01/06/1629

 
English | Nederlands

01 - 06 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Secretaris Huijgens rapporteert dat de RvS krachtens de resolutie d.d. 31 mei het traktaat tussen Joachimi en de kanselier van Schotland over het regiment Schotten en hun getalsterkte alsmede de begeleidende brief, heeft nagekeken. Volgens de overeenkomst is de kanselier niet gehouden meer dan tweeduizend man (die ondertussen al zijn aangekomen) te sturen, noch zijn HHM gehouden meer soldaten aan te nemen. De RvS adviseert desondanks de compagnie van Arnot aan te nemen, op dezelfde voet als de andere Schotten en hun aantal af te trekken van de zesduizend waardgelders, indien die geconsenteerd worden.
HHM verklaren zich hiermee akkoord en machtigen de RvS de compagnie te laten ontschepen, te bewapenen, te monsteren en de compagnie te onderhouden.

2 Thomas Stoughton verzoekt opnieuw om van de Admiraliteit te Rotterdam het geld te krijgen van de geconfisqueerde en verkochte goederen, waarvan hij een deel verzuimd had aan te geven en te verkonvooien.
HHM wijzen het verzoek af.

3 HHM lezen het rekest van de Engelse scheepskapitein James Benning, die op dit moment in Rotterdam vastgehouden wordt door schipper Cornelis Pietersz. uit Alkmaar. Pietersz. wil Benning voor de Admiraliteit te Rotterdam terecht laten staan omdat deze in nov. 1628 diens schip, geladen met masten en teer, met de hulp van nog twee andere Schotse schepen gekaapt en vervolgens te Leith opgebracht heeft. Daar werd het door een rechter geconfisqueerd omdat het tijdens de oorlog tussen de koning van Groot-Brittannië en die van Frankrijk op weg was naar Bayonne.
HHM geven het schip van de suppliant vrij en ordonneren de Admiraliteit zich niet met deze zaak in te laten.
Van de Rotterdamse Admiraliteit is een schrijven d.d. Rotterdam 31 mei ontvangen over het rekest van Pietersz. die Benning voor de rechter wil brengen om zijn schip en goederen terug te krijgen.
HHM kunnen in de Republiek niet op deze zaak ingaan, maar zijn desgewenst bereid Pietersz. een voorschrijven te verlenen aan Joachimi om zijn zaak in Engeland te bepleiten. HHM willen hem tevens voorschrijven verlenen aan de Raad van Edinburgh om zijn zaak te opnieuw te bezien en hem recht te laten geschieden. Anders zal men zich op andere middelen moeten beraden.

4 Het gerucht gaat dat het schip van Michiel Cornelisz. t'Kint, die vorige winter in het Goereese Gat is aangehouden, in Spanje tegen de verboden in geslagen want en masten heeft gelost.
HHM brengen de Admiraliteit te Rotterdam hiervan op de hoogte, met de opdracht nadere inlichtingen in te winnen. Als het gerucht klopt, moet zij de borgtocht waarop het schip is ontslagen en vertrokken in aanmerking nemen.

5 Mevrouw Serclaes verzoekt opnieuw om terugbetaling van 150 gld. die zij uitgegeven heeft bij het heen en weer reizen naar Brussel ter voorbereiding van de gevangenenruil.
HHM wijzen het verzoek af.

6 De kapiteins Malaguet, Durefort, Croismaire en Boisgrenier, die ten laste staan van de Generaliteit, vragen om twee maanden soldij.
HHM vragen de ontvanger-generaal het nodige te doen om hun te betalen.

7 Ontvanger-generaal Doublet draagt krachtens het derde artikel van het octrooi van de WIC Pieter Aerjensz. uit Vlissingen voor om als admiraal onder generaal Lonck een vloot van 26 schepen van de Compagnie te commanderen.
HHM keuren de voordracht goed en depêcheren commissie. Daarop legt hij de eed af.

8 Wilhelmus Silvius, extraordinaris klerk in vreemde talen, vraagt om een loonsverhoging van 300 naar 500 gld.
HHM wijzen het verzoek af, maar kennen hem eenmalig 150 gld. toe.

9 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 30 mei op de remonstrantie van de Landschap Drenthe die op 18 mei bij HHM is ingediend, waarin HHM gevraagd wordt het krediet van de Generaliteit ter beschikking te stellen om 30.000 gld. te kunnen opnemen. Maar het is bekend dat de kas van de ontvanger-generaal zo zwaar belast is, dat de Generaliteit zelf vaak elders krediet moet zoeken. Om deze reden en om geen precedent te scheppen adviseert de RvS het verzoek af te wijzen.
HHM besluiten conform het advies.

10 Het proces voor HHM van de bedijkers en de ingelanden van Goesschepolder, Lovenpolder, Willemskerkepolder en Koudepolder in het ambacht Terneuzen in Vlaanderen tegen de bedijkers en de ingelanden van de polder Westenrijk of "Delffschen polder" in hetzelfde ambacht wordt doorverwezen naar de Hoge Raad voor behandeling en een vonnis. Na toezending hiervan zullen HHM uitspraak doen.

11 President Gerestein stelt voor een bededag af te kondigen om God te bidden om een goede afloop van het beleg van 's- Hertogenbosch.
Na beraad stellen HHM deze zaak uit. In plaats daarvan wordt de provincies verzocht hun predikanten in de steden en de classes aan te manen gedurende het beleg zondags gepaste bijbelteksten te lezen. Ook in hun wekelijkse predikaties moeten zij teksten en gebeden uitkiezen die de gemeente aanzetten tot vurig bidden om de overwinning. De desbetreffende brief is in de vergadering geresumeerd.

12 De commandant van Willemstad schrijft d.d. aldaar 29 mei onder andere dat de soldaten van zijn garnizoen tijdens de sluiting van de licenten en konvooien twee boeren uit Zundert, elk met een kar geladen met een aantal nader gespecificeerde uit Holland afkomstige voedingswaren, hebben aangeslagen. De boeren kunnen aantonen dat zij deze waren gekocht hebben op de vrije markt te Roosendaal en beweren daarom de sluiting niet overtreden te hebben.
De RvS heeft deze zaak getoetst aan het plakkaat tegen het handelsverbod [van de vijand] d.d. 16 okt. 1625. HHM besluiten dat de boeren niets misdaan hebben en daarom krijgt de commandant het bevel hen vrijuit te laten gaan. Daarnaast besluiten ze de levensmiddelen die enkele dorpen volgens hun lijsten in bepaalde plaatsen mogen gaan halen, niet buiten het ressort van deze dorpen mogen worden gebracht of geconsumeerd, op de straffen die in het genoemde plakkaat vermeld staan. De RvS wordt gemachtigd alle gouverneurs en commandanten in de grenssteden hiervan op de hoogte te brengen.