16/01/1630, 6

 
English | Nederlands

16/01/1630, 6

6 Ter vergadering verschijnen Raep en Marck, gedeputeerden van de Admiraliteit in het Noorderkwartier . Hun wordt gevraagd waarom zij, na herhaaldelijk aanschrijven door HHM om Pierre de Thosse na het stellen van voldoende borg de opbrengst van zijn aldaar opgebrachte wijnen te doen toekomen, dit nog niet hebben gedaan. De gedeputeerden antwoorden dat de secretaris van de Admiraliteit, die ook het vendumeesterschap heeft, het geld van de wijnen nog niet heeft betaald.
HHM besluiten nogmaals aan de Admiraliteit te schrijven de secretaris eraan te houden de opbrengst van de wijnen aan Pierre de Thosse te betalen, nadat deze borg heeft gesteld. Indien de secretaris op dit punt in gebreke blijft, zullen zij hem de kosten en de rente laten betalen die de suppliant na het afgeven van de brief nog zal maken. Dit zal ook aan de vendumeester zelf worden geschreven. Verder zullen bij de instructie van de Colleges de secretarissen ervan worden gelast toezicht te houden op de vendumeester. Zo stellen HHM vast dat de vendu van de genoemde Admiraliteit door een andere, door de raden daartoe geschikt geacht persoon moet worden gedaan. De secretaris wordt gelast controle te houden om ongerijmdheden tegen te gaan.