25/04/1629

 
English | Nederlands

25 - 04 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Resident Aissma schrijft in zijn brief d.d. Hamburg 4 april onder meer dat de commissarissen van de keizer met die van de koning van Denemarken overeenstemming lijken te bereiken. Hij vindt het daarom noodzakelijk zich naar Lübeck, waar de vredesonderhandelingen plaatsvinden, te begeven om daar beter op 's lands belang te kunnen letten.
De resident meldt tevens dat hij een wissel van 800 rijksdaalder heeft getrokken op ontvanger Reael in Amsterdam. Hij vraagt HHM voor de uitbetaling te zorgen.
De vergadering antwoordt de resident naar Lübeck te vertrekken om daar de vredesonderhandelingen aandachtig te volgen. Hij moet de commissarissen van de koning van Denemarken er attent op maken dat zij krachtens artikel 7 van de alliantie tussen de kroon van Groot-Brittannië, de kroon van Denemarken en de Republiek verplicht zijn HHM op de hoogte te houden van de voorgestelde vredesbepalingen alvorens daarop geantwoord mag worden. De resident moet er nog andere overwegingen en argumenten aan toevoegen die hij naar tijd en gelegenheid noodzakelijk acht.
Ontvanger-generaal Doublet wordt gemachtigd de wisselbrief te laten accepteren. De heren van Holland wordt verzocht te zorgen voor de betaling op de vervaldag.

2 Commies Verhaer compareert en wordt opgedragen 1.000 gld. uit het geld van de paspoorten aan griffier Musch te geven, die het op zijn beurt aan Georgio de Hennini moet betalen, zoals vastgesteld in de resolutie d.d. 19 april.

3 De ontvanger-generaal compareert en wordt belast met de betaling van 300 gld. aan stempelsnijder Willem Versteech volgens de uitgevaardigde ordonnantie, als vergoeding voor het maken van de twee gouden medailles die generaal Pieter Heyn en admiraal Lonck naast de gouden ketens hebben ontvangen ter herinnering aan het veroveren van de zilvervloot.

4 HHM lezen het advies van de aanwezige gedeputeerden van de Colleges ter Admiraliteit van heden op het gisteren ingediende rekest van enkele vrouwen uit Hoorn die HHM verzochten ervoor te zorgen dat hun echtgenoten, broers en kinderen uit hun slavernij in Algiers en Tunis bevrijd zouden worden. De gedeputeerden beweren geen advies te kunnen uitbrengen, aangezien zij niet op de hoogte zijn van eventuele overeenkomsten met de Turken. Zij weten evenmin hoe de huidige verhoudingen tussen de Republiek en de Turken liggen.
De gedeputeerden worden gevraagd te adviseren over de vraag of de Admiraliteit te Rotterdam een jacht en die te Amsterdam en in het Noorderkwartier elk een schip, voldoende bemand en uitgerust, ter beschikking kunnen stellen voor de vrijlating van deze en andere gevangenen.

5 De vergadering verleent klerk Silvius op diens verzoek ordonnantie van drie maanden traktement, vervallen op 7 april.

6 HHM lezen het advies van de aanwezige gedeputeerden van de Colleges ter Admiraliteit d.d. 24 april op het op 11 april bij HHM ingediende rekest van de Bewindhebbers van de Noordse Compagnie , waarin zij vroegen te mogen beschikken over een konvooi van drie of vier oorlogsschepen. De gedeputeerden menen dat het verzoek weliswaar gegrond is en dat de Compagnie eerder over twee oorlogsschepen kon beschikken, namelijk één van de Admiraliteit te Amsterdam en een ander van de Admiraliteit in het Noorderkwartier , maar dat de Admiraliteitscolleges, net als alle andere Colleges, nu in een dermate penibele situatie verkeren door het verlies van een aantal schepen dat ze niet op het verzoek kunnen ingaan. Ze kunnen nauwelijks hun ordinaris lasten van de staat van oorlog voldoen. De supplianten moeten het dus met minder schepen stellen, tenzij HHM instemmen met enige extraordinaris uitrusting en financiële steun.
Er wordt in de staat van oorlog op zee nagekeken of er geen schepen gereserveerd zijn voor het konvooi van de supplianten.

7 Ontvanger-generaal Doublet deelt mee dat de Staten van Zeeland hun quote in de 400.000 pond in mindering van het geld waarom bij petitie tot dekking van de legerlasten van dit jaar is verzocht, nog niet hebben betaald.
Er wordt een ernstige brief aan de Staten geschreven om hun quote zo snel mogelijk aan de ontvanger-generaal te betalen.

8 Beaumont rapporteert dat hij krachtens de resolutie d.d. 20 april geïnformeerd heeft met welk bedrag de administrator van Maagdenburg geholpen zou kunnen worden. Uit particuliere berichten heeft hij opgemaakt dat de administrator in de eerste plaats 5.000 gld. nodig heeft voor zaken die hij om zijn eer en waardigheid niet kan vermelden. Een even groot bedrag moet dienen om de zaken van zichzelf en de dienaars die hij wil aanhouden, in orde te brengen en wat geld te kunnen geven aan die dienaars die hij denkt te ontslaan. Ook zijn aanstaande reis naar de koning van Zweden kan uit dat bedrag betaald worden. De lopende schulden van de administrator bedragen rond de 20.000 gld., maar hij kan ze niet specificeren. Indien HHM dat wensen, mogen ze er na zijn vertrek naar informeren.
De vergadering besluit de nodige maatregelen te nemen om de schuldeisers van de lopende schulden met naam en specificatie van de schuld over te nemen en hen door ontvanger-generaal Doublet te laten aanzeggen dat zij zo snel mogelijk betaald zullen worden. Er wordt de administrator ordonnantie verleend van 10.000 gld. om voor particuliere doeleinden gebruikt te worden. Het totaalbedrag van deze maatregelen wordt geschat op 30.000 gld. en zal verhaald worden op het secours voor de koning van Denemarken. De administrator moet er van zijn kant voor zorgen dat de koning akkoord gaat met deze schikkingen.

9 De vergadering verleent Vincent Boudewyns, koopman uit Amsterdam, op zijn verzoek voorschrijven aan de koning van Denemarken om een schip met enkele honderden lasten graan, geladen in Stettin [Szczecin] in Pommeren, vrij door de Sont naar de Republiek te laten varen.

10 Ontvangen is een missive van de burgemeesters en regeerders van Hoorn d.d. Hoorn 23 april, waarin ze verzoeken effectieve maatregelen te nemen waardoor twee gevangen stuurlieden in Palermo, die aan de Inquisitie onderworpen zijn, vrijgelaten worden.
Een afschrift van deze missive wordt Berckel, burgemeester van Rotterdam, ter hand gesteld om de stuurlieden bij de onderhandelingen over een gevangenenruil mee te rekenen.

11 Gelezen is het verzoek van Cornelia van Erfdijck, weduwe van advocaat mr. Cornelis van der Goos, woonachtig in Middelburg in Zeeland.
HHM stemmen ermee in dat ze in Doel [Beveren] gaat wonen op sauvegarde. Haar zal de daartoe benodigde akte worden verstrekt.

12 HHM lezen het rekest van de gezamenlijke geestelijkheid van Emmerik [Emmerich], Rees en Ravenstein. De supplianten schrijven dat de keurvorst van Keulen de opdracht gegeven heeft aan de dekens van Xanten en Rees om de kerken van Wezel voorlopig voor de katholieken te sluiten, hetgeen ook gebeurd is. Zij verzoeken HHM een dag en een tijd vast te stellen waarbinnen de kerken van Wezel aan de gereformeerden en die van Emmerik, Rees en Ravenstein aan de katholieken teruggegeven moeten zijn.
De vergadering vraagt advies aan de RvS.

13 Johan van Brouchorst te Huessen schrijft in een rekest dat hij en zijn mede-erfgenamen een leen in het vorstendom Kleef geërfd hebben van hun voorouders. Dit leen, Rodenholt genaamd, ligt bij Emmerik [Emmerich] in het kerspel Till. De familie van de suppliant bezit dit leen al meer dan honderd jaar, zonder dat er ooit enige problemen geweest zijn. De Kleefse regering heeft hen onlangs echter in deze rechten aangetast. De suppliant verzoekt voorschrijven aan de hofraden van Kleef en vraagt hierover met de graaf zu Schwarzenberg te spreken, om in de toekomst in het bezit van het leen gehandhaafd te blijven.
De vergadering verleent de suppliant het gevraagde voorschrijven. Noortwyck wordt gecommitteerd om hierover met de genoemde graaf te spreken.

14 HHM lezen het rekest van Frederick Coenen c.s., kooplieden te Hamburg, ondersteund door een missive van de burgemeesters en raden van Hamburg d.d. Hamburg 28 maart. De supplianten vragen dispensatie op het plakkaat tegen het vertrek van scheepstimmerlieden uit de Republiek en toe te staan dat scheepstimmerman Claes Pietersz. uit Hoorn samen met nog 25 andere personen en scheepstimmerlieden naar Hamburg gaat. Daar zullen zij een schip bouwen voor de supplianten. 1

15 Claudine Claes, weduwe van Johan van Rosandt, uit Utrecht, vraagt toestemming voor Jacob van Rosant, seculier priester uit Antwerpen, om de Republiek binnen te mogen komen.
De vergadering wijst het verzoek af.

16 Ontvangen is een missive van de burgemeesters en regeerders van Leiden d.d. Leiden 23 april. De supplianten vragen de nodige stappen te zetten om de koning van Denemarken over te halen tot de teruggave van de goederen en koopwaar van Pieter Bodeyn, die op bevel van de koning in de Sont aangehouden werden.
De vergadering besluit de zaak van de genoemde Bodeijn te bepleiten in een schrijven aan de koning.

17 De baron van Spieringh compareert en legt een geloofsbrief van de hertog van Palts-Neuburg d.d. Düsseldorf 3 april voor, krachtens welke hij eerst mondeling en vervolgens schriftelijk een propositie doet.2
De baron bedankt HHM namens de hertog voor de audiëntie.
HHM zullen zich ongetwijfeld herinneren op welke voorwaarden de hertog in 1625 aanbood de uitvoering van het akkoord, dat een jaar eerder afgesloten was tussen hemzelf en de graaf zu Schwarzenberg, de gezant van de keurvorst van Brandenburg, te bevorderen. Beiden hebben zich toen ook verbonden de goede verstandhouding tussen beide vorsten stevig te grondvesten, voor het geval de keurvorst van Brandenburg het alleen ook trachtte te verkrijgen.
De genoemde graaf heeft zich met een nieuwe volmacht en een bijzondere commissie persoonlijk tot de hertog gericht, waarop beiden na lange onderhandelingen een voorlopig akkoord hebben gesloten als bewijs van hun vredelievend gemoed. Van de precieze bepalingen zijn HHM zonder twijfel reeds door de graaf op de hoogte gebracht. De baron refereert ernaar om zijn uiteenzetting niet te lang te maken.
Er is in het verdrag onder meer bepaald dat aan HHM en Spanje verzocht moet worden hun troepen uit Gulik [Jülich], Kleef en daarvan afhangende vorstendommen, graafschappen en landen terug te trekken of niet meer dan één plaats te bezetten. In die plaats moeten de soldaten zich neutraal opstellen. Daarnaast moeten alle vijandelijkheden tegen de raadslieden, ambtenaren en inwoners van de genoemde gebieden gestaakt worden. Indien er zich nog gevangenen uit deze gebieden in de garnizoenssteden bevinden, dan moeten dezen vrijgelaten worden.
HHM wordt tevens verzocht zich net als beide vorsten en de oorlogvoerende partijen ertoe te verbinden dat de genoemde landen niet meer belast worden met nieuwe inkwartieringen en legeringen. Indien het nodig is dat legers het gebied doortrekken, dan moet ervoor gezorgd worden dat de troepen niet in het land blijven. Als een overnachting onvermijdelijk is, dan moet strenge discipline gehandhaafd worden en moeten de soldaten de bevolking ontzien zoals de constituties van het Duitse Rijk en de ordonnanties van de bovengenoemde vorsten bepalen. De soldaten die zich niet hieraan houden moeten als afschrikwekkend voorbeeld gestraft worden en moeten de goederen volledig teruggeven of vergoeden. In geen geval mag de bevolking afgeperst of op een andere soortgelijke manier behandeld worden en zij moet altijd als neutraal beschouwd worden. In het geval dat iemand deze neutraliteit schendt of de soldaten schade berokkent en schuldig bevonden wordt, moeten alle rechtsplegingen gedaan worden door de overheid van de plaats waar het misdrijf gebeurd is. HHM moeten er zich aan houden geen plaatsen in de genoemde gebieden met een garnizoen bezet te houden, in te nemen of aan te vallen. De hertog zal dit ook in Brussel verzoeken. Evenmin mogen geestelijkheid, ridderschap, steden, raden, ambtenaren en dienaars van de genoemde landen aangetast worden of mag toegestaan worden dat dit hun ondergeschikten overkomt. Indien HHM of hun ondergeschikten iets te eisen hebben van de onderdanen en inwoners van de genoemde gebieden, hetzij publiek- hetzij privaatrechtelijk, of van de landstenden, dan moeten zij dat doen langs de wettelijke weg en niet door represailles of andere maatregelen. De afhandeling zal dan gebeuren volgens de oude pacten en concordaten.
De hertog van Palts-Neuburg heeft zich voorgenomen om ingeval van schending door één van beide oorlogvoerende partijen samen met de keurvorst als goede buren de neutraliteit te waarborgen, ongeacht het feit dat beiden de andere belligerent gesteund hebben. Eventuele geschillen zullen opgelost worden in overeenstemming met de oude pacten en zij zullen zich ervan onthouden deze te overtreden.
De hertog twijfelt er verder niet aan of HHM zullen instemmen met het verzoek dat de baron hun voorlegt. Hij meent dat de vergadering tevreden is met de overeenkomst en dat ze er zich mee akkoord zal verklaren deze mee ten uitvoer te brengen. Nu beide partijen overeenstemming hebben bereikt, kunnen HHM de opdracht geven aan hun ondergeschikten een einde te maken aan de schadelijke executies, opdat de inwoners bevrijd worden van die zware last en vrij mogen ademen.
De hertog is zelf naar Brussel afgereisd met de intentie om daar en indien nodig bij de koning van Spanje te verzoeken dat dit verdrag behoorlijk uitgevoerd en nageleefd wordt. HHM kunnen de hertog een bijzondere dienst bewijzen, iets waartoe hij op zijn beurt als vriend en buur genegen is. Een dergelijke lovenswaardige en roemvolle daad zal overigens ook geapprecieerd worden door andere vorsten, zoals de koning van Engeland en de koning van Frankrijk.

18 Hertog Wolfgang Wilhelm van Palts-Neuburg meldt in een missive d.d. Brussel 19 april dat hij voornemens is naar de Republiek te komen. Hij vertrouwt erop dat HHM deze beslissing niet onaangenaam zal zijn.
President Gerestein wordt gelast agent Van de Veecken bij zich te ontbieden en te zeggen dat zij ermee akkoord gaan dat de hertog naar de Republiek komt indien hij niet in dienst van de koning van Spanje is.

19 HHM lezen het rekest van mr. Cornelis Splinter, secretaris van de Admiraliteit te Rotterdam . De suppliant verzoekt niettegenstaande de resolutie d.d. 20 april in de zaak tussen hemzelf en ontvanger Van Yck alle of enkele van de voormalige gedelegeerde rechters in de zaak van de gewezen Admiraliteitsraden voor rekening van partijen aan te stellen om deze zaak te beslechten. Indien dit bij HHM op bezwaren stuit, zou de zaak ook aan de Hoge Raad van Holland of de Raad van Brabant overgedragen kunnen worden. Splinter vraagt rekening te houden met zijn eer en goede naam als HHM hun resolutie handhaven en van mening blijven dat de zaak in der minne geschikt moet worden. HHM zouden daarom met advies van de gedelegeerde rechters moeten verklaren dat de resolutie van de voormalige raden van de Admiraliteit, krachtens welke hij en anderen geld hebben ontvangen en die door de genoemde rechters nietig is verklaard, wel op hem van toepassing is. De verordening van de rechters op grond waarvan hij 1.100 gld. heeft terugbetaald, zou dan niet meer mogen gelden.
De vergadering vraagt, op kosten van Splinter, advies aan de voormalige gedelegeerde rechters in de zaak van de Admiraliteit te Rotterdam.

1 Er wordt geen besluit vermeld.
2 Geïnsereerd in S.G. 3188 en gedrukt in Aitzema, S. & O. kwarto II, 748-750/folio I, 828-829.