02 - 10 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
President
Bas deelt mee dat
Berckell
gisteren van de
heer van Merquette twee
schriftelijke antwoorden
heeft ontvangen, beide d.d. Brussel 29 september. Hij schrijft dat
de
vijand de
Veluwe en
de
pas aan de
IJssel zal verlaten zodra
over de
belangrijkste kwestie een overeenkomst is gesloten en getekend.
Zij zullen ook dadelijk het vreemde en andere volk uit die
kwartieren terugtrekken en alles zoals voorheen op vrije voeten
stellen.
Berckel mag hier zeker van uitgaan en dit HHM
verzekeren. Het is de mening van
hare
hoogheid
dat dit alles zo snel
mogelijk en zonder verder uitstel moet worden aangenomen en
besloten.
Merquette en Berckel zouden elkaar met dat doel aanstaande zondag
7
okt. weer in
Roosendaal moeten treffen om
de
zaak op hoofdpunten zo te ontwerpen, dat deze daarna met een
plechtige deputatie van weerszijden kan worden ondertekend en
volbracht.
HHM committeren dr.
Jacob Cats, eerste pensionaris en raad van de stad Dordrecht en
verzoeken hem naar het leger te reizen om de gedeputeerden van
HHM
aldaar
opening van zaken te geven. De gedeputeerden en Cats worden bij
deze
gemachtigd deze zaak met Z.Exc. te bespreken. Iemand uit
hun
midden moet aan HHM rapport uitbrengen over het oordeel van
Z.Exc.,
opdat de vergadering op grond van hun bevindingen hierover een
resolutie
kan
nemen die het landsbelang dient. Dit onderwerp moet
met
vele regeringsleden besproken worden.
Berckel zal Merquette
als particulier persoon
als volgt terugschrijven: Merquette wordt bedankt voor zijn brief van 29 sept., gisteren door de
schout van Roosendaal aan Berckel overhandigd. Hij belooft de inhoud ervan te
zullen bespreken
met de juiste personen. Op het voorstel van Merquette elkaar de
eerstvolgende zondag in Roosendaal te ontmoeten, schrijft Berckel
dat
het hier een gewichtige zaak betreft die met vele personen
besproken moet worden alvorens een resolutie kan worden genomen.
Er
is daarom meer tijd nodig. Berckel acht het afreizen naar
Roosendaal
voor een ontmoeting op deze korte termijn dan ook nutteloos en wil
Merquette daarvan bijtijds
verwittigen. Hij zal trachten de zaak te bespoedigen en beveelt
zich vriendelijk bij Merquette aan.
Berckel, in de vergadering ontboden, wordt deze
resolutie meegedeeld en tevens aangezegd naar Z.Exc. te vertrekken om verslag uit te brengen.
2
HHM lezen de propositie van de gedeputeerden van de stad
Emden. Zij verzoeken onder andere de op 6 en 7 april
aan de
stad en stenden gegeven verzekering van op zijn minst indirecte
hulp
tegen de keizerlijke troepen in
Oost-Friesland opnieuw te bespreken en hun
daarop een
gunstige
en definitieve resolutie te doen toekomen en die te effectueren.
Ze vrezen
dat
het zonder die resolutie onder de huidige penibele omstandigheden
niet langer mogelijk zal zijn de stad te handhaven.
HHM zullen deze propositie aan
Bas,
Olphert Barentsz.,
Jensma en thesaurier-generaal
Goch geven, om deze te onderzoeken,
de retroacta
erop na te zien en een en ander te overwegen. Daarna zullen HHM na
beraad en naar bevind van zaken, beslissen.
3
HHM verlenen
markies de Sainct Supplys uit
Frankrijk
een paspoort om met zijn
kamerling, twee lakeien, twee edellieden en bagage vrij en
onbelemmerd
over land naar Frankrijk te reizen.
4
Ontvangen is een brief van de RvS d.d. Utrecht 1 okt. met het verzoek om toezending van de resoluties en voorwaarden waarop resident
Aissma vier compagnieën van ieder tweehonderd koppen heeft
aangenomen onder de kapiteins
Prots,
Crachou,
Michiel Friderich en
Plato. Ook wenst de RvS
dat HHM prompt
opdracht
geeft tot betaling, niet alleen van de vier compagnieën maar ook
van de
regimenten van
Holck,
Rosecrantz
en het Zweedse volk.
HHM zullen de RvS de informatie die ze hebben, toesturen. Op het tweede punt zullen ze de RvS laten weten dat de
Staten van Holland
desgevraagd hebben beloofd ontvanger-generaal
Doublet 20.000 gld. te verstrekken voor het onderhoud van het
genoemde volk. HHM hebben de Staten van Holland toegezegd dit te
zullen terugbetalen uit het geld van de
WIC
.
HHM
verzoeken de RvS er bij de
Gedeputeerde
Staten van
Utrecht
op aan te dringen hun quote in het geld ter
betaling van het extraordinaris krijgsvolk waarom door middel van
een
petitie is verzocht, prompt op te brengen.
5
Ontvangen is een brief van
Joachimi d.d. Londen 12 sept. met twee bijlagen. De een betreft het
vijandelijke plan voor de
Betuwe en de andere een
uitvinding voor het gieten van geschut.
HHM nemen geen resolutie.
6
Ontvangen is nog een brief van
Joachimi d.d. Londen 21 september.
HHM nemen geen resolutie.
7
Ontvangen is een brief met een bijlage van commissaris
Cracou d.d. Elseneur [Helsingør] 6/16 september.
HHM nemen geen resolutie.
8
HHM lezen het verzoek van de jonge
Franchois Bogaerts van Lier, dienend bij zijn broer
Pauwels
Bogaerts, woonachtig te Lachenen onder contributie, dat
behoort tot de bijvang van
Lier. Hij beklaagt
zich
erover
dat
hij tegen het recht van de sauvegarde gevangen is genomen door ene
Guilliaeme de Haese, die het
commando voert over
een
groep soldaten van het garnizoen van
Bergen. Hij
verzoekt HHM de gouverneur van Bergen te gelasten hem suppliant
zonder verdere kosten uit gevangenschap vrij te laten, onder
borgstelling van minstens één geschikte opgezetene
van het
platteland
van
Brabant onder contributie, alsmede de roerende
goederen van de suppliant. Hij verklaart zich tevens bereid voor
de
RvS terecht te staan.
HHM zullen dit verzoek aan de
gouverneur opsturen, met last de suppliant op de
aangeboden borgtocht alsmede de toezegging terecht te willen
staan
voor de
RvS, uit zijn gevangenschap te ontslaan, tenzij de gouverneur
daartegen
bedenkingen aanvoert. Deze moet hij dan met het rekest en de
aangehechte bewijsstukken zo spoedig mogelijk naar HHM
terugsturen.
9
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
d.d. Enkhuizen 26 sept., met het verzoek aan HHM de burgemeesters van
Hoorn te schrijven de equipagemeester en de andere suppoosten van
het College te bevrijden van een eventuele vervolging en
aanspraak,
omdat zij niet zijn uitgetrokken onder de burgervaandels ter
bescherming en bezetting van de grenssteden. De Admiraliteit
verzoekt HHM de burgemeesters tevens te vragen de suppoosten van
de Admiraliteit voortaan te dispenseren van het uittrekken, het
nachtwaken en dergelijke taken.
Alvorens hierover een besluit te nemen stellen HHM een duplicaat van deze brief ter hand aan de burgemeesters, om daarop in allerijl hun overwegingen te geven.
10
HHM kennen de Nederlandse "Bataviers" een bedrag van 6 gld. toe in verband met hun lofdicht over de
overwinning op 's-
Hertogenbosch. Het bedrag zal door kamerbewaarder
Herdersum worden uitbetaald.
11
HHM reageren afwijzend op het verzoek van
Elisabeth de Hessale om een kosteloos paspoort voor haarzelf en haar dochter
om daarop naar vijandelijke en neutrale landen te reizen.
12
Ter vergadering compareren de gedeputeerden van de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
. Zij delen HHM mee dat een kapitein in dienst van de
Grote Visserij
op zee een Duinkerker een met kolen geladen Engels schip met geweld ontnomen heeft, dat eerder door de Duinkerkers was genomen. De burgemeesters van
Enkhuizen, aan het hoofd van de Grote Visserij in het
Noorderkwartier, hebben geïnformeerd naar
deze
zaak
en hebben getracht dit schip aan zich te trekken. De
Admiraliteit verzoekt uit kracht van het derde artikel van de
instructie
van de Admiraliteit om het behoud van de rechtspraak en het
bewind
over de buit die door de schepen van de Grote Visserij tot nogtoe
zijn
verworven.
HHM zullen de burgemeesters schriftelijk manen deze over te dragen aan de Admiraliteit, die daarover naar bevind van zaken mag beslissen.
13
HHM lezen het verzoek van de pachters van het kwart van de konvooien en licenten vanaf 1 sept. 1627 tot 1 sept. 1628. De pachters verzoeken HHM enkele commissarissen te ordonneren om met de supplianten het jaar 1627 te liquideren. Ten tweede verzoeken zij HHM nu dadelijk de verschillende Admiraliteiten schriftelijk op te dragen HHM binnen veertien dagen de staat van ontvangsten over de periode 1 sept. 1628 tot en met 31 aug. 1629 toe te sturen.
Het eerste verzoek wordt in beraad gehouden, het tweede gehonoreerd.
14
HHM lezen het rekest van
Charles Latfeur en
Philippe Calandrin,
kooplieden te
Amsterdam. Hij schrijft dat de
heer van
Oosterwyck
op
ontvanger
Reael te
Amsterdam
door
middel van een wisselbrief vanuit
Venetië
d.d. 7
sept. op uso 3.000 pond heeft getrokken, te betalen aan
de
supplianten. De ontvanger kon deze wisselbief niet accepteren
zonder
voorafgaande speciale last van de
Staten van
Holland
.
HHM verzoeken de heren van
Holland bij deze opdracht te geven de wisselbrief te accepteren en
toe te zien op de betaling ervan op de vervaldag. Zij zullen dit
doen.
Deze som zal de Generaliteit op de juiste plaats in rekening
worden
gebracht.
15
De gedeputeerden van de provincie
Holland stellen dat de redoutes nabij
Dordrecht van
onvoldoende volk zijn voorzien om, wanneer de vijand zich op het
water
begeeft, hun sloepen én de redoutes naar behoren te
bemannen.
Zij hebben het bericht ontvangen dat de lopers uit
's-
Hertogenbosch nu binnen
Breda garnizoen houden en al met enkele sloepen te
Drimmelen zijn geweest. De gedeputeerden verzoeken
HHM
om de redoutes prompt met meer volk te bemannen om
ongelukken te voorkomen.
HHM zullen de
Admiraliteit te Rotterdam
schrijven in allerijl dertig matrozen te lichten uit de schepen die boven
Gorinchem op wacht liggen en deze naar de burgemeester van Dordrecht te
sturen. Deze moet ze verdelen over de commando's van de
verschillende
kapiteins die op de redoutes de wacht houden, op een wijze die hij
voor het vrijhouden van de binnenwateren en
de
verdediging van het land het beste acht.
16
HHM lezen het verzoek van
Andries Palmart, die last en procuratie heeft van
Pieter
Denysz. en
Jan
Jansz.
Vreelandt c.s.
als
voormalige reders van kapitein
Jacob Jansz.
Bontekoe. Hij verzoekt HHM de
Admiraliteit te Dokkum
alsnog te
ordonneren
rekening, bewijs en reliqua te doen van de buit die is
opgebracht
door de kapitein, op dezelfde wijze als de supplianten
menigmaal
eerder hebben gedaan.
HHM kunnen hierop niet ingaan omdat dit onderwerp eerder met kennis van zaken is afgehandeld.
17
HHM lezen het rekest van
Pieter Hoeffyser, ontvanger-generaal van de konvooien en licenten te
Amsterdam. Daarin geeft hij te kennen dat de achterstallige rente
en de
rente van de rente die elk met makelaardij voor 247.000
pond door de suppliant zijn geleend ten behoeve van de
keurvorst van Brandenburg, zijn
vervallen op 31
augustus. Ze belopen, onder voorbehoud van een juiste berekening,
in
totaal 271.810
gld. De suppliant verzoekt HHM opdracht te geven tot aflossing van
het
genoemde kapitaal, alsmede van de rente en de rente van de rente,
opdat
zijn krediet op peil blijft.
HHM machtigen Hoeyffyser het genoemde kapitaal en de vervallen rente en de rente van de rente op de voorgaande voet ten laste van de contributies van het Land van
Gulik
[Jülich], de helft van de portie van de keurvorst van Brandenburg en
de verschenen en nog te verschijnen domeinen van Gulik,
Berg en
Ravensberg op
het krediet van het land te lenen, of de uitstaande lening alsnog
te
continueren voor de tijd van zes maanden met ingang van de 1 sept.
jongstleden.
18
Ontvangen is een brief d.d. Vlissingen 28 sept. van vice-admiraal
Quast. Hij heeft in zijn brief van 25
sept. HHM abusievelijk geschreven dat kapitein
Ellert
Thomsz. die Quast als commandeur had benoemd voor
Oostende,
zodra hij Quast zag aankomen van zijn wacht naar
Vlissingen was gelopen. Ellert Thomsz. was
namelijk
nabij
Blankenberge om aldaar de vijandelijke
visserij te schaden.
HHM zullen dit met een postdatum op de brief die gisteren aan de
Admiraliteit te Amsterdam
is geschreven, aantekenen.