittingen waarmee zij door hun particuliere crediteurs worden
bedreigd.
10
Wolff Misslich bericht d.d. Bredevoort 8 dec. over de
gebeurtenissen rond de aanval op het garnizoen te
Ratingen.
Er wordt geen resolutie genomen.
11
Misslich schrijft d.d. Bredevoort 8 dec. ten eerste dat de burgers te
Bredevoort vanaf 1622 geen servitiën
hebben
ontvangen, ten tweede dat uit het magazijn aldaar de voorraad
kaas
en stokvis is verkocht, ten derde dat deze plaats geen
scherprechter
en geweldige kan missen. Hij verzoekt HHM hierin te voorzien
om
deze stad niet aan wanorde ten prooi te laten vallen.
Deze brief gaat voor een beslissing naar de RvS.
12
De gedeputeerden van
Holland verklaren nog niet gereed te zijn om te beslissen over de
uitvoer van schijfgaren naar neutrale plaatsen en over een nader
reglement
voor de voering door matrozen varend op de koopvaardij ter zee.
Evenmin
hebben ze een oordeel klaar over het machtigen van de RvS tot het
doen
van een petitie van 300.000 gld.,
binnen zes weken door de verschillende provincies in baar geld op
te brengen ter betaling van de
noodzakelijke fortificatiewerken.
13
De gedeputeerden van HHM rapporteren conform de resolutie van 5 dec. Z.Exc. in overweging te hebben gegeven om uit elk van de Admiraliteiten een met name genoemde persoon te beschrijven. Zij moeten zich gezamenlijk beraden over de middelen die de gecommitteerde raden van deze Colleges in staat stellen tot punctuele navolging van de resolutie van HHM over de oorlog te water, die werd genomen op advies van deze raden. HHM constateren dat dit niet gebeurt.
HHM zullen de Admiraliteiten aanschrijven om uit hun Colleges een op het gebied van de zeevaart en navigatie ervaren persoon naar 's-
Gravenhage te sturen. HHM zullen nog enkele dagen wachten met het
aanschrijven van de Admiraliteiten.
14
Gysbrecht van Werckhoven, conducteur van de legerwagens te Utrecht, verzoekt om
betaling van de legerdiensten uit het jaar 1625.
Een beslissing wordt opgeschort.
15
Francois Willugbij, voormalig kapitein in dienst van HHM, verzoekt om betaling
van zijn verlopen traktement, vervallen toen hij in dienst van de
koning van Groot-Brittannië
werd
ingezet op de vloot voor de aanslag op
Cadiz in
Spanje.
Het verzoek gaat voor advies naar de RvS.
16
Francke Spreij, weduwe van kolonel Sir
Henry
Sprey, verzoekt met het oog op het langdurige en
ononderbroken dienstverband van haar man, om een afrekening van een
oude schuld of in plaats daarvan een redelijk pensioen voor haar en
haar kind. Ook vraagt zij zolang de compagnie van haar man nog niet
is vergeven, om een voorlopige ordonnantie van de betaling van
wijlen haar mans traktement en dat van zijn dienaar op zijn reis
van
hier naar
Engeland.
Dit rekest gaat voor advies naar de RvS.
17
HHM resumeren de resolutie van 9 dec. op het rekest van drost
Johan d'Aerssen om doorbetaling van 300
gld. die hij jaarlijks ontvangt voor zijn inspanning om de gemene
middelen in de
Baronie van Breda te verbeteren en
de ontvangers daarbij
behulpzaam te zijn.
Met het oog op de door de suppliant aangegeven motieven voor zijn verzoek alsmede zijn diensten tijdens het beleg van
Breda kennen HHM de suppliant 300 gld. toe, zonder dat
hieraan consequenties kunnen worden verbonden. Ontvanger
Bergangie wordt nadrukkelijk
gelast en
gemachtigd deze som te betalen.
18
HHM lezen het verzoek van
Sebastiaen Bolleman, oud-burgemeester van Schiedam, inhoudend dat hij van de
Admiraliteit te Rotterdam
nog
3.400
gld. tegoed heeft, lopend met rente conform de bestaande
obligaties.
Hij verzoekt HHM de Admiraliteit op te dragen de hoofdsom met de
verlopen rente aan hem te voldoen, er genoegen mee nemend als op
dit
bedrag de 1.240 gld. wordt gekort die hij krachtens de
veroordeling
door de gedelegeerde rechters aan de Admiraliteit schuldig
is.
Dit rekest gaat voor informatie en advies naar de Admiraliteit.
19
De gedeputeerden van
Holland berichten op verzoek van HHM op schriftelijk aandringen van
Emden d.d. 30 mei, 30 aug. en
14 sept.
1627 ten behoeve van deze stad 50.000 gld. op rente
te hebben
verschaft gedurende twaalf maanden. Deze tijd is nu
verstreken.
Zij verzoeken de verschillende provincies hun quoten in dit bedrag
en de
verlopen rente op te brengen opdat zij daarvan worden ontheven.
HHM zullen de burgemeesters en raad te Emden schrijven ervoor zorg te dragen dat dit bedrag wordt afgelost. Ze verzoeken de gedeputeerden van Holland deze hoofdsom op rente te continueren.
20
Ter vergadering compareren namens de RvS
Olphert Barentsz. en thesaurier-generaal
Van
Goch. Zij maken HHM bekend dat zij met de gecommitteerden
van
de Landschap
Drenthe niet tot overeenstemming
kunnen
komen over het aanvangsjaar van hun rekening en de liquidatie
van consenten. Zij houden vol dat dit behoort te beginnen in
1599 en funderen hun beweringen op de resolutie van 24 april
1621.
De RvS meent dat men deze rekening dient te beginnen in het jaar
1601,
omdat is geconstateerd dat sinds 1599 twee rekeningen met de
ontvanger
van Drenthe zijn gesloten. Daarop is bij het nemen van de
resolutie
van 24
april niet gelet.
Deze remonstrantie wordt ter hand gesteld aan de gecommitteerde van de Landschap met het verzoek de schriftelijke redenen in te dienen, op grond waarvan gemeend wordt dat de rekening en de liquidatie in het jaar 1599 in plaats van in 1601 moeten beginnen.
21
Op 12 dec. is besloten dat ambassadeur
Joachimi toezicht zal houden op de
besprekingen tussen de
VOC
en
de Engelse Oost-Indische Compagnie. Ook zullen de extraordinaris
gezanten van HHM, momenteel in
Londen, de
besprekingen
bijwonen.
Op deze heren samen en elk van hen in het bijzonder zal met dit doel een volmacht in de verplichte vorm worden verleend.
22
Essen en andere gedeputeerden rapporteren krachtens de resolutie
van 12 dec. te hebben gesproken met
Z.Exc. Zij hebben verschillende punten
naar
voren gebracht die Essen HHM schriftelijk zal voorleggen. Z.Exc.
acht het tijdstip van de voorgenomen onderhandelingen van de
koning van Denemarken en zijn
rijksraden met hun vijanden te
Hamburg ongunstig.
Met
het oog daarop zijn al commissarissen van de koning naar Hamburg
vertrokken. Z.Exc.
meent dat men deze onderhandelingen met alle mogelijke middelen
zou moeten verhinderen.
HHM verzoeken de Deense koning per brief om de teneur van de alliantie gesloten tussen de
kroon van Engeland, hemzelf en HHM
indachtig te zijn. Niemand van de aangesloten partijen mag anders
dan
schriftelijk een aanbod tot vredesonderhandelingen door de vijand
accepteren of daarop essentiële
verklaringen afgeven, totdat deze onderhandelingen
gecommuniceerd
zijn met de ministers van de drie verenigde staten, residerend
in 's-
Gravenhage. HHM gaan ervan uit dat de
aangeboden vredesonderhandelingen nergens anders toe dienen dan om
de
intentie van de Deense koning te peilen en om achterdocht te zaaien
onder zijn vrienden en geallieerden. De koning moet gedurende
deze
onderhandelingen zijn
gebruikelijke zorgvuldigheid aan de dag leggen, opdat hij niet
verstoken blijft van behoorlijke defensie die hij anders
wel zou krijgen.
Resident
Aissma te Hamburg zal hiervan op de hoogte worden gesteld en gelast
worden om de koninklijke commissarissen dit voor te houden en hun
optreden goed in de gaten te houden. De ambassadeurs van HHM in
Frankrijk zullen van deze
vredesonderhandelingen op de hoogte worden gesteld en de
Franse koning moeten vragen om een
gulle subsidie voor de koning van Denemarken conform de
aanbieding die
eerder namens de koning door twee van zijn ministers is gedaan,
opdat
de koning van Denemarken des
te
beter van de genoemde vredesonderhandelingen kan worden afgebracht.
Ook de gezanten in
Engeland zullen
hiervan
verwittigd worden en gelast zich er bij de koning van
Groot-Brittannië voor in te spannen dat de 300.000 gld. per maand
die
in de genoemde alliantie beloofd zijn met de achterstallen prompt
op te
brengen om de koning van Denemarken beter onder de wapenen te
kunnen
houden en alle valse voorwaarden af te slaan. De
koning van Zweden zal per brief
worden
verzocht om de koning van Denemarken te helpen overreden de oorlog
voort te zetten en hem met geld en volk te hulp te komen,
conform
zijn eerdere verklaring.