14 - 02 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
Directeurs van de Levantse Handel
compareren en antwoorden op de missive van HHM d.d. 29 jan. 1629 aangaande het terugroepen van de agenten in
Tunis en
Algiers. Zij zijn van mening dat dit
nuttig kan zijn, maar zij gaan er niet mee akkoord dat de lening
ter betaling
van
de verschenen traktementen van de agenten en andere onkosten, uit
de lastgelden terugverdiend moet worden. Die inkomsten worden
immers
niet door
de
Directeurs, maar door de
Admiraliteit te
Amsterdam
beheerd en zijn bovendien al zwaar belast.
Voor
het voldoen van de genoemde traktementen en onkosten is een bedrag
van 16.577 gld. 12 st. nodig, waarvoor zij geen
krediet kunnen verkrijgen.
Verder verzoeken zij, om de scheepvaart door de
Straat van Gibraltar beter te beveiligen, het plakkaat d.d. 27 nov. 1627 van
kracht
te laten worden.
Tot slot moeten ook maatregelen genomen worden tegen het onrecht dat orateur
Haga de Nederlandse kooplieden in
Constantinopel
[Istanbul] schijnt aan te doen.
HHM vragen advies aan de Admiraliteit te Amsterdam.
2
Bertrand le Fer, Frans koopman uit Saint-Malo, verzoekt om de
teruggave van twee schepen die hij in
Duinkerke
gekocht heeft. Het ene schip is door de vijand op inwoners van de
Republiek
veroverd, het andere op de Engelsen. Beide schepen zijn door
vice-admiraal
Lieffhebber heroverd
terwijl ze van
Duinkerke
naar
Saint-Malo zeilden en zijn vervolgens naar
Zeeland gestuurd.
HHM nemen hun vorige resolutie in deze in overweging en beslissen het rekest aan de
Admiraliteit in Zeeland
te sturen om bericht te worden over de huidige stand van zaken in deze kwestie. De vergadering wil ook weten of de bedenkingen in de eerdere missive van de Admiraliteit nog steeds gelden.
3
Henrick Laurentsz., boekverkoper te Amsterdam, verzoekt om een
octrooi om het eerste en tweede deel van Den
Christelicken
Ridder, van dominee
Everhardius Schuttenius, te mogen
drukken.
1Volgens
de
verklaring van de gedeputeerden van de classis
Zwolle
is het boek niet strijdig met de gereformeerde religie, noch met de
Heidelbergse confessie, noch met de Nationale Synode van
Dordrecht.
HHM verlenen de suppliant een octrooi van twaalf jaar met de gebruikelijke bepalingen om het genoemde boek te mogen drukken.
4
HHM verlenen
Paulus van Halmale, oud-schepen van Antwerpen, paspoort om met zijn bagage
vrij te mogen reizen op het platteland en in de steden onder
vijandelijk
of neutraal bestuur om daar zijn particuliere zaken te
behartigen.
5
Johannes Polijander, professor in de theologie aan de universiteit van
Leiden, heeft gedurende tien dagen in
's-
Gravenhage en
Amsterdam verbleven ter bevordering van de
vertaling van het Nieuwe Testament en het
Oude Testament in het Nederlands vanuit
hun
originele taal.
HHM verlenen ordonnantie van 4 gld. 16 st. per dag.
6
Ontvangen is een missive van de gedeputeerden van HHM op de vergadering van de
Heren Negentien
van de WIC in
Amsterdam d.d. Amsterdam 12 feb. aangaande het wangedrag en de
baldadigheid
van de matrozen van
Pieter Hein
bij het
aanvallen
van het West-Indisch Huis.
HHM nemen geen besluit.
7
Manmaecker, gedeputeerde van de
Admiraliteit in
Zeeland
, compareert en dient krachtens zijn
geloofsbrief d.d.
Middelburg 11 feb. eerst mondeling en dan schriftelijk een
propositie in.2
HHM nemen vooralsnog geen resolutie.
8
Jan Aertsz. Buys, oud-burgemeester van Geertruidenberg en
controleur van de konvooien en licenten aldaar, verzoekt
laatstgenoemd ambt aan zijn zoon toe te vertrouwen.
HHM vragen advies aan de
Admiraliteit te Rotterdam
.
9
President
Haersolte deelt de vergadering mee dat ambassadeur
Joachimi van plan is via
Rotterdam naar
Zeeland te reizen
om vervolgens naar
Engeland te vertrekken.
HHM schrijven een brief aan de
Admiraliteit te Rotterdam
om een jacht van de Generaliteit gereed te maken om de ambassadeur veilig van Rotterdam naar Zeeland te brengen.
10
HHM hebben betrouwbare berichten ontvangen dat de vijand al actief is op zee en een groot aantal schepen heeft veroverd.
HHM schrijven de Admiraliteiten dat zij de oorlogsschepen die bestemd zijn voor de wacht op de kust van
Vlaanderen en het kruisen op de
Noordzee, moeten laten
uitvaren om de inwoners van de Republiek te
beschermen.
11
Thesaurier-generaal
Van Goch compareert en wordt op verzoek van de
heren van
Holland opgedragen in de RvS te
bewerken dat de compagnieën in dienst van de Republiek minstens
één
keer per maand krachtens het plakkaat gemonsterd worden en dat de
commissaris elke keer een duplicaat van de monsterrollen stuurt
aan
de respectievelijke betaalheren.
De thesaurier-generaal zegt toe de RvS het voor te stellen.
12
Johan de Sallengre, rentmeester van de
weduwe Van
Oldenbarnevelt, verzoekt HHM
rentmeester
Johan Hallingh op te dragen om
zonder bezwaar
de
suppliant de declaraties en ordonnanties van de rekening d.d. 21
aug.
1628 van de inkomsten uit de nalatenschap van
Van
Oldenbarnevelt ter hand te stellen.
Het rekest zal aan rentmeester Hallingh gegeven worden om te vernemen waarom hij bezwaar maakt tegen het
overhandigen van de genoemde declaraties en ordonnanties aan de
suppliant.
13
HHM verlenen ordonnantie van 8 st. per dag voor de periode 1 juli 1628 tot 6 feb. 1629 aan de zeven gevangen remonstrantse predikanten op
Loevestein die op attestatie van
Marcus de
Bije zichzelf voorzien van voedsel en drank.
14
Beaumont legt de vergadering een missive voor van de
Admiraliteit in Zeeland
aan
Z.Exc. d.d. 5
feb., waarin wordt meegedeeld dat de officieren van de licenten in
Sluis willen vernemen hoe zij de goederen moeten
behandelen die de boeren uit de omringende gebieden onder
contributie
in Sluis naar de markt brengen, meer bepaald of zij daarop
licent
moeten eisen. De Admiraliteit heeft laten weten dat zij voorlopig
de
voet en regels die in
Bergen op Zoom gebruikelijk
zijn, moeten navolgen. Zij
zou
het nuttig vinden als er een gelijke voet voor alle
grenssteden
opgesteld werd.
HHM vragen advies aan de RvS.
15
HHM kennen de student
Lommelyn 18 gld. toe ter verering van de persoon die de zilvervloot
naar de Republiek heeft gebracht,
waarvan hem ordonnantie verleend zal worden.
16
3HHM beraadslagen over de overeenkomstig
de resolutie van HHM d.d. 20 jan. door de
Directeurs van de Levantse Handel
toegezonden
rekening betreffende wat dr.
Pijnacker
aan contanten en koopwaar heeft meegekregen voor zijn reis
naar
Algiers, teneinde alles met hem te
vereffenen.
Naast wat Pijnacker is toegekend bij resolutie d.d. 12 jan. wordt hem 675 realen van achten toegewezen voor het vrijkopen van vijftien Fransen tegen 45 realen van achten per man. Krachtens de resolutie van 12 jan. komt Pijnacker rechtens 17.671 gld. 8 st. toe. Voor het vrijkopen van de Fransen komt hem 4.027 1/2 realen van achten, dat wil zeggen 9.666 gld., toe. Samen met de 675 realen van achten, dat wil zeggen 1.620 gld., maakt dit opgeteld 28.957 gld. 8 st.4