30/05/1629

 
English | Nederlands

30 - 05 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De Directeurs van de Levantse Handel verzoeken HHM een besluit te nemen op hun herhaalde remonstranties en het advies van de Admiraliteit te Amsterdam .
HHM laten de stukken ter bespreking opzoeken.

2 HHM resumeren de gisteren genomen resolutie over de aanspraken van Wijnant de Keijser.
Alvorens deze resolutie uit te vaardigen willen HHM van Keyser nadere informatie over een ordonnantie van 10.800 gld., die hem in 1626 op de Admiraliteit is verleend, maar die nooit is uitbetaald.

3 HHM verlenen Jaspar Dapper, koopman te Deventer, een voorschrijven aan de magistraat van Hamburg. Hij verzoekt om een kort geding tegen een zekere Coenraet Ryckertsz., burger van die stad.

4 HHM verlenen de inwoners van Hooge Zwaluwe en Lage Zwaluwe toestemming om tijdens de sluiting van de licenten op levensmiddelen hun benodigdheden in te voeren conform de bepalingen van de lijst van 10 nov. 1625. Deze goederen moeten worden vervoerd in één of twee schepen die geen andere waren mogen innemen.

5 Pieter Denisz. en Jan Jansz. Vreelandt vragen in hun rekest om een afschrift van het antwoord van de Admiraliteit te Dokkum in de zaak van kapitein Bontekoe.
HHM bezorgen de supplianten een afschrift van de resolutie d.d. 13 maart, genomen naar aanleiding van het schriftelijke antwoord en de bijlagen.

6 Mevrouw Serclaes verzoekt om terugbetaling van 150 gld. aan reis- en verblijfskosten, gemaakt in verband met de uitwisseling van de gevangenen te water.
HHM kunnen hier niet op ingaan.

7 Wynant de Keijser verzoekt HHM om een verklaring dat uit zijn tegoeden eerst en vooral de crediteurs betaald worden van zijn uitgaven te Algiers gemaakt in dienst van het land, zodat zijn vrouw en kinderen vrijgelaten worden.
Alvorens te besluiten wordt dit verzoek nader onderzocht.

8 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 28 mei op het verzoek van Cornelis de Stercke d.d. 25 mei. De RvS laten het aan het oordeel van HHM over om de suppliant te belonen voor de diensten die hij het land bewezen heeft onder ontvanger Rensen. In elk geval moet deze beloning uit de contributies van Gulik [Jülich] betaald worden.
HHM vragen ontvanger Rensen zo snel mogelijk een staat met de ontvangsten uit de Gulikse contributies in te dienen, met een toelichting waar dat geld gebleven is. Hij moet tevens zijn mening geven over het rekest van de suppliant en diens bewezen diensten.

9 HHM depêcheren ordonnantie van 120 gld. op het verzoek van Pieter Bor Christiaensz., omdat hij ervoor gezorgd heeft dat het vijfde deel van de Cronycke Carionis 1in het Nederlands is gedrukt, en de vier eerdere delen zijn herdrukt.

10 De RvS mag een beslissing nemen op het verzoek van Nicolaes Heindricxsz. van Huijsen, om aan te blijven als extraordinaris bode van HHM.

11 De Admiraliteit te Rotterdam excuseert zich in een missive d.d. 28 mei nog niet te hebben geantwoord op de missive van HHM d.d. 25 mei over de kaas en de ossen die zij onder borg vrijgegeven heeft. Het merendeel van de raadsleden was afwezig.
HHM wachten nader bericht af.

12 De Admiraliteit te Rotterdam vraagt in een missive d.d. 28 mei hoe zij zich ingeval van een verdere sluiting van de licenten moet opstellen tegenover de steden Kleef, Kranenburg en Goch en de aangrenzende plaatsen op het platteland tussen de Rijn en de Maas. Daarnaast vraagt zij HHM de sluiting van de Rijn te bezien.
HHM wachten op de verklaring van Zeeland over de sluiting op levensmiddelen.

13 Op de declaratie van Bilandt van port voor brieven door Langerack vanuit Frankrijk aan HHM geschreven tussen 30 sept. 1628 en 30 april 1629, depêcheren HHM, na het horen van het verslag van de griffier, ordonnantie van 233 gld. 16 st.

14 Jacob Leeu, koopman te Amsterdam, verzoekt om de teruggave van 946 gld. 8 st. 8 p. die in Zeeland kwijtgescholden zijn, maar die later kwijtgeraakt zijn zonder dat iemand weet waar ze gebleven zijn.
HHM beslissen nogmaals aan de Admiraliteit in Zeeland te schrijven de suppliant zo spoedig mogelijk te betalen of hun tegenargumenten bekend te maken. Doen zij dat niet, dan zullen HHM beslissen.

15 HHM lezen het rekest van de huidige pachters van een kwart van de konvooien en licenten, waarin zij schrijven dat zij op 14 maart hebben gemeld dat de raden ter Admiraliteit te Amsterdam twee vonnissen hebben uitgesproken die strijdig zijn met de geldende plakkaten aangaande de inning van die rechten, de uitbreidingen daarop en de verpachtingsvoorwaarden. HHM hebben de Admiraliteit gevraagd binnen acht dagen na ontvangst van de brief de redenen voor deze afwijkende vonnissen toe te zenden. Toen dat niet gebeurde, hebben HHM hun gedeputeerden op de vergadering van de Heren Negentien gevraagd te helpen, door voor hun vertrek vandaar de Admiraliteit te vragen haar argumenten op te sturen, en haar te gelasten 22 st. per honderd pond uitgaande wol te vragen. De supplianten vragen nu de gedeputeerden van de vergadering van de Heren Negentien van de WIC zijn teruggekeerd, hen te laten rapporteren over hun onderhandelingen met de Admiraliteit om daarnaar te handelen. Verder vragen de supplianten om hangende het overleg de gearresteerde goederen die door de vonnissen geconfisqueerd hadden behoren te worden, in geen geval vrij te geven.
Bruninxs, één van de gedeputeerden op de vergadering van de Heren Negentien, rapporteert dat de Admiraliteit onmiddellijk na ontvangst van de missive van HHM 22 st. per honderd pond uitgaande wol is gaan heffen. Verder had ze vanwege het grote aantal afwezigen, in het bijzonder van personen die bij het vellen van de twee vonnissen aanwezig waren, besloten de gevraagde argumenten zo snel dat kon op te sturen. HHM manen de Admiraliteit nogmaals de gevraagde inlichtingen te geven en maken daarbij melding van de verrichtingen van Bruninxs. HHM vertrouwen erop dat de Admiraliteit 22 st. per honderd pond uitgaande wol vraagt.

1 Het gaat hier om de bezorging van de Nederlandse vertaling van het vijfde deel van het werk van Phillippus Melanchton et al. door Willem van Zuylen van Nyevelt : Chronica Carionis vanden beginne des werelts aen tot op den keyser Carolum den vyfden. Arnhem, 1629.