23 - 03 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Johan Hallingh, ontvanger van de confiscaties, dient conform de
resolutie van HHM d.d. 1 maart de declaraties en
ordonnanties
in die hij uit de geconfisqueerde goederen van mr.
Johan
van Oldenbarnevelt betaald heeft.
De declaraties en de ordonnanties gaan conform diens verzoek van 14 feb. naar
Johan de Salingere, rentmeester van de
weduwe Van
Oldenbarnevelt.
2
Naar aanleiding van de mededelingen van ontvanger-generaal
Doublet, laten HHM commissie depĂȘcheren voor
Joost Jacobsz. van Adrichem,
burgemeester van
Delft,
om in het
Noorderkwartier vanaf 1 april voor
een jaar de
impost te
verpachten van
14 gld. op elke honderd wit geraffineerd zout en 9 gld. op het
dennezout.
3
Schultetus, resident van de koning van Denemarken,
vraagt in een memorie om een uitvoerverbod naar
Jutland en andere Deense gebieden die
door keizerlijke troepen zijn bezet.
HHM vragen advies aan de RvS.
4
Fredrick van Reynegom, voormalig advocaat-fiscaal onder admiraal
Jacques
L'Hermite, schrijft dat hem in zijn
instructie een substituut toezegd was, maar dat is nooit geregeld.
Hierdoor heeft hij zijn functie alleen moeten uitoefenen. De
suppliant vraagt om de 50 gld. per maand die voor
de
substituut uitgetrokken was voor de duur van zijn dienst.
Het rekest gaat naar de RvS om de aanwezige gedeputeerde van HHM inzake het beleid van de vloot van L'Hermite te horen. Daarna moet de RvS advies uitbrengen.
5
HHM vaardigen opnieuw het verbod uit voor scheepsvolk om onder vreemde mogendheden te dienen.1
6
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 20 maart op het rekest van de inwoners van
Ratingen d.d. 8 maart. De RvS gelooft dat de supplianten door de inval
van
de staatse
soldaten in okt. 1628 veel schade geleden hebben, maar inwilliging
van het verzoek
schept een te groot precedent.
Hiermee zou ook de kwijtschelding die buiten
medeweten van HHM door de regering van de keurvorst van
Brandenburg te
Kleef is toegekend, goedgekeurd
worden.
HHM wijzen daarom het verzoek af.
7
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 21 maart op het rekest van de inwoners van
Besoijen d.d. 13 maart.
Conform het advies geven HHM de supplianten toestemming hun mager vee te halen tegen Bosch' licent en de storting van een borgsom.
8
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 22 maart op het rekest van
Govert en
Cornelis Cornelisz. uit
Waalwijk.
Conform het advies geven HHM de supplianten de toestemming hun mager vee te halen tegen Bosch' licent en de storting van een borgsom.
9
Ontvangen is een missive van de
Admiraliteit te Amsterdam
d.d. 19 jan., waarin HHM wordt verzocht de
Generaliteitsrekenkamer
opdracht te geven om een jaarlijks traktement van 120 gld. in de rekening van ontvanger
Houffyser goed te keuren. Dit geld is een vergoeding voor
Olijcan, zeilmaker
van de Admiraliteit, die verschillende scheepsbenodigdheden in
bewaring heeft.
Deze brief gaat voor advies naar de Generaliteitsrekenkamer.
10
HHM lezen het rapport van
Eck en andere gedeputeerden van HHM in de zaak tussen de
Austraalse Compagnie
en de
WIC
. De Austraalse Compagnie
heeft meermalen aangedrongen op het alleenrecht voor de vaart op de
door haar ontdekte
Straat Le Maire en de gebieden behorend tot het
zuidelijk halfrond, conform het octrooi voor de
ontdekkers
van nieuwe straten en
gebieden. Eventueel zou zij in ruil voor een redelijke vergoeding
afstand van dit monopolie willen doen. HHM hebben in de
vergadering
van de Heren Negentien die compensatie voorgesteld en
aanbevolen.
Deze en eerdere pogingen hebben echter geen succes gehad. De WIC
beweert dat
haar in een recenter door HHM gegeven octrooi geen restricties zijn
opgelegd in de
vaart op Straat Le Maire en de landen van het zuidelijk halfrond.
Indien de
Austraalse Compagnie
meent recht te hebben op een vergoeding moet zij zich maar tot
HHM wenden. Die van de Austraalse Compagnie zeggen op hun beurt
zich uitsluitend tot HHM te wenden voor de
handhaving van haar octrooi.
Zij bieden aan alle retourvrachten die de Compagnie gedurende
haar octrooi
ontvangt onder HHM te brengen en conform hun oordeel te verdelen.
Zij willen alleen een akte die voorkomt dat de WIC of anderen hun
schepen buitenslands aanhouden of hinderen. De gedeputeerden van
HHM
hebben vervolgens het octrooi van de WIC nagelezen en zijn van
mening
dat dit document zo absoluut niet is, dat de inhoud daarvan het
eerder
verkregen recht van de Austraalse Compagnie aantast.
De WIC moet HHM binnen een maand na ontvangst van de brief van HHM antwoorden op welke gronden zij meent dat haar in het octrooi met uitsluiting van anderen de vaart op Straat Le Maire en het zuidelijk halfrond is verleend.
11
Mr.
Pieter Luesnelius, pensionaris van het Vrije van Sluis, heeft bij HHM in
kracht van zijn geloofsbrieven d.d. 11 maart een kort bericht
ingediend
over de
huidige
staat van het college van het
Vrije van Sluis,
zoals
bevolen was in een missive d.d. 24 februari.
HHM laat het document ter griffie van HHM bewaren om het bij gelegenheid te gebruiken. Luesnelius wordt daarmee van zijn opdracht ontslagen.