28/01/1630

 
English | Nederlands

28 - 01 - 1630

Presentielijst:

Resoluties:

1 Ontvangen is een brief van agent Brederode d.d. Bazel 11 jan., met enkele bijlagen met berichten.
Er wordt geen resolutie genomen.

2 Het verzoek van Claes en Frans Dirxsz., wonend te Amsterdam, om een octrooi voor hun uitvinding van het stellen van zagen om hout recht te kunnen zagen, is afgewezen.

3 HHM lezen het antwoord van de RvS d.d. 25 jan. op de resolutie van HHM d.d. 20 jan. betreffende het verzoek om appèl van mr. Willem van Dam en Pieter de Goyer.
Er wordt geen resolutie genomen.

4 Manmaecker en Winsemius rapporteren conform de resolutie van HHM van 24 jan. over hun onderzoek naar de remonstrantie met de bijgevoegde stukken van Jacob Olphertsz. Deze bewijst dat de Admiraliteit te Amsterdam bij verschillende vonnissen goederen slechts verbeurd verklaren voor het gedeelte dat zij waren verzwegen. Uit kracht van de plakkaten van HHM uit 1597 en 1598 alsmede de voorwaarden waarop de konvooien en licenten zijn verpacht, zou echter de hele partij goederen verbeurd moeten worden verklaard.
Alvorens hierop te beschikken wordt de remonstrantie met de bijgevoegde stukken de aanwezige raden van de genoemde Admiraliteit ter hand gesteld. Zij moeten HHM berichten over hun redenen om, indruisend tegen de inhoud van de genoemde plakkaten en voorwaarden, vonnis te wijzen.

5 Verschillende mineurs die op last van Z.Exc. en op advies van de gedeputeerden te velde uit het Land van Luik zijn ontboden ter bevordering van de belegering van de stad 's- Hertogenbosch, verzoeken om uitbetaling van hun vervallen soldij en om de aanwijzing van een kantoor waar zij hun maandgeld zeker kunnen verkrijgen.
Het rekest gaat voor een beslissing naar de RvS.

6 Anthoni Mulyn, kornet van de compagnie van markies de Rouillac, verzoekt betaling van circa negen herenmaanden achterstallige soldij.
Het rekest gaat voor een beslissing naar de RvS.

7 Ontvangen is een brief van Julius Ernst, hertog van Brunswijk-Lüneburg d.d. [Huis] Dannenberg 22 dec. 1629, met zijn titel bovenaan de brief gesteld. Hij verzoekt twaalf tolvoeder rijnwijn te mogen uitvoeren.
HHM besluiten dat de brief van de hertog pas in behandeling zal worden genomen, zodra hij zijn kanselarij heeft opgedragen HHM in de juiste formele termen te benaderen.

8 De weduwe van de graaf van Solms verzoekt om een jaarlijkse lijfrente.
Er wordt geen besluit genomen.

9 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 25 jan. over het verzoek van kolonel Haij en zijn kapiteins. Zij beklagen zich er ten eerste over niet te worden betaald conform hun ordonnanties. Ten tweede hebben Haij en zijn hoge officiers de particuliere traktementen van de 48 dagen die zij met het regiment in Schotland op konvooi zijn geweest, niet ontvangen. Ten derde zijn zij voor hun laatste dienstmaand niet uitbetaald.
Mede gelet op het advies van de RvS besluiten HHM op het eerste punt de RvS te machtigen de som die de kolonel met zijn kapiteins rechtens toekomt conform hun ordonnantie met rente te lenen of met de Gecommitteerde Raden van het Zuiderkwartier te onderhandelen of ze bereid zijn na taxatie uit de opbrengst van de wapens die door Holland aan de twaalfduizend man zijn geleverd, de kolonel met zijn kapiteins te betalen. Op het tweede punt besluiten HHM dat aangezien de RvS na voorafgaande berekening de kolonel en zijn hoge officiers de volle soldij voor de 48 dagen dat zij in Schotland zijn geweest, heeft uitbetaald - terwijl zij eigenlijk alleen maar recht hadden op daggelden - de kolonel en de officiers daarmee zijn voldaan en zij geen verdere aanspraken meer kunnen maken. Hun traktement is immers gedurende die tijd ook hier te lande doorbetaald tot het moment van uitbetaling van de compagnieën.

10 De zes provincies besluiten als pillegift aan de door HHM ten doop gehouden zoon van Dohna gedurende zijn leven een jaarlijkse lijfrente van 600 pond te schenken.
De gedeputeerden van Holland wordt verzocht hiermee in te stemmen.

11 Luitenant-kolonel Sir Jacob Asteleij verzoekt om, in tegenstelling met de resolutie van HHM van april 1624 en juni 1628, met 100 gld. in plaats van 80 pond per maand te worden betaald.
Er wordt geen besluit genomen.

12 Ontvangen is het schriftelijke antwoord d.d. Hoorn 26 jan. van secretaris Neck van de Admiraliteit in het Noorderkwartier , die aldaar het vendumeesterschap bekleedt. Hij schrijft naar aanleiding van de brief van HHM d.d. 16 januari. Het ligt niet aan hem dat het geld van de wijn waarop Pierre de Thosse aanspraak maakt, nog niet is uitbetaald. De genoemde Admiraliteit heeft over de verstrekking van het geld gewoon nog niet besloten.
HHM besluiten de Admiraliteit schriftelijk te manen tot uitbetaling over te gaan.

13 Het verzoek van de oversten van de vrouwenkloosters in 's- Hertogenbosch om hun biechtvaders voor hun kloosters te mogen behouden, wordt in beraad gehouden.

14 Marinus Imantsz., boer uit Kruisland onder de jurisdictie van Steenbergen, bezit enkele hoeven land, groot 73 1, gelegen op de Boonhil. Deze hoeven ondervinden veel overlast van het water dat zo nu en dan door de sluizen wordt ingelaten. Hij verzoekt ter ontwatering van zijn land een sloot te mogen graven, de weg op sommige plaatsen te verhogen en te dammen en daarop een watermolentje te mogen zetten. Hij verzoekt het geld daartoe nodig, te mogen omslaan over de landen van Kruisland, Oud Kromwiel en Nieuw Kromwiel en het Oude Land.
HHM besluiten het advies van de RvS in te winnen.

15 HHM lezen het verzoek van de pachter en de deelgenoten van de grote impost op de bieren te 's- Hertogenbosch, dat wordt ondersteund door een brief van het stadsbestuur van Enkhuizen d.d. 19 januari. De supplianten verzoeken de pacht te mogen voldoen uit de huidige pachtopbrengsten en hen de pacht te laten behouden voor de prijs die de collecte ervan momenteel netto heeft opgebracht.
Het advies van de RvS zal hierover worden ingewonnen.

16 HHM lezen het op 23 jan. uitgebrachte advies van de Generaliteitsrekenkamer over het op 22 jan. aan HHM gepresenteerde verzoek van de boden van de Admiraliteit te Amsterdam . Zij laten weten dat zij de vermeerdering van de 200 pond die de raden van het genoemde College ieder van de boden tot huishuur bovenop hun ordinaris traktement van 360 pond per jaar hebben toegekend, om geen andere reden hebben afgewezen, dan uit kracht van het in april 1624 aangenomen huishoudelijke reglement, alsmede de resolutie van HHM van 21 dec. 1629. Deze laatste vermeldt expliciet dat geen verhoging van de traktementen kan plaatsvinden zonder voorkennis en met goedkeuring van HHM. Zij kunnen zich echter indenken dat de raden die bekend zijn met de diensten van de boden, hun deze vermeerdering niet zonder reden hebben toegekend. De Generaliteitsrekenkamer adviseert om die reden de supplianten de toeslag op het traktement te laten behouden.
HHM gaan hiermee akkoord en hebben daarom de Generaliteitsrekenkamer gemachtigd om ontvanger Houffyser de toegewezen huishuur in de rekening te laten opvoeren.

17 Ontvangen is een brief van de Admiraliteit te Rotterdam d.d. Rotterdam 24 jan. met informatie over de zaak van Stoffel Barentsz. en de redenen waarom het College hem niet meer wil uitbetalen dan 22 pond per maand in plaats van 25 pond die door hem zijn geëist.
HHM stemmen hiermee in en besluiten dat Stoffel Barentsz. zich tevreden zal moeten stellen met het door de Admiraliteit toegekende bedrag.

18 Rantwyck en andere gedeputeerden van HHM rapporteren conform de resolutie van 26 jan. de conceptregeling inzake de consenten waarnaar de provincies zich hebben te richten, te hebben bestudeerd. Zij hebben daarin na resumptie enkele correcties en aanvullingen aangebracht. Zij geven HHM in overweging het concept met de veranderingen voor nader onderzoek aan de RvS ter hand te stellen. Daarna zal het aan de provincies worden gestuurd, opdat het voorzien van breed advies en met onderlinge overeenstemming van de regering des te beter kan worden bevorderd.
Het concept gaat naar de RvS.

19 De aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteiten hebben de adviezen van hun Colleges, samen met de conform de resolutie van HHM bij enkele rechtsgeleerden ingewonnen adviezen, overhandigd aan HHM. Zij verzoeken HHM ten eerste hierop spoedig te beschikken. Ten tweede zouden de gedeputeerden graag ontslagen willen worden om naar hun Colleges te kunnen terugkeren. Ten derde vragen zij te bevorderen dat de subsidies aan de verschillende Colleges spoedig worden opgebracht en dat de repartitie van oude schulden wordt voldaan. De gedeputeerden van de Admiraliteit in Zeeland voegen hieraan toe dat in dezelfde repartitie ook de vergissing van 500.000 pond (die blijkt uit de door hun op 25 jan. ingediende staat) zou moeten worden rechtgezet.
HHM zullen het eerste punt in overweging nemen, op het tweede punt besluiten zij dat de gedeputeerden nog enige tijd moeten blijven totdat de veronderstelde vergissing in de genoemde repartitie zal zijn bestudeerd, op het derde punt zullen zij niet nalaten goede zorg te dragen voor de Admiraliteiten.

1 De lengtemaat wordt niet gegeven.