14 - 03 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Geertgen Goris, weduwe van
Gerrid
Pietersz., in zijn leven luitenant van 's lands ponten,
verzoekt
een jaarlijks pensioen.
HHM kennen de suppliante eenmalig 40 gld. toe. Hiervan wordt haar ordonnantie gedepêcheerd.
2
Maria Wiems, weduwe van kapitein
Steven
Brunsvelt,
verzoekt een redelijke som geld voor haar
eigen levensonderhoud
en dat van haar kinderen.
HHM kennen haar eenmalig 60 gld. toe. Hiervan wordt haar ordonnantie gedepêcheerd.
3
HHM lezen het advies van de RvS van 9 maart op het verzoek van de ingelanden van het
Westland,
Sint Omcommerspolder,
Oude Heije en de
Graaf Hendrikpolder. Deze verzoeken HHM
om
een impostverlaging met 300 gld. jaarlijks op bezaaide landen en
hoornvee en dat gedurende zes jaar.
Op 26 jan. was door HHM een impostverlaging met 600 gld. jaarlijks
toegestaan aan de oostzijde van
Steenbergen,
het
Oude Land,
Kruisland,
Oud Kromwiel en
Nieuw Kromwiel.
De RvS is van oordeel dat HHM het verzoek kunnen afwijzen. Laatstgenoemde polders hebben grotere onkosten moeten maken voor het aanleggen van dijken op het gevaar af van gevangenneming door de vijand en bovendien betalen ze 1 daalder per gemet voor de aanleg van een nieuwe sluis. De supplianten hebben minder kosten gemaakt voor de aanleg van een kadijk, en betalen geen stuiver aan de sluis.
Conform het advies wijzen HHM het verzoek af.
4
De
Admiraliteit in het Noorderkwartier
verzoekt HHM in een brief d.d. Enkhuizen 8 maart ambassadeur
Joachimi te schrijven om een akte van licentie voor
Jacob Jansz.
Duycker om het geschut op te vissen uit het schip
van
kapitein
Joris Maertensz. van
Staden,
zes à zeven vadem diep gelegen op de rede van
Mounts Bay en het naar hier over te brengen.
HHM verlenen het schrijven. Wanneer de ambassadeur de akte van licentie heeft moet hij HHM en de Admiraliteit daarvan verwittigen.
5
Gualterus Gerbrandi Pomeranus, predikant te Leur, krijgt van HHM tot
herroeping
vrijstelling van
de konvooien en licenten op de volgende goederen, die hij het
komende half jaar uit deze landen naar zijn woonplaats mag
vervoeren:
een okshoofd wijn,
een
vaatje haring, een vaatje abberdaan, zestig pond stokvis, vier
witte
en twee groene kazen, een vaatje zeep en wat keukenspecerijen.
6
HHM verlenen
Miguel de Monserrate na het aanhoren van de getuigenis van
Henricus
Arnoldi, predikant te Delft, een privilege om gedurende
zes
jaar het Spaanstalige boekje Christiana
Confession de la Fe1te
laten drukken en verkopen.
7
De RvS heeft met Z.Exc. gesproken over het bericht van commandant
Erentruiter d.d. 14/24 feb. die op
verzoek van de stad
Emden 25 musketiers in
Wolthusen heeft gelegerd voor het buitenwerk.
Conform het advies besluiten HHM de musketiers in Wolthusen te laten.
8
HHM lezen het rekest van de erfgenamen van
Geen Huigen Schapenham, die onder admiraal
L'Hermyte als
vice-admiraal uitgevaren was en deze in functie is opgevolgd
na
diens overlijden. Zij vragen HHM het traktement van Schapenham uit
te
betalen vanaf het moment dat hij het commando voerde tot zijn
overlijden.
HHM vragen de Bewindhebbers van de
VOC ter Kamer Amsterdam
om informatie.
9
Kapitein
Pieter de Swardt vraagt HHM een einde te maken aan het door de
advocaat-fiscaal van de
Generaliteit tegen hem
ingestelde proces voor de
Hoge
Krijgsraad
, omdat hij tegen zijn commissie in twee
Schotten (
Thomas
Jansz. en
Jacob
Brodesteyn) in zijn
compagnie heeft aangenomen.
Dit verzoek gaat naar de RvS om na het horen van de fiscaal, hierover te berichten.
10
Naar aanleiding van het gisteren met advies van de RvS door HHM genomen besluit verzoeken
Jan de Rijckert c.s. HHM enkelen uit hun midden te committeren om hun
stukken nog eenmaal te vergelijken
met die van
Pieter Dionijs en over
hun onderzoek te rapporteren. Ondertussen
zou Dionijs verboden moeten worden zijn stukken te verkopen.
HHM blijven bij hun eerdere resolutie.
11
HHM lezen de memorie van de
advocaat-fiscaal van de Generaliteit, die HHM verzoekt om een besluit op zijn vorige
rekest betreffende de tenuitvoerlegging van de door hem verkregen
vonnissen van de
Hoge
Krijgsraad
tegen
Coenders,
Carpentier,
De Vries en
Waes, kapiteins
van
de nieuwe lichting van tienduizend man, omdat zij tegen de bevelen
in
buitenlandse soldaten aangenomen hebben.
HHM machtigen de RvS om in deze zaak te bemiddelen en te schikken.
12
Gerrardt Storm, advocaat-fiscaal van de Admiraliteit te
Amsterdam, schrijft d.d. Amsterdam 3 maart naar aanleiding van
het rekest en de bijgevoegde stukken die de pachters van een kwart
van
de konvooien en licenten bij HHM hebben ingediend. Deze hadden in
de maanden november en
december 1628 te
Amsterdam twee aanzienlijke
gevallen van fraude ontdekt. Het ene geval bestond hierin dat op
twee
loscedullen voor honderd koperplaten met een opgegeven gewicht
van 1.850 pond, alsmede twee partijen krenten met een opgegeven
gewicht van 7.100 pond,
138 koperplaten waren gelost die in de pakhuizen van de
Admiraliteit te
Amsterdam 2.260 pond2 wogen, terwijl de
krenten samen 10.825 pond
bruto
wogen. Op het gewicht van de koperplaten is dus 410 pond verzwegen,
op
de krenten (minus de tarra) 2.210 pond. Het andere geval betrof het
op
een partij olifantstanden verzwegen gewicht van 470 pond, en op
een
partij indigo (minus de tarra) 760 pond.
Bij de
bestraffing van deze feiten hebben de Raden ter Admiraliteit echter geen rekening gehouden met artikel 4 en 16 van
het
plakkaat op de konvooien en de licenten van 1598, noch met de
uitbreiding van dat plakkaat d.d. 24 aug. 1628, noch met het
schrijven
van HHM d.d. 30 nov. 1628. Ze hebben in beide gevallen slechts besloten tot de
confiscatie van dat deel van de goederen dat bij de kantoren niet aangegeven was.
De supplianten vragen om vernietiging van deze vonnissen die indruisen tegen het plakkaat en de ampliatie. Deze goederen hadden, zonder aansziens des persoons,
verbeurd verklaard en
geconfisqueerd moeten worden.
HHM besluiten de
Admiraliteit te Amsterdam
te schrijven dat haar uitspraak hun bevreemdt, omdat deze strijdig is met het genoemde plakkaat en de uitbreiding daarop, de verpachtingsvoorwaarden en de missive van HHM. HHM verzoeken de Admiraliteit dan ook binnen acht dagen na ontvangst van de brief hun overwegingen bij de vonnissen schriftelijk te verantwoorden.
13
De aanwezige
RvS
deelt HHM het volgende mee. In de eerste plaats wordt het de inwoners van de dorpen onder contributie in het Land van
Heusden in de sauvegardes die ze van
aartshertogin
Isabella ontvangen, verboden
verder te gaan dan
's-
Hertogenbosch, tenzij ze daartoe speciaal
gelast zijn
door lokale autoriteiten. Dergelijke
beperkingen worden de inwoners
van
vijandelijk gebied in de door HHM verleende sauvegardes niet
opgelegd. Zij mogen vrij in dit land
rondreizen. De RvS geeft HHM in overweging in de toekomst dezelfde
beperkingen in de sauvegardes op te nemen.
In de tweede plaats worden de predikanten uit het Land van Heusden en het zuiden van
Holland ernstig in hun bewegingsvrijheid beperkt wanneer zij voor
persoonlijke aangelegenheden naar 's-Hertogenbosch of een andere
plaats
onder vijandelijk bestuur gaan. Zij moeten eerst de gouverneur of
de
commandant de reden van hun bezoek melden, waarna twee musketiers
hen
gedurende de tijd van hun bezoek scherp in het oog houden. De
papen en
monniken uit het vijandelijke gebied kunnen zich daarentegen vrij
verplaatsen binnen het Land van Heusden en elders binnen de
Republiek,
zonder dat naspeuringen naar hen worden verricht.
Ten derde worden dagelijks uit
Brabant en andere vijandelijke gewesten grote hoeveelheden hop
ingevoerd, waarover 6 gld. uitvoerrecht wordt geëist door
de
vijand.
Omdat van invoerrechten in de Republiek geen sprake is, worden de
hoptelers van deze zijde uit de markt geprijsd en kunnen zij hun
dure
hop niet slijten. De RvS stelt voor de hop uit Brabant en andere
vijandelijke gebieden te belasten ten voordele van de inkomsten van
de
Admiraliteiten.
In de vierde en laatste plaats verbiedt de vijand de inwoners van het onder contributie gelegen kwartier van 's-
Hertogenbosch, in Heusden,
Geertruidenberg of elders in de Republiek
voedingswaren als haring of stokvis te halen. Zij worden verplicht
dit in 's-Hertogenbosch te kopen, waar overigens de aan
deze
zijde gekochte goederen hoog belast worden. Op die manier
probeert de vijand de handel en nijverheid van
Heusden en Geertruidenberg naar 's-Hertogenbosch te halen. De RvS
geeft HHM in overweging de inkomende en uitgaande goederen te
's-Hertogenbosch
even zwaar te belasten totdat de vijand
inwoners van het gebied toestaat vrij hun waren te kunnen halen
waar
zij willen.
Op de eerste twee punten - om zowel wat betreft de sauvegardes als de geestelijken er dezelfde handelwijze als de vijand op na te houden - besluiten HHM conform het voorstel van de RvS. Op het derde en het vierde punt wordt de gedeputeerden van Holland na hun schriftelijk verzoek toegestaan deze punten eerst te bespreken in de
Staten van Holland
.
14
De RvS heeft vernomen dat HHM ontvanger-generaal
Doublet de opdracht gegeven hebben een ordonnantie van 2.374 gld. 12
st. 8 p. voor gouden ketens, om te
zetten
in een obligatie voor rekening van de Generaliteit ten behoeve van
Henderick Mirou, op voorwaarde dat
de rente ingaat op de dag van de ordonnantie. De RvS meent dat
daarin
een andere voet moet worden gehouden. Dergelijke vereringen
zouden betaald moeten worden uit een daarvoor te bestemmen post
op de
staat van oorlog, die over de provincies wordt gerepartieerd. De
rente kan namelijk niet uit de ordinaris
posten
betaald worden, waardoor de ontvanger-generaal zich genoodzaakt
ziet
om ter betaling daarvan de post logiesgelden en verschillende
andere
posten aan te spreken. Dit raakt zijn totale financiële
beheer.
Dit kan 's lands financiën te gronde richten.
Deze zijn trouwens al overbelast met de betaling van de rente
en
de makelaardij op het tussen 1618-1628 (beide incluis) geleende
kapitaal van 3.711.950 pond 5 sch. 11 p., welke betaling nog niet
over
de
provincies is verdeeld. Aangezien de conversie van de ordonnantie
in
een obligatie al heeft plaatsgevonden, wil de RvS de zaak verder
laten
rusten. Wel verzoekt de RvS HHM
toestemming
decharges te laten uitgaan van 250.556 pond 13 sch. 2 d. waarom
een jaar geleden per petitie is verzocht ter betaling van de rente
met de
makelaardij van het kapitaal. Dit is nodig om de financiën
van het
kantoor op
orde te houden, want de consenten van de verschillende
provincies
kunnen niet worden afgewacht, aangezien de rente en
de makelaardij maandelijks zonder oponthoud, betaald moeten
worden.
HHM committeren
Eck,
Noortwijck,
Brunincx,
Beaumont,
Rode,
Eysinga,
Haersolte,
Schaffer en thesaurier-generaal
Van
Goch om deze zaak te bespreken en om te bekijken welke
posten van het kapitaal ten laste
van de Generaliteit, en welke ten laste van de verschillende
provincies gebracht kunnen worden. Zij moeten hierover
rapporteren.
15
De gedeputeerden van
Utrecht delen mee dat de wapenmakers van de stad
Utrecht klagen over het feit dat zij in
tegenstelling
tot hun collega's uit
Holland geen wapens mogen
leveren aan de magazijnen van de Generaliteit. Bovendien is het hun
krachtens een plakkaat van HHM verboden wapens uit te voeren,
waardoor ze ermee blijven zitten.
Zij
vragen HHM dan ook om wapens aan de
Generaliteit te mogen leveren, ofwel om opheffing van het
uitvoerverbod.
De
RvS
laat mondeling weten dat niet hij maar de
Staten van Holland
's lands magazijnen van wapens voorziet. HHM kunnen daarom niet voldoen aan het eerste verzoek van de Utrechtse gedeputeerden. Het tweede verzoek zullen HHM conform het advies van de RvS op een nader te bepalen tijdstip inwilligen, op voorwaarde dat de wapens daadwerkelijk naar de in de rekesten opgegeven plaatsen worden vervoerd. Voorafgaand aan een beslissing van HHM moet de RvS de te verlenen concessie met Z.Exc. bespreken.