16/01/1630

 
English | Nederlands

16 - 01 - 1630

Presentielijst:

Resoluties:

1 Ontvangen is een brief van resident Aissma d.d. Hamburg 23 dec. 1629 o.s., die onder andere schrijft 800 rijksdaalder op ontvanger Reael te Amsterdam te hebben getrokken.
Ontvanger-generaal Doublet wordt gemachtigd de wisselbrief te accepteren en de gedeputeerden van Holland wordt verzocht de genoemde wisselbrief op de vervaldag te betalen.

2 Het verzoek van de schippers die het regiment van kolonel Morgan vanaf de Eider naar dit land hebben gebracht, gaat naar de RvS.

3 HHM resumeren het appointement dat gisteren is gegeven op het verzoek van brugmeester Jan Jansz. Gernou.
De gedeputeerden van Zeeland moeten hem 12.000 gld. betalen. Deze som wordt verrekend met de ordinaris en extraordinaris consenten.

4 HHM resumeren het appointement dat gisteren is gegeven op het rekest van Tobias de Mulder.
HHM besluiten de gedeputeerden van Zeeland te verzoeken de suppliant 6.000 Kar.gld. te betalen. Deze betaling zal worden verrekend met de quote van Zeeland in de 500.000 pond in plaats van legerlasten over het jaar 1628.
HHM geven de voormalige ontvanger-generaal opdracht de gedeputeerden van Zeeland een behoorlijke kwitantie te geven van de betaling aan de suppliant.

5 HHM resumeren het appointement dat gisteren is gegeven op het verzoek van de weduwe van Mathijs Treurniet.
HHM besluiten de gedeputeerden van Zeeland te verzoeken de som van 12.000 gld. te betalen, op gelijke wijze als in de zaak Mulder.

6 Ter vergadering verschijnen Raep en Marck, gedeputeerden van de Admiraliteit in het Noorderkwartier . Hun wordt gevraagd waarom zij, na herhaaldelijk aanschrijven door HHM om Pierre de Thosse na het stellen van voldoende borg de opbrengst van zijn aldaar opgebrachte wijnen te doen toekomen, dit nog niet hebben gedaan. De gedeputeerden antwoorden dat de secretaris van de Admiraliteit, die ook het vendumeesterschap heeft, het geld van de wijnen nog niet heeft betaald.
HHM besluiten nogmaals aan de Admiraliteit te schrijven de secretaris eraan te houden de opbrengst van de wijnen aan Pierre de Thosse te betalen, nadat deze borg heeft gesteld. Indien de secretaris op dit punt in gebreke blijft, zullen zij hem de kosten en de rente laten betalen die de suppliant na het afgeven van de brief nog zal maken. Dit zal ook aan de vendumeester zelf worden geschreven. Verder zullen bij de instructie van de Colleges de secretarissen ervan worden gelast toezicht te houden op de vendumeester. Zo stellen HHM vast dat de vendu van de genoemde Admiraliteit door een andere, door de raden daartoe geschikt geacht persoon moet worden gedaan. De secretaris wordt gelast controle te houden om ongerijmdheden tegen te gaan.

7 Ontvangen is een brief van Alexander Lunnuchis, Schots admiraal, geschreven d.d. Edinburgh 10 okt. 1629 met antwoord op de brief van HHM d.d. 30 juni 1629 betreffende het schip van Cornelis Pietersz. uit Alkmaar.
Er wordt geen besluit genomen.

8 HHM lezen het verzoek van de drie polders van het Oude Land, het Westland en de Sint Omcommerspolder, gelegen onder Steenbergen. Het betreft hun verzoek aan de RvS om beëindiging van de opschorting door de RvS van de uitvoering van een octrooi dat door HHM is verleend. De RvS heeft d.d. 21 dec. 1629 daarop geapostilleerd dat de supplianten zich zouden moeten wenden tot Schot, die gemachtigd is door de Raad om zich te informeren over het octrooi. De supplianten verzoeken revisie van de genoemde apostille en willen het verkregen recht behouden.
HHM besluiten dit verzoek voor informatie en advies te overhandigen aan de RvS, alsmede om de redenen te vernemen van de aanmerkelijke vermindering van de redemptie van Prinsenland.

9 Ontvangen is een brief van de magistraat van Genève d.d. Genève 1 sept. 1629, getuigend van de godzaligheid en de eerbaarheid van de jonge, ongetrouwde prinsessen van Portugal1.
HHM zullen de magistraat terugschrijven om te bedanken voor hun goede zorgen voor de prinsessen gedurende hun verblijf aldaar.

10 Ontvangen is een brief van de magistraat van Genève d.d. 29 nov. 1629, die feliciteert met de overwinning die dit land verleden zomer heeft behaald.
Er wordt geen besluit genomen.

11 HHM lezen het verzoek van Stoffel Barentsz. Hij dringt erop aan de Admiraliteit te Rotterdam nogmaals te gelasten hem maandelijks 25 gld. te betalen conform de apostille d.d. 29 nov. 1628.
HHM besluiten het verzoek aan de genoemde Admiraliteit te sturen met de aansporing de suppliant naar de inhoud van de apostille te betalen.

12 Gelezen worden de punten waarop de konvooien en licenten worden ontdoken, alsmede de door Ketel genoemde tegenmaatregelen.
Alvorens hierop te beschikken zal het advies van de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteiten worden ingewonnen.
Eck, gedeputeerde van de Admiraliteit te Amsterdam wordt gehoord over de bevordering van Ketel tot een chercherambt. HHM hebben hiervoor serieus bemiddeld, maar zonder resultaat. De Admiraliteit heeft juist enkele personen aangehouden die in hun ambt van chercher malversaties hadden gepleegd.
HHM besluiten de genoemde Admiraliteit nog eens ernstig te verzoeken Ketel met voorkeur in het momenteel vacante chercherambt te benoemen. Verder dienen de personen die malversaties hebben gepleegd uit hun ambt te worden ontslagen en op grond van de criminele aanklachten van de fiscaal, zonder proces te worden veroordeeld. De fiscaal zal geschreven worden op genoemde manier te handelen. Indien hij op dat punt in gebreke blijft, zal men hem daarop aanzien.

13 Manmaecker rapporteert dat ambassadeur De Beaugij hem heeft laten weten dat de hertog van Neuburg van plan is te trouwen met de weduwe van Betlem Gabor, zuster van de huidige keurvorst van Brandenburg. Manmaecker geeft HHM ter overweging door middel van een brief te pogen de weduwe op andere gedachten te brengen, om te voorkomen dat het keurvorstelijke huis van Brandenburg gelieerd raakt aan het huis van Beieren.
Er wordt geen besluit genomen.

14 De propositie wordt geresumeerd die de ontvanger-generaal gisteren in de vergadering van HHM heeft ingebracht betreffende het op rekening stellen van de wapens door Holland op zijn quote in de drie miljoen die nog tekortschieten op de legerlasten van het jaar 1629, in plaats van op de 400.000 pond die extraordinaris waren toegestaan ter belegering van 's- Hertogenbosch.
HHM besluiten de RvS te verzoeken de Staten van Holland ertoe te bewegen om deze wapens te korten op hun quote in de genoemde drie miljoen.