13 - 03 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Orateur
Haga schrijft d.d. Constantinopel [Istanbul] 6 jan., met
bijgevoegd een
ordonnantie naar aanleiding van de triomfantelijke intocht van
grootvizier
Uriff pasja na diens
overwinning
in
Erzurum.
Er wordt geen resolutie genomen.
2
Jaspar Charles, gecommitteerde van het platteland onder contributie,
verzoekt HHM nogmaals een einde te maken aan de overlast en
de
afpersing door hun soldaten. Indien dit niet mogelijk is,
vraagt
hij HHM om een apostille op zijn rekest om zo degenen die
hem
gestuurd hebben te laten zien dat hij zijn best heeft gedaan.
Het rekest gaat naar de RvS om de mogelijkheid na te gaan het plakkaat van 1604 en de ordonnantie van 1624 betreffende plunderingen, te renoveren.
3
Ontvangen is een brief van agent
Mibaissen d.d. Calais 27
feb., met daarbij een rekening van de voorgeschoten 1.260 gld. 19
st. aan proviand voor personen die naar Calais kwamen, bevrijde
gevangenen en andere
uitgaven in de periode 9 okt. 1628-27 feb. 1628.
HHM stellen de rekening voor controle, onderzoek en rapport ter hand aan thesaurier-generaal
Van Goch.
4
De
Admiraliteit te Amsterdam
stuurt een brief met enkele bijlagen met berichten.
Er wordt geen resolutie genomen.
5
Timmerman
Cornelis Pietersz. c.s. verzoeken HHM om een octrooi voor henzelf en
hun naaste erfgenamen voor een periode van veertig jaar, op een
toestel dat waterlopen die zo breed zijn dat er een schip kan
liggen en
een ander nog kan langsvaren, zonder afdamming tot op een diepte
van
twaalf voet kan uitdiepen.
Dit verzoek gaat naar de RvS voor onderzoek en ondervraging van de supplianten.
6
De inwoners van
Made onder de jurisdictie van de stad
Geertruidenberg vragen HHM om geldelijke steun of
toestemming om binnen de Republiek te collecteren voor het herstel
van hun
kerk,
predikantshuis en school.
HHM wijzen dit verzoek af.
7
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
d.d. Enkhuizen 9 maart met een lijst van de namen en de rang van de Duinkerkers die zij gevangen houdt.
Er wordt geen resolutie genomen.
8
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
d.d. Enkhuizen 7 maart met het advies om de pachters van een kwart van de konvooien en licenten toestemming te verlenen om fraude die na meer dan een jaar ontdekt wordt, alsnog te vervolgen indien deze tijdens hun pachttermijn plaatsgevonden heeft.
HHM nemen geen besluit.
9
De
Kleefse stadhouder en raden in
Emmerik
[Emmerich] antwoorden
schriftelijk d.d. 2
maart op een eerder schrijven van HHM d.d. 6 feb. aangaande
het betalen van de licenten bij het tolhuis
voor goederen die voor consumptie uit deze landen naar
Schenkenschans
['s-Gravenwaard] worden
gebracht.
Deze brief gaat voor onderzoek en advies naar de RvS.
10
Enkele paardenkopers verzoeken in een memorie om een sauvegarde voor de paarden die zij uit de neutrale steden en landen als
Holstein,
Mecklenburg,
Oldenburg
en dergelijke vervoeren naar landen aan de andere kant van de
Rijn tegen betaling van een half licent per paard
conform de lijst.
Dit verzoek gaat voor onderzoek en advies naar de RvS.
11
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
d.d. Enkhuizen 8 maart, met twee duplicaten van brieven van vice-admiraal
Quast aan de Admiraliteit met informatie waar hun
oorlogsschepen de afgelopen winter gelegen hebben.
Verder deelt de Admiraliteit mee dat ze de hele winter
één schip
boven het
vastgestelde aantal in dienst heeft gehad, en zelfs meer schepen
dan de
andere Admiraliteiten samen.
Er wordt geen resolutie genomen.
12
De inwoners en buren van het dorp
Besoijen vragen toestemming om de melk-, magere alsmede
niet-drachtige koeien en kleinvee voor gebruik op
hun landerijen, zonder betaling van licent uit de Republiek in te
voeren. Zij zullen dan op de kantoren borg stellen dat de
dieren niet elders belanden, of, als dat niet voldoende is, 2
gld. per
koe
en voor kleinvee naar evenredigheid betalen.
Dit verzoek gaat voor onderzoek en advies naar de RvS.
13
David de Solenne, kwartiermeester van het regiment van graaf
Ernst Casimir,
vraagt te worden bevorderd tot kwartiermeester-generaal in
plaats
van de
gouverneur van Oranje, die
van ontrouw wordt beschuldigd.
Indien
deze plaats niet vacant is, vraagt hij om een voorschrijven van
HHM aan
de
Staten van Holland
voor een
benoeming als
kapitein van
een
compagnie.
HHM wijzen dit verzoek af en raden de suppliant aan geduld te oefenen.
14
De huidige pachters van een kwart van de konvooien en licenten klagen erover dat de
Admiraliteit in Zeeland
gedurende de vorige en de lopende pacht de konvooien op de in- en uitvoer van wol niet heeft ontvangen conform de resolutie van HHM d.d. 17 dec. 1621. De Admiraliteit heeft de schippers en kooplieden van de uitgaande wol belast met de tarieven zoals ze op de lijst van de konvooien en licenten staan, met een verschil van 10 of 12½ st. op iedere honderd pond wol, afhankelijk of de bestemming neutraal of vijandelijk grondgebied was.
In de tweede plaats rekent de Admiraliteit elk uitgaand kwarteel traan slechts als anderhalve smalton, dit in tegenstelling tot een resolutie van HHM uit juli 1626 waarin vastgesteld was dat ieder kwarteel traan voortaan als twee smaltonnen en niet als één of anderhalf gerekend moest worden. Dus voor elk kwarteel wordt een kwart minder ontvangen. Daarbij heeft de
Admiraliteit te Amsterdam
naar aanleiding van een doleantie van verschillende kooplieden op 20 feb. de ontvanger opdracht gegeven wat betreft de konvooien op de wol te handelen als die van Zeeland. De supplianten vrezen dat het met de traan precies zo zal gaan als met de wol. Zij verzoeken HHM de Admiraliteit in Zeeland en die te Amsterdam en op andere plaatsen aan te schrijven om voortaan van de uitgaande wol afhankelijk van de plaats waarnaar deze vervoerd wordt, inkomend en uitgaand konvooi te ontvangen en van de traan het konvooi en licent van ieder kwarteel gerekend voor twee smaltonnen. De Colleges moeten de supplianten bovendien alle geleden schade vergoeden omdat de resoluties op het punt van het konvooi over wol en traan niet punctueel zijn nagevolgd.
De Admiraliteit te Amsterdam en in Zeeland wordt een duplicaat van dit verzoek toegezonden. Zij worden gemaand de konvooien van de wol en traan te innen conform de resoluties van HHM en de kooplieden en schippers, afhankelijk van de bestemming van de uitgevoerde wol, in- en uitgaand konvooi te laten betalen. Bovendien moeten zij voor ieder kwarteel traan konvooien en licenten als twee smaltonnen berekenen. Zij moeten HHM zo spoedig mogelijk van hun inspanningen op de hoogte stellen.
15
Ter vergadering rapporteren
Olphert Barentsz. en
Schotte over hun
onderzoek conform de
resolutie d.d. 3 jan. naar de octrooiaanvraag van
Pieter Dionys op het door hem
ontworpen geschut. Ze hebben hem gevraagd een proefontwerp van het
gehamerde ijzeren geschut te maken en dat vergeleken met het
geoctrooieerde ontwerp voor geschut van verschillende metalen van
Jan de Ryckert c.s. dat dateert
van 5 maart 1627. Zij zijn van mening dat het wel degelijk om
een ander ontwerp gaat en dat het octrooi van De
Ryckert bijgevolg niet geschonden wordt. Daarna geven zij een
uitvoerige
technische beschrijving van het productieproces van de
stukken.
Barentsz. en Schotte geven Dionys het voordeel van de twijfel en
raden
HHM aan Dionys zijn ontwerp
te
laten perfectioneren en
het
octrooi van De Rycke c.s. in te trekken.
Dionys zal zijn vier proefstukken die in het magazijn liggen terugkrijgen om er verder aan te werken, zonder deze of andere te mogen verkopen alvorens de RvS de verbeterde versie heeft
gekeurd. De eventuele intrekking van het octrooi van
De
Rycke houden HHM in beraad.
16
De gecommitteerde bewindhebbers van de
Heren Negentien
hebben de door
Pieter Heyn veroverde vlaggen van de zilvervloot bezorgd.
HHM verzoeken de RvS ervoor te zorgen dat deze in de grote zaal opgehangen worden.
17
Bruninxs brengt verslag uit van zijn onderzoek naar het rekest van
Jan Jansz.
Vreedtlant en
Pieter
Dionijsz., reders
van
de voormalige scheepskapitein
Jacob Jansz.
Bontekoe. Zij verzoeken om een afrekening en bewijs van
de kapingen
door
Bontekoe. De schepen zijn door hem naar
Dokkum
gebracht.
De
Admiraliteit in Friesland
heeft 3 jan. laten weten met de supplianten geen overeenkomst te hebben gesloten anders dan hun borgstelling voor de trouw van de kapitein in kwestie. Het verzoek behoort derhalve afgewezen te worden. De kapitein heeft wel veel schade toegebracht aan schepen uit neutrale landen, maar de benadeelde kooplieden zijn daarvoor vergoed of dit staat te gebeuren.
HHM oordelen dat de supplianten geen aanspraken hebben op de Admiraliteit. Zij moeten elders hun gelijk proberen te halen.