22/03/1629

 
English | Nederlands

22 - 03 - 1629

Presentielijst:

Resoluties:

1 De Admiraliteit in Friesland vraagt d.d. 4 maart toestemming om de officieren van de konvooien en de licenten te mogen verplaatsen van de Bellingwolderschans [Oudeschans] naar de nieuwe ofwel Langakkerschans [Nieuweschans]. Commandant Roussel zou moeten worden bevolen zich niet met Admiraliteitszaken te bemoeien, noch met deze verplaatsing. Hij moet de afhandeling van de rekening van de konvooigelden van Langakkerschans overlaten aan de sergeant, die hij daartoe zelf heeft gemachtigd.
HHM gaan akkoord met het verzoek en zullen dit Roussel schrijven.

2 Langerack schrijft d.d. Parijs 10 maart.
Er wordt geen resolutie genomen.

3 Enkele burgers en kooplieden uit Hoorn klagen dat de maatregelen van HHM inzake de beveiliging en defensie ter zee, niet worden nagevolgd. In de afgelopen weken zijn weer verschillende schepen met goederen van ingezetenen door de vijand gekaapt en naar havens in Vlaanderen gebracht. Zij verwijzen naar hun rekest met verschillende bijlagen en de missive van het stadsbestuur van Hoorn d.d. 19 maart, waarin verschillende voorname burgers luitenant-admiraal Dorp verantwoordelijk stelden voor het verlies van hun schepen. Deze lag namelijk samen met de schepen van zijn kapiteins het grootste deel van de tijd voor anker in Engeland, terwijl de kapers uit Duinkerke vrij spel hebben op zee. Bovendien negeren vele kapiteins van de konvooischepen de gegeven bevelen. De supplianten vragen HHM om maatregelen, ter voorkoming van onheil.
HHM committeren Essen, Noortwyck, Cats en verschillende extraordinaris gedeputeerden van Holland, Beaumont, Ploos, Eysinga, Aelbertsz. en Schaffer om de ingediende stukken te onderzoeken, ze te vergelijken met het journaal van luitenant-admiraal Dorp en indien nodig de kooplieden en Dorp te ondervragen. Zij moeten naar bevind van zaken handelen en hierover rapporteren.

4 De Admiraliteit in Zeeland schrijft d.d. Middelburg 17 maart dat haar wachtschepen op de kust van Vlaanderen en voor het kruisen op zee inmiddels opnieuw zijn bevoorraad.
HHM voegen deze missive bij de andere stukken van de burgers en kooplieden van Hoorn, voor het beraad hierover.

5 HHM vernemen uit het rapport van de extraordinaris ambassadeurs die uit Frankrijk teruggekeerd zijn, dat de koning van Frankrijk de verzekering wil krijgen dat HHM geen bestand of vrede zullen sluiten met Spanje gedurende zijn veldtocht in Italië.
HHM besluiten op advies van Sommelsdyck de koning te laten weten in het komende seizoen hier in Nederland iets groots te zullen ondernemen. De koning van Spanje zal dus weinig gelegenheid hebben zijn hier gelegerde troepen tegen de koning van Frankrijk in te zetten.

6 HHM hebben gemerkt dat verschillende van hun officieren die om privé-redenen naar Frankrijk of Engeland gereisd zijn, nog altijd niet in het land teruggekeerd zijn, ondanks het schrijven van de RvS dat zij zich voor eind februari bij hun compagnieën moeten voegen.
HHM zullen Langerack en Joachimi, ordinaris ambassadeurs in respectievelijk Frankrijk en Groot-Brittannië, schrijven de officieren aan te zeggen zo snel mogelijk terug te keren. Doen zij dit niet, dan zullen HHM nieuwe officieren in hun plaats benoemen.

7 Adriaen Adriaensz. van Bergen, schipper en bevelhebber bij de inname met een turfschip van het kasteel te Breda op 4 maart 1590, verzoekt HHM het jaargeld van 300 gld. dat hem als beloning werd toegekend, over te laten gaan op zijn zoon Jan Adriaensz.
Dit verzoek gaat naar de RvS voor advies.

8 Een beslissing op het rekest van verschillende kooplieden om in verband met de graanhandel een ambassadeur te benoemen bij de grootvorst van Moskovië en diens vader, de patriarch, wordt door die van Holland opgeschort.

9 De burgemeesters en raden van Edam verzoeken HHM om de teruggave van twee kanonnen die ze aan de vloot van L'Hermite uitgeleend hebben, maar die na terugkomst door de Admiraliteit te Rotterdam achtergehouden worden.
HHM zullen de Admiraliteit schrijven de twee stukken terug te geven of te vergoeden.

10 HHM lezen het concept van een nadere eed voor de Admiraliteiten.
De gedeputeerden van Holland willen hierover eerst ruggespraak houden.

11 Luitenant-admiraal Dorp levert bij HHM zijn scheepsjournaal over de periode 24 jan. tot en met 12 maart in, samen met een lijst van alle schepen onder zijn commando voor het bewaken van de kust van Vlaanderen en het kruisen op de Noordzee.
HHM voegen het scheepsjournaal en de lijst bij het eerder genoemde rekest van de burgers van Hoorn en de overige stukken. Dorp wordt gevraagd enkele dagen in 's- Gravenhage te blijven, om desgewenst door de gedeputeerden van HHM ondervraagd te kunnen worden.

12 De gedeputeerden van Holland delen mee nog geen oordeel te hebben gevormd over het concept voor een compagnie van assurantie.
HHM manen de gedeputeerden tot spoed.

13 HHM resumeren de resolutie d.d. 20 maart na een advies van de RvS, genomen op het verzoek van de predikant van Leur [Etten-Leur].
In plaats van dat Z.Exc. zal schrijven aan de gouverneur van Breda, zullen HHM de RvS opdragen de ontvangers van de contributies te schrijven conform de resolutie te handelen.