10/03/1629

 
English | Nederlands

10 - 03 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Agent Brederode schrijft d.d. Bazel 9/19 feb., en stuurt een rekening mee van het geld dat Ben. Turretien verstrekt heeft voor de reis van Leger, predikant uit Piedmont, naar Constantinopel [Istanbul].
De rekening gaat voor onderzoek en rapport naar de thesaurier-generaal.

2 HHM lezen het antwoord van de Generaliteitsrekenkamer d.d. 7 maart op het verzoek van HHM op 4 maart om informatie of bovenop de traktementen, het eten en drinken van de luitenant-admiraals en vice-admiraals van de eskaders en dat van hun gevolg voor rekening van de Generaliteit komt en hoeveel de kapiteins die deze admiraals op hun schepen hebben gehad daarvoor moeten ontvangen.
De Generaliteitsrekenkamer heeft geconstateerd dat de vice-admiraals van de eskaders op zee maandelijks bovenop hun ordinaris traktement 80 Kar.gld. ontvangen, waarvan zij hun eigen eten en drinken en dat van hun gevolg moeten betalen. De luitenant-admiraals ontvangen daarentegen niets. De kapiteins die ingezet worden als vice-admiraals moeten uit de extraordinaris 80 Kar.gld. de kapiteins de kosten vergoeden die zij ten behoeve van hen maken. Deze maatregel dient om te vermijden dat de Generaliteit naast de 80 Kar.gld. ook nog de bijkomende kosten op zich zou moeten nemen en op die manier twee keer belast zou worden.
HHM zullen in de lijn van dit antwoord terugschrijven aan de Admiraliteit in het Noorderkwartier op hun brief ontvangen op 4 maart.

3 HHM worden bericht over een brief van agent Mibassen d.d. 3 maart aan Sommelsdijck, waarin onder andere wordt gemeld dat te Boulogne-sur-Mer het geschut, de munitie en het touwwerk van het op de kust gestrande schip van kapitein Cornelis van Oijen in een boeier is geladen.
HHM zullen de Admiraliteit te Amsterdam schrijven ervoor te zorgen dat het schip veilig naar de Republiek terugkeert.

4 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 9 maart op de brief en remonstrantie van overste Gent, ontvangen d.d. 4 maart. De RvS heeft overlegd met Z.Exc.
In de eerste plaats wordt de Kleefse stadhouder en raden in Emmerik [Emmerich] geschreven dat zij niet langer in gebreke mogen blijven in de betaling van de verschuldigde 3.000 gld. voor de aankoop van munitie voor het garnizoen van Soest [in Westfalen].
Aangaande de ongelijke bezetting van het graafschap Mark en de overige punten adviseert Z.Exc. te wachten op de komst van de graaf zu Schwarzenberg alvorens hierover een beslising te nemen.
HHM besluiten conform.

5 Bas en Beaumont brengen verslag uit van hun overleg met Z.Exc. over de mogelijkheid om de bevrijding van de gevangenen in Algiers, Tunis en Palermo aan de missie van kapitein Cleuter toe te voegen.
Kapitein Cleuter zal worden ontboden om in zijn bijzijn de instructies op te stellen en zijn last te ontvangen.

6 Bas en Beaumont brengen verslag uit van het gesprek dat zij conform de resolutie d.d. 8 maart met Z.Exc. in aanwezigheid van Georgio de Genyn hebben gevoerd. Deze heeft verklaard dat hij te Douai geboren is en na een goede opleiding van 1612 tot 1628 in Spanje in dienst van de graaf van Olivares is geweest. Hij was verantwoordelijk voor het opstellen van de concepten van staatszaken en moest de graaf daar bij gelegenheid aan herinneren. Genyn bezit een schat aan kennis van de Spaanse monarchie en in het bijzonder van de situatie in West-Indië. Hij suggereerde een plaats en gelegenheid waarop naar het oordeel van Z.Exc. en de gecommitteerden inderdaad een succesvolle aanval zou kunnen worden ondernomen, tot grote schade van de vijand.
Zij hebben Genyn gevraagd de details daarvan op papier te zetten. HHM geven Genyn op diens verzoek 400 gld. om niet meer in een herberg te hoeven verblijven en zo discreter te werk te kunnen gaan. De griffier wordt gevraagd een akte op te stellen om de ontvanger-generaal de betaling te laten doen.

7 Beaumont heeft conform de resolutie van 28 feb. met ontvanger-generaal Doublet gesproken en hem voorgesteld om met een lening de schuld van 8.000 gld. met rente aan Catarina Pils, de weduwe, alsmede de minderjarige kinderen van Walterus van der Beeck, in te lossen. Deze schuld komt ten laste van het kantoor van Doublet krachtens een obligatie die is veranderd uit een ordonnantie die de ongerepartieerde ruiters en soldaten in het jaar 1627 in betaling is gegeven. Doublet ziet wel mogelijkheden de schuld in te lossen.
Bij nader inzien gaan HHM hier toch niet op in.

8 HHM resumeren de propositie van 7 maart van Willem Bontius, schout van Leiden, en kennen hem conform het plakkaat van HHM een beloning toe van 500 gld. voor de arrestatie van de verbannen predikant Johannis Arnoldi Corvinus. HHM machtigen de burgemeesters en schepenen van Leiden Corvinus de akte van stilstand van 15 juni 1623 te laten ondertekenen. Indien hij weigert zal Corvinus door bodes van HHM het land worden uitgezet met het verbod er ooit terug te keren tenzij hij bereid is de akte alsnog te ondertekenen, en daarna van HHM speciaal toestemming krijgt. Doet hij dit niet, dan wordt hij gestraft.

9 William Willaston c.s., contractanten in tin van de koning van Groot-Brittannië, schrijven dat zij op 14 juni 1624 van HHM een paspoort hadden gekregen om 350.000 pond tin vanuit Engeland via de Schelde naar Brabant en Vlaanderen te brengen. Zij waren daarvoor geen konvooien of licenten verschuldigd indien de vracht te Lillo verbodemd werd. De supplianten moesten echter hun vracht in Zeeland lossen, aangezien de licenten tussen de Republiek en de vijand gesloten waren op dat moment. Dat maakte hun paspoort waardeloos. Om deze reden vragen zij om een nieuw paspoort op dezelfde voorwaarden.
HHM wijzen dit verzoek af.

10 Diderick van Halewijn verzoekt namens de vorst Ludowyck van Anhalt om een koffer met belangrijke documenten te mogen uitvoeren zonder konvooien of licenten te betalen. Deze koffer was enkele jaren geleden tijdens de politieke onrust in Duitsland naar de Republiek gebracht.
HHM willigen dit verzoek in op voorwaarde dat de koffer bij het uitvoeren door de officieren van HHM onderzocht mag worden.

11 HHM verlenen Florents Nideck, adelborst in de compagnie van kapitein Du Pont Blaignij, een voorschrijven aan het gerecht van Monschau om hem snel te helpen zijn recht te halen tegenover zijn debiteuren.
Roeshuisen vraagt en ontvangt een voorschrijven, om te krijgen wat hem volgens zijn bewijzen rechtens toekomt.

12 HHM depêcheren ordonnantie op de declaratie van Jasper van Ameijde, die als bode met de gecommitteerden van HHM tussen 30 jan. en 2 maart de vergadering van de Heren Negentien heeft bijgewoond in Amsterdam. Hij ontvangt 32 gld., naast de 6 gld. die hij uitgegeven heeft toen hij door de gecommitteerden van HHM op de heenreis vanuit Lisse teruggestuurd werd. Blijkens zijn bescheid heeft hij zich de volgende ochtend in Haarlem weer bij hen gevoegd.
HHM depêcheren ordonnantie op de declaratie van Jacob Jansz., die eveneens als bode van 30 jan. tot 24 feb. de voornoemde vergadering bijgewoond heeft. Hij heeft recht op 26 gld., naast een vergoeding van 8 gld. voor een tussentijdse reis van Amsterdam naar 's- Gravenhage.

13 De thesaurier-generaal brengt verslag uit van zijn onderzoek naar het rekest van Leonard Nulck, gouddraadtrekker, en de declaratie van generaal Nispen. Nulck wilde deze inzien om te weten wat Nispen in zijn naam ontvangen heeft voor het ontdekken van vals gouddraad.
HHM wijzen het verzoek af en verwijzen de suppliant door naar justitie.